Zonder enige waarschuwing duwt ze een flexibel slangetje naar binnen. Dat voelt onprettig, zacht gezegd, waardoor ik vergeet wat me vooraf verteld was: probeer ontspannen te blijven ademen. In plaats daarvan verkramp ik wat de doorgang bemoeilijkt voor hetgeen tegen de natuurlijke roeirichting in probeert te peddelen, zoals een slangetje voorzien van een camera. Afijn, na een paar keer diep in- en uitademen ontstaat er toch weer voortgang en kan ik met de uroloog op een kleurenscherm meekijken hoe eerst het afwateringskanaal en vervolgens het rozerood geaderde gewelf, de blaas, eraan toe zijn. Ze neemt er rustig de tijd voor, pompidomt nog nét niet. En passant wijst ze haar eveneens meekijkende assistent op een paar ins en outs.
‘Zo, nu gaan we terug,’ klinkt ze als een reisleidster. Tijdens de aftocht door het leidingstelsel wijst ze mij op de nauwte die het gevolg is van de vergrote prostaat, wat tot plasklachten leidt. Heel leerzaam deze excursie, maar oef, wat een opluchting als ik weer bevrijd ben van de techniek.
Tien minuten later, en aangekleed, zit ik aan het bureau van de uroloog. Terwijl ze me bijpraat over behandelopties, dwaal ik af. Dat komt door mijn nieuwsgierigheid naar het wereldbeeld van deze jonge vrouw, die ongetwijfeld meerdere keren per dag beroeps- én handmatig omgaat met het vliegensvlug verschrompelende bloot van in hun piepzak zittende mannetjes. Met name als ze dat zielige beeld koppelt aan het machismo bij veel oproerkraaiers en volksmenners.