zaterdag 9 augustus 2014

Straattaal

De stratenmaker zag eruit als een stratenmaker. Breed en kaal; een vet Mokums accent. Met hem wilde je geen ruzie. Hij ging aan de slag om mijn straatje – de ruimte tussen twee schuurtjes – te renoveren. Oude klinkers eruit, zand erbij, egaliseren en nieuwe tegels erin. Simpel, zou je denken, maar de stratenmaker vroeg mij harde keuzes te maken. Wilde ik dat mijn straatje gelijkmatig afliep naar de stoep, of wilde ik er een knik in? Wenste ik de zijkant afgewerkt met een strookje grit of verkoos ik een smalle reep van ‘gezaagde stenen’? Gaf ik de voorkeur aan halfsteensverband, blokverband of keperverband? Jemig, zei ik terwijl ik koffie voor hem neerzette op mijn grijze kliko. Daarna gingen de man aan de gang.
Opeens hoorde ik, aan de keukentafel de krant lezend, buiten hartgrondig vloeken. Toen ik mijn hoofd bezorgd om de voordeur stak, vertelde de stratenmaker dat hij gisteren zijn knie had verdraaid, en daar had hij nu verdomd veel last van. Jemig, zei ik inlevend. Daarna ging ik verder met lijmen door opnieuw koffie voor hem te zetten. Want hoewel ik met de gekwetste stratenmaker te doen had, wilde ik toch dat hij de klus 'vandaag nog' zou klaren. Het paste gewoon in mijn straatje.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten