zondag 8 juni 2025

skûtsjesilen

In een zeldzaam spontane bui zei ik ja tegen een verjaardagsfeestje. Ik mag de jarige graag, een geboren en getogen Friese millennial. Daarbij komt dat Friesland slechts op dertig ontspannen autominuten van mijn thuishonk ligt, althans als op de A6 de Ketelbrug niet openstaat.
     Het werd een gezellig tuinfeest in Lemmer, vooral bevolkt door dertigers met namen als Yde, Sieger, Douwe, Bauke of Tjitte, en die allemaal iets in de muziek doen. Mooi ook om een vleug van de levens, plannen en ambities van generatie Y mee te krijgen. Als luisterende nestor van het gezelschap was ik eveneens gecharmeerd van hun tweetaligheid. Middenin een zin vloog men van zangerig Fries naar statig ABN en weer terug. Ik was instant verliefd op Friesland. Wegdromend zag ik mezelf al mijn laatste levensjaren slijten in zo'n middeleeuws, sfeervol stadje, ergens langs de IJsselmeer- of Waddenkust. Ik hoorde kieviten ki-wiet roepen, robuuste paarden briesen, zwartbonte koeien sappig gras afritsen en het grootzeil van een skûtsje klapperen in de wind. En dan die taal, die zingende taal.
     Ik heb een euthanasieverklaring opgesteld voor als ik – door gemankeerd lijf of verstoorde geest – me niet meer kan uiten en/of mezelf niet meer schoon kan houden. Maar als die wens niet wordt ingewilligd, waardoor tóch iemand mijn dagelijks bevuilde onderlijf moet reinigen, laat dat dan ergens in een verstild, waterrijk, grasgroen deel van Friesland zijn. En laat dat soppen van mijn schootje en bips dan alsjeblieft begeleid gaan door bemoedigende, zangerige Fryske woorden of zinnetjes. Een groter compliment kan ik de provincie niet geven. Of de hardwerkende, maar matig betaalde zorgverleners aldaar blij zijn met mijn specifieke wens is een ander verhaal.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten