American Primeval heet de miniserie die ik volg op Netflix. Ik hou van dit soort verhalen. Het speelt zich af in de lege ruigte van Utah, midden 19e eeuw. Het landschap is overweldigend: eindeloze vlakten, wouden en het ijzige Wasatch-gebergte, onderdeel van de machtige Rocky Mountains. In de serie zie je pioniers op weg naar het westen, premiejagers, blauwjassen (het leger) en sektarische mormonen die de mythe koesteren dat een opperwezen, speciaal voor hen, een aards koninkrijk heeft gereserveerd in dit onontgonnen land. Zij allen betreden ongevraagd de grond van de
native Americans.
Vroeger bij het cowboytje spelen (geen kind doet dat nog) was ik liever indiaan dan cowboy. De eerste deed
het met een pijl en boog. En hij was dapper en wijs. En hij had adelaarsveren op zijn hoofd. In mijn jeugd vormden meeuwenveren het alternatief.
Alles aan De Indiaan vond ik geweldig. Apache, Sioux, Cheyenne, Kiowa, Arapaho, Pawnee, Shoshone, Comanche, Cherokee, Huron, Ute, Blackfoot, Mohawk. Pure poëzie. Zoals gezegd spraken deze nobele wilden me ontzettend aan. Nu nog eigenlijk, ofschoon ik weet dat inheemse Amerikanen vaak helemaal niet zo nobel waren. Het waren 'gewone' luitjes, dus soms net zulke etterbakken als de rest van de mensheid. Zo zagen sommige 'roodhuiden' er geen been in om concurrerende stammen kalt te stellen, vaak op een weerzinwekkende manier: scalperen, squaws verkrachten. Hét verschil tussen hen en de westwaarts trekkende 'bleekgezichten' blijft echter overeind: de laatsten waren indringers, landdieven, ziekteverspreiders en niet zelden natuurbarbaren.
Rood, wit, geel, bruin, zwart: mensen jagen overal hetzelfde na. Soms gebeurt dat op een vreedzame manier, soms niet. Plussen en minnen. Zo ben ik een uiterst beminnelijk heerschap, maar net zo vaak iemand om op te schieten. Doe gerust, maar wel graag met pijl en boog. En dan recht door het hart. Aan lijden heb ik een broertje dood.
Filmtrailer zien? Klik
HIER