Wie als Nederlander San Fransisco of Arizona op z'n Amerikaans uitspreekt, dus iets als Sènfr’nsisco of Èwrizone, loopt kans voor aansteller te worden uitgemaakt. Of voor iemand die hoognodig wil uitdragen dat-ie kosmopoliet is. ‘Doe normaal en spreek Arizona gewoon uit als Arizona, net zoals iedereen hier!’ De bijzin is veelbetekenend, want eigenlijk wordt bedoeld: volg de kudde. Maar de kudde is onnavolgbaar. Want wie bijvoorbeeld Utah of Houston niet uitspreekt als Joetà of Joest'n maar op z'n janboerenfluitjes, kan direct op hoongelach rekenen. Hij of zij laat hiermee immers ongewild merken géén wereldburger te zijn maar een boertige heikneuter, wat ook al geen aanbeveling is. Conclusie: Arizona moet je op klompen uitspreken, maar Utah op cowboylaarzen. Tamelijk inconsequent dus, met gevolg dat je op eieren loopt, ongeacht je schoeisel.
Een tijdje terug passeerde ik, van achteren komend, een wandelaar op het fietspad. Hij schrok toen ik hem inhaalde en riep me woedend na: ‘Heb je geen bel of zo!’ (Nogmaals: hij wandelde op het fietspad!) Maar een paar dagen later gebruikte ik - wijzer geworden - in exact dezelfde situatie wél mijn fietsbel. Toen ving ik echter heel andere geluiden op: ‘Ja ja, rustig maar, je kan er toch makkelijk langs? Lul!’
Het is in onze samenleving kennelijk niet alleen vaak op eieren lopen, maar ook fietsen. Gek genoeg kun je dat nu juist wél consequent noemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten