De in 1790 in Wales geboren George Everest wilde militair worden en zo geschiedde. Nadat hij de militaire academie had doorlopen, werd hij in 1806 uitgezonden naar India waar hij als aankomend officier diende bij de cartografische dienst. Met uitzondering van een onderbreking - hij was kortstondig actief op Java, in die tijd ook Brits grondgebied - zou hij bijna 40 jaar in India verblijven.
George Everest bleek over veel meetkundig talent te beschikken. Zo raakte hij rap betrokken bij de allernieuwste vorm van driehoeksmeting waarmee men het enorme subcontinent in kaart zou brengen. Niet alleen de meetkunde ging hem goed af, ook was hij voortdurend bezig met het innoveren van apparatuur, zoals het theodoliet. Uiteindelijk klom hij op tot Surveyor General of India, de hoogste post aldaar in deze discipline. In die functie, en met behulp van de destijds modernste apparatuur, trachtten Everest en zijn team het subcontinent in kaart te brengen waaronder de zogenaamde Himalaya-boog. Toen zijn termijn erop zat keerde hij in 1843 terug naar Engeland, verkreeg de titel ‘Sir’, ging met pensioen en stierf vredig in 1866 in zijn bedje in London.
Maar lang voor het zover was, werd Everest in India opgevolgd door Andrew Waugh. Onder deze Waugh werd het enorme land, inclusief de Himalaya-regio, verder in kaart gebracht. En onder zijn leiding kwam men enige jaren later definitief tot de berekening dat ze de hoogste berg ter wereld hadden gevonden. Tot dan toe nam men aan dat de Kangcenjunga met 8586 meter de hoogste was. Maar de nieuw gevonden puist telde 8848 metertjes. Hoewel de plaatselijke bevolking reeds namen voor de berg gebruikte (Chomolungma, zeiden Tibetanen; Nepalezen spraken van Sagamartha), verkozen de Britten de nuchtere aanduiding Peak 15. Andrew Waugh vond naderhand een welluidende Engelse naam toch passender (The British Empire verkeerde toen op het toppunt van macht) en stelde voor de berg naar zijn voorganger Everest te noemen. Heel eervol natuurlijk, maar George Everest was er bepaald niet blij mee. Want in de tijd dat híj nog als hoofdonderzoeker fungeerde, gaf hij er de voorkeur aan alle nieuw ingemeten locaties inheemse namen te geven. Denk aan toppen als Annapurna of Nanga Parbat. Dat zou ook moeten gelden voor de allerhoogste, vond Sir George.
Ondanks zijn bezwaren werd peak 15 in 1865, vlak voor zijn dood, toch doodleuk officieel tot Mount Everest gedoopt. Bijzonder daarbij is dat de hele wereld de naam vanaf het prille begin verkeerd uitsprak. George Everest sprak zijn achternaam namelijk niet uit als Ever-rest, maar als Eve-rest. (Ief-rest, in het Nederlands.) Maar kennelijk had hij niets te zeggen over de berg. En zo kwam het dat Mount Everest is vernoemd naar iemand die deze berg nooit in levende lijve aanschouwde, die dat hele benoemings-idee maar niks vond en wiens naam ook nog eens door iedereen verkeerd wordt uitgesproken. Leuk wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten