Iedere man is zuiver en oprecht, maar zodra hij een ander ontmoet begint de hypocrisie. Zo luidde, vrij vertaald, een uitspraak van Ralph Waldo Emerson, de invloedrijke Amerikaanse essayist en denker uit de negentiende eeuw. Ik vrees dat hij gelijk had. Bij ontmoetingen wordt immers altijd enige aanpassing gevraagd die de zuiverheid doet wankelen. Kleine kinderen, hysterici en geestelijk gehandicapten hebben er
geen last van, maar verder vermoed ik dat niemand voor honderd procent zichzelf is in gezelschap. Men is dan dus minder 'echt'.
Zuiverheid ontdek ik bij mezelf daarom slechts als ik solo ben. Heel fijn, maar solo kan ook best eenzaam zijn. Daarom
fantaseer ik soms dat er een kloon van mezelf bestaat. Iemand die
volkomen eender is. Lijkt me bijzonder prettig. Met hem kan ik geheel mezelf blijven - zuiverheid in optima forma. Hij kent immers
dezelfde lusten en lasten; talenten en zwaktes; heeft dezelfde (wan)smaken, humor of fantasieën; is geïnteresseerd in gelijke onderwerpen. Op een
terrasje bestelt mijn kloon natuurlijk hetzelfde als ik waarna we in verbondenheid keuvelen of juist zwijgen. Zuiverheid, oprecht jezelf zijn, geen enkel geheim of verborgenheid en
tóch met een ander, wie wil dat niet?
De
grote schepper, in wie toch verrassend veel slimme mensen
geloven, heeft een enorme stommiteit begaan door individuen te ontwerpen. Dat lijkt mooi en voorziet het leven zeker van jeu, maar al die verschillende individuen zorgen vroeg of laat op zijn minst voor een beetje wrijving, steeds vaker meer dan ‘een beetje’, vooral als het om miljarden exemplaren gaat. Hoogste tijd daarom voor een en dezelfde mens, voor klonen dus, want ik denk dat uniformiteit - alle neuzen één richting uit - de enige redding is voor de mensheid én Moeder Aarde. Voorwaarde is wel dat wetenschappers mij
als uitgangspunt nemen, anders lijkt het me helemaal niks.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten