zondag 5 oktober 2025

Als God in Frankrijk

Ik zit weer eens te luilakken op een bankje bij de jachthaven. Niemand om me heen en geen wolkje aan de lucht, letterlijk. Bovendien is het zo windstil dat ik het IJsselmeer niet hoor kabbelen, noch het oevergewas ruisen. De rust. Het hoofd lichtjes opwaarts gericht, baad ik met dichte ogen in de lage oktoberzon die recht op mijn toet staat.
     Ineens maakt aan de binnenzijde van mijn oogleden het warme oranjerood plaats voor dreigend donkerpaars. Ik open de luiken, schrik van het silhouet dat pal in mijn zonnetje staat. De blik scherper gesteld, zie ik een heerschap met een aangelijnde teckel.
     ‘Als God in Frankrijk,’ zegt de man met een lachkrulletje. 
     ‘Inderdaad,’ is het enige wat ik zo gauw weet uit te brengen.
     Zijn teckel besnuffelt intussen ongevraagd mijn broekspijpen. Dat mag, ik heb niks tegen honden. Integendeel, zeker teckels. Ik ga verzitten, aai het beestje over zijn kop, zijn nek, zijn lange rug.
     ‘Is hij of zij een ruwharige of een langharige,’ vraag ik om maar wat te zeggen.
     ‘Ruwharig, maar op zijn kop is het inderdaad wat aan de lange kant. Verder is-ie helemaal in orde hoor. Wel heeft hij last van zijn oortjes. Hij luistert gewoon nooit. Oost-Indisch doof, zeg je dan. Maar och, dat typeert het soort.’
     De man praat een tikkie geaffecteerd, net leuk. Hij doet mij in de verte denken aan een jonge Frits Bolkestein, qua uiterlijk maar vooral door zijn dictie. Welbespraakt, erudiet, een en al beschaving. Rechter bij de Hoge Raad, medisch directeur, kasteelheer?
     ‘Kom Dirk, we moeten verder. En u een fijne voortzetting gewenst.’
     Ik kijk het duo na over het smalle klinkerpad langs het water. De een kuiert, de ander trippelt parmantig. Ze verlaten het paadje en dalen trapsgewijs af naar de houten steiger die behangen is met pleziervaartuigen. Ergens halverwege stappen de man en zijn eigenwijze teckel over van de steiger naar het plankier van de Belle Brise, een elegant zeiljacht. Het past ze uitstekend. Bolkestein en Dirk op een patjepeeërig motorjacht zou hebben misstaan.

Frits Bolkestein in 1988                             Foto: Wikipedia






Geen opmerkingen:

Een reactie posten