donderdag 14 april 2016

Friesland

Als kind, opgroeiend in de Randstad, had ik een idyllisch beeld van Holland. Beeldschermen bestonden nog niet waardoor mijn fantasie deels werd gestuurd door de plaatjes van Verkade en de schoolprenten van Koekkoek en Jetses. Holland (ik zei toen nog geen ‘Nederland’) was een land van sappige weiden waarop koeien en paarden graasden, dat doorsneden was door vaarten waarop zeilbootjes voeren, en sloten waarin stekelbaarsjes en salamanders zwommen. Een land waar de mensen woonden in dorpjes met een kerk in het midden en daaromheen boertige huisjes en een knus schooltje met een omheinde speelplaats waarop blonde Ot en Sientjes speelden met hoepels en priktollen. Met dat beeld vergiste ik me deerlijk, bleek later. Het betrof geen Holland, maar Friesland!
Hieraan moest ik denken toen vriendin en ik op een prachtige lentedag rustig toerden door het gebied tussen Lemmer, Koudum, Hindeloopen en IJlst. We passeerden het landschap zoals hierboven beschreven. De zeilbootjes en skûtsjes bolden hun zeilen, de koeien en paarden graasden vredig en de boeren ploegden voort. Stapvoets reden we door dorpjes met de kerk in het centrum en het Ot en Sien-schooltje ernaast, waar moeders voor hun huisjes zaten terwijl hun kroost op straat met stoepkrijt of op driewielers kinderdingetjes deden. De mensen oogden iets blonder en romiger dan elders in het land, ze priegelden iets minder fanatiek op hun smartphone, hun wangetjes waren iets frisser dooraderd en de poezen lagen iets meer ontspannen op de vensterbank. Nog steeds vind ik Friesland het echtste stukje Holland. En misschien ook wel het fijnste. Oant sjen.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten