zondag 30 september 2018

Peter Koelewijn

Een licht huis, ik hou ervan. Hoe meer natuurlijk licht, hoe beter. Het liefst bezat ik een glazen dak zodat ik overdag naar de zon of de wolken kan turen en ’s nachts naar de maan en de sterren. Dat laatste doen mensen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten veel omdat ze, vanwege de hitte binnenshuis, op hun platte daken de nacht doorbrengen, die daar dan ook wel op zijn ingericht. Locals liggen zodoende, voor de komst van Klaas Vaak, lang naar de sterrenhemel te kijken, een uitspansel dat in die landen ook nog eens bovenaards mooi is. Wanneer je dat geregeld doet, kan het niet anders dan dat je betoverd raakt en tot inzichten komt die een nuchter mens zich amper kan voorstellen. Misschien ga je door al dat bovenaardse wel in een paradijs met tweeënzeventig maagden geloven die in dat schitterende hemelgewelf in aanbidding liggen te wachten op martelaren? Zou daarom op al die platte, vaak beslapen daken in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, misschien de kiem liggen van de ontvankelijkheid voor Kalasjnikovs en bomgordels? Zo ja, dan getuigt de tekst van Neêrlands eerste rocker van veel wijsheid: Kom van dat dak af.



woensdag 26 september 2018

Kosmopolitisch

De gespierde man droeg een zomers T-shirt. Met zwierige letters stond er Miami Surf Beach op. Waarom, wat wilde hij ermee uitdrukken? Misschien had de man het T-shirt in Miami gekocht, maar dat is allang niet meer iets om mee te pronken. Niet veel later zag ik ergens een obees vrouwmens waggelen, op haar T-shirt prijkte Brooklyn Athletics. Erg onwaarschijnlijk dat de vrouw iets met atletiek van doen had. Dus ook hier weer: waarom? Natuurlijk weet ik best wel waarom de gespierde man en de obese vrouw hun T-shirts droegen: het leek ze gewoon cool vanwege het sexy, fluwelen, kosmopolitische Engels. En verder betekent het niks, in sexy Engels: geen fuck.
Ook ik bezit een paar kledingstukken met Engelse onzinteksten. Op een van mijn T-shirts prijkt Wild Nature (plus de afbeelding van een gnoe). Wie, wat, waar wilde natuur? Ik? Wel eens gezien hoe ik me 's ochtends uit bed hijs?! Op een ander kledingstuk in mijn kast staat Vermont Mountain Experience. Nu heb ik toevallig ooit eens de bergen van Vermont bezocht, maar datzelfde geldt de duinen van Texel en ik heb nog nooit een T-shirt met Texelse duinbeleving gedragen. Conclusie: Ik en al die ontelbare dragers van vrijetijdskleding met Engelse opschriften, vinden nietszeggendheid heel normaal. Wat veel zegt.



zaterdag 22 september 2018

Mythos

De baai is fraai. Azuur vermengt zich met jade. Het strand fonkelt wit licht. Langs het kademuurtje liggen handbeschilderde vissersschuitjes te knikkebollen in de deining. Vanuit de diverse charmante tavernes kijken wij, toeristen, uit over al dit moois terwijl we ons te goed doen aan moussaka, gegrilde inktvisjes en Mythos bier. Gesterkt door deze schone sferen schieten wij - en iedereen in de door globale welvaart continu aanzwellende toeristenstroom - ontelbare plaatsjes die het paradijs bevestigen en onze vakantiereizen rechtvaardigen.
Waar we geen foto’s van maken is het plastic zwerfvuil of de zakken rottend huisafval langs de stoepen en straatjes (die men blijkbaar zelden inzamelt). Ook maken we geen foto's van de lange rijen voor de incheckbalies, het opgehokt zitten in Boeings of de files op de Autobahn. Of van de gore campingtoiletten, de naast je restauranttafeltje bedelende zwerfkatten vol vlooien of de giftige zee-egel onder je voet. Of van de op geld beluste obers, strandventers en verhuurders van ligbedjes. En over ons door reisstress en buikloop ontheemde gemoed reppen we ook al niet graag.
Doordat we voor het ene wel veel reclame maken maar het andere binnenskamers houden, ontstaat een vertekend beeld, zeg gerust een mythe. Eentje die schreeuwt om ontmaskering.



maandag 3 september 2018

Pruimentijd

Een Einstein ben ik zeker niet. Maar toch doe ik soms een ontdekking waarbij ik denk: allemachies, dit moét de wereld over! Zo spotte ik onlangs een nieuwe peer. Nu ben ik sowieso een perenfan vanwege de smaak, maar zeker ook door de sympathieke vorm en het fraaie groen. Voorwaarde bij peren is echter wel dat ze, vind ik, tamelijk hard gegeten dienen te worden, anders neigen ze naar weeïg en da moeje nie wille. Maar voor een stevige Conference kun je me altijd wakker schudden. Nu echter, wordt die sympathieke Conference wat mij betreft buitenom gepasseerd door de QTee, een schitterend stukje fruit dat rood lijkt aan te lopen van dit compliment. Een compact, blozend peertje met een niet al te opdringerige, maar heerlijk friszoete smaak. Kortom: de QTee-peer is een persoonlijke ontdekking van jewelste. Overigens gold dat evenzeer voor de Ori-mandarijn toen ik die twee jaar terug voor het eerste spotte. En in de pruimentijd had ik dat ook al met de Pink Lady. Maar goed, het is natuurlijk een kwestie van persoonlijke smaak, bovendien appels met peren vergelijken.
Iets anders: hierna volgt een poosje radiostilte mijnerzijds. Want ja, ik peer 'm.