zondag 25 mei 2025

Hellebaarden

Het moest er eens van komen: de Mookerheide. Samen met mijn begeleidster wandelde ik voor het eerst door het natuurgebied dat mede bekendheid verwierf door onze nationale geschiedenis. Lekker boeiend? Kan me geen reet schelen, want ik word er schijtziek van dat onze samenleving in toenemende mate nul interesse toont in het moeizame proces – de harde strijd óm en de zoektocht náár een coherente natie – dat uiteindelijk een vaderlands lapje grond opleverde waarop men elke dag op de blote knietjes ineen mag zijgen uit dankbaarheid dat men juist hier leeft en gebruik (dan wel misbruik) kan maken van de verworvenheden – de Nederlandse verworvenheden. Afijn, ‘onze’ nationale geschiedenis dus. Bent u daar nog?
     Laten we maar gewoon bij het begin beginnen en wel met Willem van Oranje, graaf van Nassau-Dillenburg (1533-1584). Hij en nog wat zielsverwanten namen het op tegen de overheersers geleid door de Hertog van Alva, gouverneur van de Spaanse koning Philips II. Die opstand is beter bekend als de Tachtigjarige Oorlog en duurde van 1568 tot 1648. Willem van Oranje schoof zich, al dan niet bewust, naar voren als de leider van deze opstand. Hij zou dan ook aan de basis staan van onze natie en de annalen ingaan als de Vader des Vaderlands. (Nee, Johan Cruyff was het dus niet.) Als heimelijke moraalridder vind ik dan ook dat iedere Nederlandse burger basale kennis van 'onze vader' moet bezitten, en zo niet dan zonder pardon naar een opvoedingskamp of bij onwilligheid desnoods inname van het paspoort en onder escorte naar een stoffig oord (van herkomst?) waar je mag nadenken over je onaangepastheid en het lak hebben aan Nederlandse waarden en historie.
     Oké, de Tachtigjarige Oorlog dus.
     De strijd tussen Spaanse (katholieke) bezetters en de (protestantse) opstandelingen golfde op en neer, met dan weer succes voor de rebellen (de geuzen bijvoorbeeld), dan weer voor de Spanjolen.
     Op een zeker moment stond opstandelingenleider Willem van Oranje er militair gezien slecht voor. Zijn twee broers, Lodewijk en Hendrik van Nassau, formeerden derhalve een strijdmacht bestaande uit huurlingen en marcheerden vanuit hun vorstendommen in het oosten – nu Duitsland geheten – naar de Lage Landen om de druk op broer Willem te verlichten. De Spaanse generaals kregen dat in de smiezen en trokken ze tegemoet.
     De twee legers troffen elkaar, na veel logistieke wanorde, in 1574 op de Mookerheide. Het werd een debacle voor de broers Van Nassau. Hun troepen werden finaal in de pan gehakt. Daarbij hebben twee aspecten zich blijvend in mijn prefrontale cortex gevestigd. Ten eerste dat zowel Lodewijk als Hendrik van Nassau, samen met het grootste deel van hun manschappen, sneuvelden, maar dat weinigen zijn teruggevonden. Dat kwam doordat ze, op de vlucht geslagen, in een aan de Maas grenzend moeras terechtkwamen en ter plekke werden verzwolgen. Finito broers Van Nassau. Trouwens, ook de bekende romantische trompetter/flierefluiter Jan Klaassen – bekend uit het lied van Rob de Nijs – schijnt hier opgeslokt te zijn. 
     Het tweede aspect dat mij bijbleef, is dat de troepen van de Van Nassau’s waren voorzien van vuurwapens, dat in tegenstelling tot de Spanjaarden. Cool zou je denken, maar met die 16de-eeuwse musketten miste men doorgaans het doel doordat de lopen notoir krom trokken. En ze hadden nóg een nadeel: na het lossen van een schot was je, om te herladen, een stief kwartiertje aan het emmeren met buskruit, vuursteentjes, lontjes en balletjes lood. Deze technische handelingen geschiedden niet heel relaxed vanwege het besef dat fanatiek krijsend Spaans ruiter- en voetvolk op je af stormde met geheven zwaarden, pieken en hellebaarden. Je zou voor minder het moeras in vluchten…
     Het zal duidelijk zijn dat, terwijl mijn begeleidster vrolijk zandhagedisjes en koolwitjes op de kiek zette, ik in gedachten ruim 450 jaar terug in de tijd bivakkeerde, luisterend naar de krijgsmêlee van briesende paarden, trompetgeschal, gerochel der gewonden en de smorende hulproep van hen die tergend langzaam wegzakten in de zuigende modder.
     De Mookerheide is nu paarsachtig lieflijk met zijn wandelpaden, fraaie doorkijkjes en gerieflijke rustbankjes waarop je kunt neerstrijken als een volgevreten lapjeskat op een zonnig tuinmuurtje. Het terrein is opvallend overzichtelijk. Ten tijde van de veldslag was het hier nog een grote onontgonnen ruigte waarin hele legers Stratego konden spelen.
     Waar was ik gebleven? O ja, onze nationale geschiedenis, de Tachtigjarige Oorlog, Willem van Oranje eveneens bekend als Willem van Nassau c.q. Wilhelmus van Nassouwe, onze dappere Vader des Vaderlands die later in Delft werd neergeknald door ene Balthasar Gerards. Volgens zeggen kwam de kogel van rechts, zeg maar, ofschoon dat weer afhangt van het perspectief.
     Tot besluit geef ik hierbij aan voorstander te zijn van de verplichting voor scholen, bedrijven, kantoren, fabrieken en instellingen, de dag in groepsverband te beginnen met het zingen van alle coupletten van het Wilhelmus (van Nassouwe) – uit het hoofd – waarbij men vooraf pet, muts, capuchon of hoofddoek heeft afgedaan. Wie daar niet volmondig achter staat gelieve, zoals ik al eerder noemde, zijn of haar heil elders te zoeken. Maar heus, verder loop ik over van tolerantie.

Gortdroog filmpje over de Slag op de Mookerheide zien? Klik HIER


Geen opmerkingen:

Een reactie posten