zondag 9 februari 2025

Conclaaf

Het zal door mijn mild-roomse jeugd komen, maar als ongelovige zondaar vind ik religie tot op bepaalde hoogte wel wat hebben. Met name voel ik nog warmte en sympathie voor de katholieke kerk. Het kleurrijke, (schijn)heilige, theatrale gedoe. Op z'n tijd kan ik daar nog steeds erg van genieten, zeker in visueel opzicht: al dat rood, paars en goud. Om die reden ging ik goed zitten voor de film Conclave, en werd niet teleurgesteld.
     De setting is het Vaticaan, waar anders. De paus is overleden en kardinalen uit alle hoeken van de wereld stromen naar Rome om in conclaaf te gaan, een nieuwe kerkleider te kiezen. De kijker krijgt een mooi beeld van hoe zoiets in zijn werk gaat. Kleurrijk, ik zei het al, maar ook gedetailleerd, intiem, kwetsbaar en pakkend. Zware deuren gaan hermetisch dicht; buiten wacht de wereld gespannen op witte rook.
     Wat in die beslotenheid gebeurt is smeuïg. Kardinalen zijn weliswaar erudiete en wijze, maar toch vooral ook heimelijk ambitieuze en soms jaloerse mannetjes. Ordinaire kneuzen dus, wat zorgt voor verborgen agenda's, intriges en verdachtmakingen. Natuurlijk dwarrelt aan het slot van deze reli-thriller witte rook uit het beroemde, dunne schoorsteenpijpje van het Vaticaan. Maar wat als de nieuwe paus...? Ach, kijk zelf maar. Ook bezienswaardig voor niet-papisten.

Filmtrailer van Conclave zien? Klik HIER

zondag 2 februari 2025

Emancipatie?

Vooral in donkere jaargetijden staar ik geregeld naar het tv-scherm. Daarop zie ik soms First Dates voorbijkomen. In deze datingshow worden wildvreemden – oud en jong – in een restaurant aan elkaar gekoppeld in de hoop dat er iets moois opbloeit tijdens het nassen van de beef Wellington. Of juist iets ongemakkelijks, want dat is weer goed voor de kijkcijfers.
     Een veelzeggend moment is als na afloop van het diner de ober met de rekening komt. Lhbti-stellen willen meestal het bedrag delen, alom bekend als splitten. Maar bij heterokoppels wordt de rekening voor negentig procent door de man betaald. Na afloop van de date (in een hokje, recht voor de camera) bekennen beiden kleur: ze zien een romantisch vervolg zitten of niet.
     Buiten is het 2025. Als ik het mag geloven hebben we er drie of vier feministische golven op zitten. Die brachten gelijkheid tussen man en vrouw. Het format First Dates toont echter bij herhaling dat die gelijkheid naar believen is. Zo voelen nog steeds veel mannelijke kandidaten zich na het diner geroepen om galant de beurs te trekken, ook als de match zeer twijfelachtig is. Veel vrouwelijke kandidaten laten dit maar al te graag toe – enkelen spelen toneel, zeggen giebelend: 'Het hoeft niet, hoor' – terwijl de kijker allang doorheeft dat ze niets van deze vent moeten hebben.
     Je kunt een trakterende man ouderwets of traditioneel noemen. Datzelfde kun je zeggen van een dame die er geen moeite mee heeft dat haar disgenoot voor de kosten opdraait terwijl zij zich reeds heeft voorgenomen dezelfde stakker een paar tellen later, in het camerahokje, te dumpen. Profiteren heet zoiets. Toch zal het me niet verbazen als dergelijke prinsesjes van zichzelf vinden dat ze prima geëmancipeerd zijn. Bij hen past echter een veel betere omschrijving: vals.

zondag 19 januari 2025

Boogschieten

American Primeval heet de miniserie die ik volg op Netflix. Ik hou van dit soort verhalen. Het speelt zich af in de lege ruigte van Utah, midden 19e eeuw. Het landschap is overweldigend: eindeloze vlakten, wouden en het ijzige Wasatch-gebergte, onderdeel van de machtige Rocky Mountains. In de serie zie je pioniers op weg naar het westen, premiejagers, blauwjassen (het leger) en sektarische mormonen die de mythe koesteren dat een opperwezen, speciaal voor hen, een aards koninkrijk heeft gereserveerd in dit onontgonnen land. Zij allen betreden ongevraagd de grond van de native Americans.
     Vroeger bij het cowboytje spelen (geen kind doet dat nog) was ik liever indiaan dan cowboy. De eerste deed het met een pijl en boog. En hij was dapper en wijs. En hij had adelaarsveren op zijn hoofd. In mijn jeugd vormden meeuwenveren het alternatief.
     Alles aan De Indiaan vond ik geweldig. Apache, Sioux, Cheyenne, Kiowa, Arapaho, Pawnee, Shoshone, Comanche, Cherokee, Huron, Ute, Blackfoot, Mohawk. Pure poëzie. Zoals gezegd spraken deze nobele wilden me ontzettend aan. Nu nog eigenlijk, ofschoon ik weet dat inheemse Amerikanen vaak helemaal niet zo nobel waren. Het waren 'gewone' luitjes, dus soms net zulke etterbakken als de rest van de mensheid. Zo zagen sommige 'roodhuiden' er geen been in om concurrerende stammen kalt te stellen, vaak op een weerzinwekkende manier: scalperen, squaws verkrachten. Hét verschil tussen hen en de westwaarts trekkende 'bleekgezichten' blijft echter overeind: de laatsten waren indringers, landdieven, ziekteverspreiders en niet zelden natuurbarbaren.  
     Rood, wit, geel, bruin, zwart: mensen jagen overal hetzelfde na. Soms gebeurt dat op een vreedzame manier, soms niet. Plussen en minnen. Zo ben ik een uiterst beminnelijk heerschap, maar net zo vaak iemand om op te schieten. Doe gerust, maar wel graag met pijl en boog. En dan recht door het hart. Aan lijden heb ik een broertje dood. 

Filmtrailer zien? Klik HIER

zondag 5 januari 2025

Stille kracht

Velen zullen zich herinneren hoe ze als kind meeluisterden naar gesprekken tussen de grote mensen. Bijvoorbeeld tijdens feestdagen als de familie bijeenkwam. Onder volwassenen gingen dan vaak pakkende verhalen rond. Smullen!
     Als ik terugdenk aan mijn eigen kindertijd en de clan waartussen ik opgroeide, dan speelde Indië een hoofdrol. Vaak hoorde ik de ouderen hoog opgeven over die heerlijke koloniale tijd van voor de oorlog. Ik hoorde praten (opscheppen?) over tijgerjachten en meerdaagse motorritten op Harley Davidsons naar kratermeren op Sumatra. Over de tennisclub, de soos, het zoete leven waarbij baboes en ander personeel de bovenlaag faciliteerden. Over de schoonheid van de Preanger op Java. Over goena-goena en stille krachten alom. 
     Er was natuurlijk ook drama. De oorlog brak uit, het diepe buigen voor De Jap, de angst in de vrouwen- en kinderkampen en het door krijgsgevangenen verrichte beulswerk aan de beruchte Birmaspoorlijn. Meeslepend voor ons kinderen, waren ook de verhalen over de tijd ná WO2. Het ging dan over de politionele acties, de bloedige Bersiap, de tweespalt tussen Nederlanders en naar zelfstandigheid verlangende Indonesiërs. Toen de laatsten aan het langste eind trokken, werd elders een veilig heenkomen gezocht, in ons geval in 'buurland' Nieuw-Guinea. Dit bracht nieuwe verhalen voort: het ruige bestaan op dit onderontwikkelde reuzeneiland, kroezige krijgers met peniskokers, menseneters, paradijsvogels, de ondoordringbare bush en een tropisch gebergte met eeuwige sneeuw. Ik luisterde als een neuswijze bosmuis.
     De generaties boven mij zijn verdwenen. Wat ze achterlieten zijn foto’s en weemoed.
     Ik mis de verhalen. Ik mis de vertellers én de zwijgzamen.

Een stuiptrekking van het kolonialisme binnen mijn clan:
Bandung, Java, 1950. Mijn broer en ik onder de hoede
 van de baboes die ons (ook letterlijk) op handen droegen.
Desondanks kijk ik hier wat misnoegd. Koloniaal bijna.
75 jaar na dato is dit hét moment voor mijn excuses.

zondag 29 december 2024

De NS

We zaten aan de kerstdis: familie en aanhang. Een mens of vijftien, in leeftijd variërend van nul tot 92. Ik – aanhang – was de een na oudste, en zo voelde het ook.
     Tegenover mij zat een fotomodel; ook zij is van de koude kant. De hoogbenige schone heeft alles mee. Cinderellalokken, pittige dotjes jukbeen, expressieve mond met een stralend gebit, elegante handen, passende cupmaat en weet-ik-veel. Zelfs haar naam is mooi. Ze is dan ook succesvol, heeft een volle agenda, reist de wereld rond, wordt gevraagd voor schoenmode, lingerie, cosmetica, alles eigenlijk. Daarnaast houdt ze erg van haar vriend (eveneens aanwezig), poezen en haar ouders. Als kers op de taart bezit de beauty een goed stel hersens waardoor ze de perfectie nadert: het biljoenste bewijs dat gelijkheid op fantasie berust. Hoe dan ook, ik keek graag naar mijn overbuurvrouw – misschien iets te.
     Tijdens het uitserveren van de kwartel-truffelpasta bedacht ik vileintjes dat je voor het beroep van fotomodel, naast je looks eigenlijk weinig in huis hoeft te hebben. De enige vereiste is er je bed voor uitstappen. (Pornomodellen hoeven zelfs dat niet.) Van, pak 'm beet, een treinconducteur worden veel meer vaardigheden verlangd. Ondanks de vele uitdagingen is deze NS-job lang niet zo gewild als die van fotomodel. Vreemd eigenlijk, want tegenwoordig is het werk van iemand die in een trein kaartjes controleert, meer spraakmakend dan een zoveelste fotoshoot op een zoveelste exotische setting. Ongetwijfeld hebben coole conducteurs daardoor meer spannends te vertellen dan iemand die het puur van het uiterlijk moet hebben.
      Jammer genoeg bevindt zich geen NS-personeel binnen de gelederen van de familie waar ik te gast was. Dus in plaats van een conducteur (m/v) tegenover me aan de kerstdis, moest ik het doen met een beeldschoon fotomodel. Had ik weer.

Kwartel-truffelpasta

zondag 22 december 2024

Feest

Stads grootste tuincentrum had zichzelf qua kerstversiering overtroffen. Ik waande ik me in een sprookje, een drúk sprookje want aan volk geen gebrek. Overal hadden de sfeermakers van Intratuin besneeuwde droomlandschappen gecreëerd, voorzien van feeëriek verlichte huisjes, kraampjes, draaimolentjes, treintjes, klaterende watervallen, skiënde miniatuurtjes, rendiertjes en vanzelfsprekend de vele dikbuikige, witbebaarde mannetjes in rode jassen. Alles bewoog, straalde, knipperde en maakte geluid.
     Ik stond midden in dit Hollywooddecor – resultaat van wekenlange huisvlijt – toen een vader en zijn zoontje om een hoek verschenen. Het kind sloeg subiet op tilt, kon de flonkerende aanblik amper verwerken. Hij wist alleen maar ‘neehhh!’ te roepen en herhaalde dat voortdurend terwijl hij zich tussen de andere bezoekers naar voren drong. Hij stuiterde van de waterval naar het kabelbaantje, naar het stationnetje waar de vele treintjes stopten en weer verder tjoekten. Vervolgens deed hij een greep naar het helikoptertje dat hoog aan een ijzerdraadje over het sneeuwlandschap heen en weer wentelwiekte, trok aan de kunstarm van een swingende, zingende Duracell-Santa, enzovoort. ‘Neehhh! Neehhh! Neehhh!’ Het kind kon het gebodene niet bevatten, het was te veel. De vader probeerde zijn stuiterbal tot rust te manen, maar ja.
     Inmiddels vanaf de zijlijn de hele kerstheisa observerend, verbaasde ik me weer 'ns over hoe een diepreligieus feest - ooit gekenmerkt door stilte en bezinning - zo snel kon ontaarden in de heidens-commerciële eruptie waarmee we anno nu de geboortedag van een tot profeet uitgestegen timmermanszoon opluisteren.
     Toen ik even later - overprikkeld en jaren ouder - weer buiten op de tjokvolle parking stond, zocht ik op mijn schermpje naarstig naar het dichtstbijzijnde verkooppunt van cobra’s. Voor als de Russen komen, of zo. Heus, ik ben dol op de feestdagen.





zondag 15 december 2024

Elysium

Je zou kunnen stellen dat religies gekenmerkt worden door geloof in een hiernamaals. Dat gold ook voor de oude Romeinen. Naast de vele goden die ze aanbaden, geloofden ze in het Elysium, een paradijselijk oord waarheen je na je dood verkaste, onder voorwaarde dat je deugdzaam had geleefd. Vooral onder Romeinse soldaten was het cool om vlak voor een veldslag je makkers aan te moedigen naar de Elyseïsche velden af te reizen, waar ze elkaar na het sneuvelen terug zouden vinden in gelukzaligheid. Die gedachte is bij sommige religies nog steeds in zwang, maar dat terzijde.
     Aan die Romeinse soldaten moet ik vaak denken tijdens de vele koude, grijze en natte dagen die Nederland kent, zeker deze tijd van het jaar. Ook een groot deel van ons land behoorde pakweg tweeduizend jaar geleden tot het Romeinse rijk, en dus waren ook hier hun legioenen gevestigd. Het moet voor deze legionairs zo ongeveer de meest droevige uithoek van hun enorme rijk zijn geweest. Ik bedoel: kijk uit het raam en zie jezelf lopen als soldaat met je katoenen rokje, ijzer op je kanis en rond je torso en sandalen aan je voeten. Overal grijsheid en een landschap om van te huilen. En dat terwijl je voor hetzelfde geld in Dalmatia, Aegyptus, Aquitania, Macedonia, Syria, Lusitania, Iudaea, Sardinia, Tarraconensis, Gallia, Cappadocia enzovoorts gelegerd zou kunnen zijn, landschappen die je ogen streelden, waar cipressen, olijven en druiven groeiden onder een lazuurkleurige hemel. Maar neen, je missie werd Germania Inferior, zoals de Romeinen onze regio noemden, een oord dat zo ongeveer het tegengestelde was van het hun beloofde, paradijselijke Elysium.
     Hoe groot zou het ongeloof zijn onder de alhier gesneuvelde legionairs die nu prinsheerlijk op de Elyseïsche velden vertoeven, wanneer je ze uit zou leggen dat inmiddels achttien miljoen mensen op basis van vrijwilligheid op dit naargeestige vlakke land leven? En hoevelen er nog op de deur kloppen in de vurige hoop toegelaten te worden?

Elyseïsche velden