zondag 7 januari 2024

Mao Zedong

Chinezen zijn rare snuiters. Zo vonden ze ooit vogelnestsoep uit waarmee tegelijk de vraag opdoemt hoe je het in je hoofd haalt soep van een vogelnestje te trekken. Geen idee, maar misschien berustte het gewoon op toeval, zoals in de basis alles in het heelal. 
     In dit verband fantaseer ik graag over een oud en tandeloos vrouwtje dat onder een boom bezig was soep te trekken uit een paar armetierige bamboescheuten. Toevallig viel uit die boom een vogelnest pardoes in haar pan. Het oude wijffie dacht: bwèh wat goor, maar wat kan mij het eigenlijk ook verdommen. Ze diende de gorigheid even later vileintjes op aan haar man: een lapzwans die, als hij weer eens zijn zelfgestookte baijiu had opgelebberd, agressief werd en zijn rotanstok over haar knokige knokkeltjes joeg. De etterbak vond de soep echter verrukkelijk en een nieuw gerecht was geboren waarna het zich over heel het onmetelijke rijk verspreidde. (Niet in het minst omdat Chinezen traditioneel al weinig te kanen hadden onder hun volgevreten, praalzieke keizers en autocraten als ene Mao Zedong die alleen al ergens tussen de veertig- en zeventigmiljoen hongerdoden op zijn geweten had.) De aldus bij toeval gevonden delicatesse ging ten slotte zelfs de hele wereld over.
     Of het een aanrader is weet ik niet, zelf probeerde ik het nooit. Een vogelnest nodigt ook niet echt uit tot consumptie. Zeker niet wanneer je je realiseert dat het niet om takjes en twijgjes gaat, maar om het speeksel, braaksel en andere uitwerpselen van (vooral) zwaluwen die ermee hun nest dichtmetselen. Laten we het erop houden dat soeptrekken van zo'n bouwsel een krachtig brouwsel oplevert. Zo krachtig dat de Chinezen wellicht binnen afzienbare tijd de hele wereld naar hun hand zetten. Wat ze dan niet danken aan machtige en 'wijze' leiders, maar aan een oud en tandeloos vrouwtje dat gebukt ging onder haar man.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten