Vroeger bij het cowboytje spelen (geen kind doet dat nog) was ik liever indiaan dan cowboy. De eerste deed het met een pijl en boog. En hij was dapper en wijs. En hij had adelaarsveren op zijn hoofd. In mijn jeugd vormden meeuwenveren het alternatief.
Alles aan De Indiaan vond ik geweldig. Apache, Sioux, Cheyenne, Kiowa, Arapaho, Pawnee, Shoshone, Comanche, Cherokee, Huron, Ute, Blackfoot, Mohawk. Pure poëzie. Zoals gezegd spraken deze nobele wilden me ontzettend aan. Nu nog eigenlijk, ofschoon ik weet dat inheemse Amerikanen vaak helemaal niet zo nobel waren. Het waren 'gewone' luitjes, dus soms net zulke etterbakken als de rest van de mensheid. Zo zagen sommige 'roodhuiden' er geen been in om concurrerende stammen kalt te stellen, vaak op een weerzinwekkende manier: scalperen, squaws verkrachten. Hét verschil tussen hen en de westwaarts trekkende 'bleekgezichten' blijft echter overeind: de laatsten waren indringers, landdieven, ziekteverspreiders en niet zelden natuurbarbaren.
Rood, wit, geel, bruin, zwart: mensen jagen overal hetzelfde na. Soms gebeurt dat op een vreedzame manier, soms niet. Plussen en minnen. Zo ben ik een uiterst beminnelijk heerschap, maar net zo vaak iemand om op te schieten. Doe gerust, maar wel graag met pijl en boog. En dan recht door het hart. Aan lijden heb ik een broertje dood.
Filmtrailer zien? Klik HIER