Na geruime tijd afwezig te zijn geweest, valt mij bij thuiskomst altijd
een muffe geur op. Hoe dat komt is mij een raadsel. Ik laat mijn huis altijd spic en span achter, toch ruikt het na een lang verblijf elders altijd ietwat gronderig. Natuurlijk al eens onder het kruipluik gekeken maar
behalve een miljard spinnen tref ik daar niets bijzonders. Wellicht zit die
geur in de meubels, het vloerkleed, de rolgordijnen, iets wat me, als ik dagelijks in of rondom mijn huis verkeer, niet opvalt. Heel misschien komt het door de muizen(keutels) in de spouwmuur, aangezien ik een poos geleden zo'n grijze rakker parmantig uit een van de luchtroosters zag trippelen. Je weet het niet.
Gelukkig
verdwijnt dat vreemde aroma weer snel na thuiskomst. Nou
ja, dat doet-ie natuurlijk niet echt, het komt door gewenning. Ik woon hier immers al heel wat jaartjes; het hoort er gewoon bij, bovendien heeft ieder huis zijn kenmerkende geur of meur. Soit.
Laat
ik daarom geen problemen maken als ze er niet zijn. De enigen die mogelijk hinder ondervinden van mijn huisgeur zijn immers de paar dwaalgasten die nu en dan het pand (toch nog) aandoen. Misschien ligt daar wel het probleem: mijn huis meurt niet genoég.
donderdag 26 september 2019
vrijdag 20 september 2019
Tour de force
Doodsbang te laat te komen, arriveren mijn begeleidster en ik veuls te vroeg op Schiphol. Zo vroeg dat we moeten wachten op het
opengaan van de incheckbalies. 'Wachten' is vandaag sowieso het
doemwoord, vaak in s-bochten. Na het inchecken sluiten we aan in de queue voor de
paspoortcontrole. Dan door het scanpoortje en alsof dat
niet voldoende is, word je ook vlugjes onder je armen en tussen je benen
bepoteld door een onbekende in uniform. Bij dit alles houden marechaussees met
snelvuurwapens je stuurs in de gaten. Reeds daarvoor had je je zakken moeten legen, je riem uit de lussen moeten sjorren om dat alles samen met je handbagage in de bekende plastic
bakken te deponeren opdat ook je persoonlijke mikmak door de scanner vermag. Hartelijk dank, Osama Bin Laden & co! Maar goed, is dat allemaal
achter de rug, kun je los op de taxfree spulletjes, die je nooit nodig
hebt, en aan de koffie die viermaal overprijsd is. Maar nog veel ernstiger is de plotse confrontatie met al die duizenden medereizigers om je heen. Wie
humane lelijkheid wenst te observeren, kan hier zijn hart ophalen: gebronste silverbirds die zo nodig voor de vierde keer dit jaar naar Gran Canaria moeten; hipsterige backpackers met haarknotjes die vinden dat Zuid-Amerika niet mag ontbreken op hun lijstjes; Henk en Ingrid met de Telegraaf onder hun kleffe oksels op weg naar een all inclusive in Antalya; culturele types die denken meer status te verwerven door Myanmar of de Hermitage in Sint-Petersburg af te vinken; stedentrippers met Lissabon of Rome op het programma; glitterfashionado's die zich willen spiegelen aan Abu Dhabi; snelle jongens op weg naar een businessdeal in Shenzhen; wij tweetjes, die hier naadloos tussen passen.
Afijn, ben je uitgekeken op deze deerniswekkende massa, dan volgt de gruwel van het lange wachten bij het boarden, het benauwde installeren op te krappe stoeltjes, het lijdzaam toezien hoe alle vliegprocedures worden voltooid, het aanschouwen van de routineuze veiligheidsinstructies van in het gangpad theatraal gebarende stewardessen en het onverstaanbare gemompel in de microfoon afkomstig van een verveelde buschauffeur alias piloot. En uiteindelijk – vele uren later dan dat je je eigen voordeur uitstapte – ga je de lucht in op weg naar je hopelijk zonnige bestemming. Diezelfde bestemming bereik je overigens pas horroruren later, want eerst moet je je een lange tijd koest houden in die benauwde cabine, het gelul of gesnurk van je buurman of -vrouw aanhoren en ten slotte dien je je op de luchthaven van bestemming opnieuw door allerlei procedures heen te worstelen. Maar dan, zowaar, begint aan het einde van de tunnel een beetje licht te gloren. Helaas ontstaat dan direct het volgende probleem: vanaf nu moét je gelukkig zijn. En je moet zien te vergeten dat je op dezelfde manier terug moet. Dat dat ons af en toe lukt, is wellicht het meest wonderlijke van deze hele tour de force.
Heel, heel soms gaat het er in een vliegtuig lollig aan toe. Klik HIER
Afijn, ben je uitgekeken op deze deerniswekkende massa, dan volgt de gruwel van het lange wachten bij het boarden, het benauwde installeren op te krappe stoeltjes, het lijdzaam toezien hoe alle vliegprocedures worden voltooid, het aanschouwen van de routineuze veiligheidsinstructies van in het gangpad theatraal gebarende stewardessen en het onverstaanbare gemompel in de microfoon afkomstig van een verveelde buschauffeur alias piloot. En uiteindelijk – vele uren later dan dat je je eigen voordeur uitstapte – ga je de lucht in op weg naar je hopelijk zonnige bestemming. Diezelfde bestemming bereik je overigens pas horroruren later, want eerst moet je je een lange tijd koest houden in die benauwde cabine, het gelul of gesnurk van je buurman of -vrouw aanhoren en ten slotte dien je je op de luchthaven van bestemming opnieuw door allerlei procedures heen te worstelen. Maar dan, zowaar, begint aan het einde van de tunnel een beetje licht te gloren. Helaas ontstaat dan direct het volgende probleem: vanaf nu moét je gelukkig zijn. En je moet zien te vergeten dat je op dezelfde manier terug moet. Dat dat ons af en toe lukt, is wellicht het meest wonderlijke van deze hele tour de force.
Heel, heel soms gaat het er in een vliegtuig lollig aan toe. Klik HIER
vrijdag 6 september 2019
Vliegschaamte
Mijn nieuwe liefde heet olijfolie. Lang sta ik dan ook in de supermarkt
met door traanvocht gevulde hondenogen te kwijlen voor de schappen met dat smeuïge sap. Ik word er zoho hebberig van. Nee, het gaat me niet om de
smaak, want ik (geen culi) proef nauwelijks verschil tussen de ordinaire
huismerken en de dure buitenlandse. Het gaat mij (snob) dus om het fraaie uiterlijk van de flessen die ik het liefst pronkerig op mijn aanrecht etaleer. Want
ach, wat hebben die Grieken, Italianen en Iberiërs er toch weer kunstwerkjes
van gemaakt. Lustige glasvormen voorzien van romantische etiketten in alle kleuren van de
regenboog, soms zelfs aangevuld met bladgoud. De
meest welluidende merknamen, weergegeven in beeldschone typografie, dartelen, in gedachten bijgestaan door zoetgevooisde mandolines, lieflijk als atalanta's rond mijn oorschelpjes waardoor ik als vanzelf wegdroom naar kleurrijke familietaferelen waarin vele generaties hun knoestige, eeuwenoude bomen van de kostelijke vruchtjes ontdoen om ze vervolgens op traditionele
wijze, al neuriënd, te verwerken tot de ultieme olie. Terstond hoor ik, ook weer denkbeeldig, de zomerse rasp van cicaden en vanachter de horizon de rustgevende new age-sound afkomstig van de kabbelende, ziltige rimpels der Méditerrannée. Tegelijkertijd snuif ik de zinderende aroma's op uit de aanpalende velden vol lavendel, tijm en wilde rozemarijn. En ook die van afgewerkte kerosine, want ik
vlieg weer eens die kant op. Sorry en tabee.
Abonneren op:
Posts (Atom)