Lelystad, mijn
dagelijkse eldorado, wordt het 2e Schiphol van Nederland. ‘We’ mogen
uiteindelijk doorgroeien naar 6,7 miljoen passagiers en 45000 vluchten per
jaar, las ik in de krant. Niet dat ik dát nog meemaak, want we spreken dan over
2043. Maar oké, het besluit ligt er en binnen drie jaar landen en stijgen hier
de eerste zilveren vogels, belooft men. Ik ben er blij mee, want hou zowel van
vogels als van vliegtuigen (ofschoon die elkaar slecht verdragen). Sterker: ik
hoor liever ieder uur een Boeing laag over gieren dan dat ik één keer per dag
mijn buurman achter de schutting hoor kniezen of mijn buurvrouw roddelen. Dat
zullen weinigen begrijpen, en dat moeten we vooral zo houden.
Het liefst bewoon ik een eenvoudig strandhuisje op Sint Maarten, ergens op Maho Beach, want daar schampen de Airbussen de parasolletjes. Ik zou me op dat tropische strand dan ook echt nooit vervelen, zeker niet in zo’n zonnig oord met die gerieflijk koelende passaatwind, de smaak van rum aan je verhemelte, de hol-fluwelen klanken van een steelband en een Antilliaanse dikbil die m’n schouders masseert, en zo. En dan apezat vanuit mijn luie strandstoel landende vliegtuigen en ander schoons spotten. Sint Maarten, mijn gedroomde eldorado.
Het liefst bewoon ik een eenvoudig strandhuisje op Sint Maarten, ergens op Maho Beach, want daar schampen de Airbussen de parasolletjes. Ik zou me op dat tropische strand dan ook echt nooit vervelen, zeker niet in zo’n zonnig oord met die gerieflijk koelende passaatwind, de smaak van rum aan je verhemelte, de hol-fluwelen klanken van een steelband en een Antilliaanse dikbil die m’n schouders masseert, en zo. En dan apezat vanuit mijn luie strandstoel landende vliegtuigen en ander schoons spotten. Sint Maarten, mijn gedroomde eldorado.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten