maandag 30 juni 2014

Aspiraties

In de Koninklijke Militaire Academie te Breda wordt het crème de la crème van het Nederlandse leger opgeleid. Als jong en vooral naïef knaapje wilde ik ook naar de KMA. Officier worden, dapper en stoer zijn. Helaas was ik daar te dom voor en had ik (dus) onvoldoende vooropleiding. Daarbuiten bezat ik, terugkijkend, geen greintje talent om een geschikt officier bij de krijgsmacht te zijn. Geen betere kennis dan zelfkennis.
Niet eerder was ik in Breda. Maar nu sta ik voor de poort van het Kasteel van Breda, oftewel de 14e eeuwse compound waarin de KMA is gevestigd. Prachtige gebouwen omringd door historische vestingwerken. De militaire grandeur wordt versterkt door een stel legergroene oldtimers en een F16 die op de fraaie binnenplaats staan geparkeerd. Het heeft wel iets. Wie militaire aan academische aspiraties koppelt wil nergens anders studeren.
Afijn, na een tijdje voor de poort van dit instituut te hebben gedraald, slof ik naar de Grote Markt. Daar bestel ik op een van de vele terrasjes een koudbeslagen Hertog Jan. Vervolgens kijk ik doelloos om me heen naar de Brabantse reuring in deze fraaie oude Nassaustad. Kijk, daar heb ik nou wèl talent voor. 


donderdag 26 juni 2014

Marktplaats

Ik heb een relaxfeuteuil die aan vervanging toe is. De veerkracht is weg, de kussens zijn geplet waardoor hij wel erg vintage is geworden. Bovendien misbruikte mijn kater de fauteuil zodanig dat het lijkt of El Qaida ermee aan het ravotten is geweest. Jammer wel, want de stoel voldeed aan al mijn wensen. Hij kon draaien, was onbeperkt verstelbaar en toch spotgoedkoop. Je kon er op zitten, in hangen, snurken, dromen, met een bordje op schoot tv kijken.
Zo’n zelfde stoel wil ik weer en dus toog ik naar de Zweedse woongigant waar ik ‘m destijds kocht.
Helaas, hij bleek niet meer verkrijgbaar. Wel is er een boel moois voor in de plaats gekomen, maar stukken duurder, bovendien zit geen enkele kandidaat zo lekker als mijn oude fauteuil. Teleurgesteld droop ik af. Thuis, op Marktplaats, vond ik gelukkig mijn oude stoel terug. Exact dezelfde, maar nog in prima conditie; hij was, zeg maar, ‘van een oud vrouwtje dat nooit zat’ en de vraagprijs leek schappelijk. Ik belde. Het ouwe vrouwtje bleek een man met Slavisch accent. Hij zei nurks dat de stoel al verkocht was. Ik hing op en liet me zakken in het onderwerp van dit verhaal. De stoel omarmde me innig. Alsof hij smeekte te mogen blijven.


dinsdag 24 juni 2014

Manneke

In Zuid-Soedan is zich een humanitaire ramp aan het voltrekken. In het Midden-Oosten (en daarbuiten) bestrijden verschillende groeperingen elkaar in naam van een bloeddorstige profeet. In Brazilië bijten overspannen voetballers elkaar vanwege een of andere cup. En in Amstelveen is een teder manneke geboren.
Luke.
Moeder en kind maken het goed. Vader eveneens.
En opa ook.
Dank u.


donderdag 19 juni 2014

Geintjes

Mijn auto was toe aan een APK-keuring, dus toog ik naar een garagebedrijf. Daar gaf ik mijn sleutels af waarna ik plaatsnam in een wachtruimte zoals een wachtruimte van een garagebedrijf hoort te zijn: wat losse stoeltjes, een koffieautomaat, Pearl Jam op de radio en de krant van wakker Nederland op tafel. Die laatste zat ik door te bladeren toen een monteur binnenkwam en mij vroeg: ‘Is die Jaguar van u?’ Ik volgde zijn vinger en zag buiten, op de parkeerplaats, de betreffende auto glimmen. Een pracht.
‘Nee, helaas niet,’ antwoordde ik, wetende dat automonteurs vaak in zijn voor een geintje. Hij reageerde echter koeltjes en liet me weer alleen met de Telegraaf. Mijn ogen rolden verder, langs het Nederlands elftal, de moordenaar van Pim Fortuyn en het liefdesleven van Patty Brard.
Na twintig minuten kwam een andere monteur naar me toe. ‘Die Citroën C1 is van u, hè?’ Toen ik bevestigde zei de man: ‘Hij is oké hoor, maar om ‘m goed te keuren zullen we toch de ruitenwisser moet vervangen, want hij trekt strepen.’
‘Dat doe ik ook wel eens,’ wilde ik zeggen, maar hield het toch voor me, wetende dat je met automonteurs niet te veel geintjes moet maken. 


maandag 16 juni 2014

Petticoats

Mijn woonplaats wordt door het grote publiek zelden bejubeld. Maar eens per jaar stromen hele drommen vanuit alle delen van het land hier naartoe. Het betreft de Nationale Oldtimerdag, die niet geheel toevallig samenvalt met Vaderdag.
Gisteren vond dit evenement weer plaats en inderdaad was het een feest van jewelste. De zon scheen uitbundig, mensen waren vrolijk, de kustpromenade was een uitstalkast vol blinkend schoons. Oude, prachtig gerestaureerde voertuigen waarin stemmig geklede automobilisten. In het Engelse kamp de geruite petten en bolhoedjes, de dames met corsages en stola’s. Bij de Amerikaanse sleeën uit de fifties en sixties zag ik buikige mannetjes met (nep)kuifen en oude meisjes in petticoats. Klassieke overalls en lederen caps bij de Bugatti’s. Mooi, mooi. Daaroverheen daverden uit de vele luidsprekerboxen volzinnen als: ‘En dames en heren, nu komt voorrijden de familie Van Vleuten uit Weert met hun Triumph TR2 uit 1958. En let vooral ook op dat gezellige rieten picknickmandje op de achterbank…’ Heel feestelijk en druk wat mede kwam door de vele kraampjes met klassieke automobielparafernalia, de onvermijdelijke patat-, ijs-, haringtenten, ook de hoempa- en dixielandbandjes en niet te vergeten de trampolines en opgeblazen speelattributen voor de kleintjes.
Een heel aantrekkelijk stadsaffiche, maar na een kwartier ben ik gevlucht. Lelystad, sorry.


donderdag 12 juni 2014

Take

Volgens zeggen is 1 op de 10 teken besmet met Lyme. Toen ik, daags na een boswandeling, op mijn linkerbeen ineens drie ingegraven teken ontdekte, rekende ik dan ook snel door dat de kans op infectie drietiende was. Doktersconsult leek me verstandig.
De wachtkamer zat redelijk vol. Meest opvallend was een imposante man op teenslippers. Zijn lichaam was zijn tempel, dat was duidelijk. Een krachtig sportschoollijf overdekt met inkt. Nek, schouders, armen, benen, alles. Bovendien vond de man dat hij een verhaal had; hij zocht daarvoor een podium. Aangezien ik de enige wachtende was die niet op een beeldschermpje keek, richtte hij zich tot mij. ‘Ik stond op de camping te volleyballen. En ineens was het krak. Meteen die voet dik. Ik dacht shit.’ Ik knikte hem invoelend toe. Daarna kwamen meer details boven tafel waarbij hij bij herhaling naar zijn linkervoet wees die inderdaad fors gezwollen was. Ik was er niet verrukt van: in een wachtkamer naar een dikke blote voet van een getatoeëerde Bokito te moeten kijken.
Wat was ik blij toen de arts mij binnenriep. ‘Take care,’ zei Bokito toen ik opstond, wat ik wel weer aardig van hem vond. En ook grappig, want hij legde daarmee onbedoeld een bruggetje naar ‘teek care’.
‘Wat lacht u,’ vroeg de dokter. 'Binnenpretje?'



maandag 9 juni 2014

Zon

Sunflirt heet de zaak, een zonnestudio. Op de stoep, pal voor de pui van Sunflirt, bevindt zich een manshoog reclamebord. Op dat bord staat een wervende tekst die vrijwel dagelijks wordt ververst. ‘Vitamine D nodig? Kom naar Sunflirt’. ‘Regen? Bij ons schijnt de zon.’ ‘Mooi bruin op vakantie? Haal bij ons een kleurtje.’
Het lijkt allemaal best aantrekkelijk, zeker tijdens koude en nattigheid. Er wordt dan ook vast veel gebruik van gemaakt. Maar bij zomers weer biedt Sunflirt een heel andere aanblik. Er zijn dan net zoveel klanten als bij Ben & Jerry’s op Antarctica. De mevrouw die de zonnestudio runt, zit op zulke dagen werkloos en ietwat mismoedig op een soort bistrosetje voor haar toko. Type Caroline Tensen, maar dan (nog) meer zongebruind en blonder. En ze draagt altijd witte kleding waardoor haar teint-van-de-zaak beter uitkomt. En ze draagt een PChooft-zonnebril. En ze heeft een rokertje in d’r vingers. En ze rommelt met haar smartphone. Ze verveelt zich; op zonovergoten dagen wil je niet in een zonnestudio werken.
Vandaag – zeer zomers – heeft ze het qua reclamebordtekst over een andere boeg gegooid: ‘Sunflirt bruint gezonder als de zon!’
Slim bedacht, maar wat ik vooral lees, is wanhoop.


donderdag 5 juni 2014

Handhaving

Ik verbleef korte tijd in Singapore. Wat te doen? China Town, Little India, The Colonial District, de beroemde malls waar je je dood kunt shoppen? Nee, ik was gefocust op het plaveisel.
Overal in de wereld waar volk samendromt zie je rotzooi op straat: peuken, papier, kauwgum, blikjes, etensresten, poep. Maar niet in deze kleine, ultra-georganiseerde stadstaat waar Chinezen, Kaukasiërs, Maleisiërs, Indiërs en nog veel meer etnische groepen dicht op elkaar leven. Reden daarvoor is een strikte handhaving van de wet en de daarmee samenvallende loodzware straffen voor het maken van rotzooi en verstoren van de orde. Singapore lijkt daarmee hèt ultieme bewijs dat streng straffen helpt.
Dat laatste, daarmee moet je volgens anderen niet aankomen; met name aan de linkerzijde van het politieke spectrum denkt men zo. Volgens hen werken zware straffen juist averechts – praten en begrip is veel beter. Jawel.
Ondanks dit soort linkse agogenwijsheden voelde ik me erg senang in rechts Singapore, zo zonder rotzooi op straat, graffiti op muren en lage misdaadcijfers, met dank aan die scherpe restricties. Uit pure pestzin had ik nog heel even aandrang om een propje papier ergens in het wild te dumpen, maar besloot toch van niet. Ben ik toch rechtser dan 'k dacht.


dinsdag 3 juni 2014

Gejammer

Buiten is het moordend heet dus hou ik even siësta onder de klamboe met de airco op volle toeren en de malariapillen paraat op mijn nachtkastje. Ik bevind me in een eenvoudige hotelkamer, in een stoffige stad, op een vulkanisch eiland vlak onder de Evenaar. Mijn siësta wordt ineens wreed verstoord als een of andere onverlaat vanaf een nabij gesitueerde minaret de gemeenschap begint op te roepen tot gebed. Voor de locals klinkt dit ongetwijfeld erg vertrouwd, maar helaas ben ik opgegroeid in een deel van de wereld waar men voor zoiets kerkklokken hanteert, zeg maar. Daar word ik ook niet vrolijk van, maar een kerkklok klinkt minder naargeestig dan het grijsgedraaide gejammer van een oude mullah dat wel iets weg heeft van het gereutel van een bejaarde die eindelijk, na veel inspanning, een langgerekt orgasme weet op te wekken terwijl hij tegelijkertijd een onverdoofde zenuwbehandeling ondergaat - eenieder z'n fetisj. Het is het bekende, tergende gejengel waarbij ik, als geïndoctrineerde westerling, al gauw visioenen krijg van heilige strijders, eerwraak, martelaarschap en gezwaai met Kalasjnikovs. Dat laatste kan ik opeens heel goed invoelen. Als ik nu zo’n wapen in mijn knuisten had wist ik het (ook) wel. Precies, die man in die toren!