zondag 26 september 2021

Tour de force

Ik vier momenteel vakantie, vandaar dit reeds eerder gepubliceerd (toepasselijk) blogje.

-----------------

Doodsbang te laat te komen, arriveren mijn begeleidster en ik veuls te vroeg op Schiphol. Zo vroeg dat we moeten wachten op het opengaan van de incheckbalies. 'Wachten' is vandaag sowieso het doemwoord, vaak in s-bochten. Na het inchecken sluiten we aan in de queue voor de paspoortcontrole. Dan door het scanpoortje en alsof dat niet voldoende is, word je ook vlugjes onder je armen en tussen je benen bepoteld door een onbekende in uniform. Bij dit alles houden marechaussees met snelvuurwapens je stuurs in de gaten. Reeds daarvoor had je je zakken moeten legen, je riem uit de lussen moeten sjorren om dat alles samen met je handbagage in de bekende plastic bakken te deponeren opdat ook je persoonlijke mikmak door de scanner vermag. Hartelijk dank, Osama Bin Laden & co! Maar goed, is dat allemaal achter de rug, kun je los op de taxfree spulletjes, die je nooit nodig hebt, en aan de koffie die viermaal overprijsd is. Maar nog veel ernstiger is de plotse confrontatie met al die duizenden medereizigers om je heen. Wie humane lelijkheid wenst te observeren, kan hier zijn hart ophalen: gebronsde silverbirds die zo nodig voor de vierde keer dit jaar naar Gran Canaria moeten; millennials met haarknotjes die vinden dat Zuid-Amerika niet mag ontbreken op hun lijstjes; Henk en Ingrid met de Telegraaf onder hun kleffe oksels op weg naar een all inclusive in Antalya; culturele types die denken meer status te verwerven door Myanmar of de Hermitage in Sint-Petersburg af te vinken; stedentrippers met Lissabon of Rome op het programma; glitterfashionado's die zich willen spiegelen aan Abu Dhabi; snelle jongens op weg naar een businessdeal in Shenzhen; wij tweetjes, die hier naadloos tussen passen. Afijn, ben je uitgekeken op deze deerniswekkende massa, dan volgt de gruwel van het lange wachten bij het boarden, het benauwde installeren op te krappe stoeltjes, het lijdzaam toezien hoe alle vliegprocedures worden voltooid, het aanschouwen van de routineuze veiligheidsinstructies van in het gangpad theatraal gebarende stewardessen en het onverstaanbare gemompel in de microfoon afkomstig van een verveelde buschauffeur alias piloot. En uiteindelijk – vele uren later dan dat je je eigen voordeur uitstapte – ga je de lucht in op weg naar je hopelijk zonnige bestemming. Diezelfde bestemming bereik je overigens pas horroruren later, want eerst moet je je een lange tijd koest houden in die benauwde cabine, het gelul of gesnurk van je buurman of -vrouw aanhoren en ten slotte dien je je op de luchthaven van bestemming opnieuw door allerlei procedures heen te worstelen. Maar dan, zowaar, begint aan het einde van de tunnel een beetje licht te gloren. Helaas ontstaat dan direct het volgende probleem: vanaf nu moét je gelukkig zijn. En je moet zien te vergeten dat je op dezelfde manier terug moet. Dat dat ons af en toe lukt, is wellicht het meest wonderlijke van deze hele tour de force.

zondag 19 september 2021

Wezensvreemd

De donut kenmerkt zich door zijn gat. In een filosofische bui vroeg ik me af of dat gat onderdeel is van de donut of niet.
Een gat is niks dan lucht. Hoewel lucht op zijn beurt bestaat uit stikstof, zuurstof, een beetje waterdamp en nog wat soorten gas, bevindt zich er een optisch niks. Bovendien voegt dat ‘niksige’ gat geen enkele smaaksensatie toe, wat toch de essentie is van lekkernij. Dus nee, het is niet echt onderdeel van de donut. Toch kun je ook stellen dat een donut geen donut is zonder die leegte in het midden. Dat maakt het gat tot een metafysisch onderdeel van de donut. Dus zeg het maar.
Ook in mij zit veel niks, oftewel lucht, al dan niet gebakken. Hoe vluchtig die uit stof en gas bestaande lucht ook is, hij maakt (tijdelijk) deel uit van mijn entiteit. Hetzelfde geldt overigens feces, urine en nog wat lichaamssappen. Zolang dit alles zich in mij bevindt, behoort het tot mijn 'ik'. Maar zodra het mijn lichaam verlaat, zijn ze wezensvreemd. Dit proces maakt mij een toevallige verzameling deeltjes die drijft op een banale brei van (vluchtige) stoffen, een constatering die de gedachte van de mens als hogere levensvorm een tikkie ondermijnt. 
Maar daar heeft men in de loop der eeuwen iets op bedacht: we hebben - als enigen - een geest, sommigen spreken over de ziel. Briljant, maar diezelfde geest bleek zo fantasierijk, dat hij ons in staat stelde een donut te creëren, een zoete lekkernij met een gat in het midden. Vervolgens ontstond - bij mij althans, maar ik ben vast niet de enige - de diepzinnige vraag of dat gat nu wél of niet bij de donut hoort. En we zijn weer terug bij af.



zondag 12 september 2021

Symboolpolitiek

Deze weken mogen nabestaanden van de vliegramp met de MH-17 hun schrijnende verhaal vertellen tegenover het hof. Velen maken gebruik van dit spreekrecht, hetzij in de rechtszaal of, in geval ze zich op afstand bevinden, door middel van een videoboodschap. Weer anderen laten een advocaat hun emotionele verhaal vertellen. Hoe dan ook, op indringende wijze beschrijven nabestaanden het verdriet dat hen zo plotseling overviel. Sommigen claimen zelfs dat pas wanneer de schuldigen aangewezen en bestraft worden, ze ‘eindelijk dit verschrikkelijke hoofdstuk kunnen afsluiten'. Er heerst kennelijk nog steeds erg veel verontwaardiging en verdriet. In een kwaliteitskrant las ik zelfs dat een rechter tijdens de serie toespraken tranen in haar ogen kreeg, wat ik opmerkelijk vind, althans bij iemand in een functie waarin de ratio bepalend hoort te zijn. Het zal aan mij liggen, maar ik begrijp niet wat het (op deze schaal) persoonlijk uiten van leed onder nabestaanden, te maken heeft met een goede rechtsgang.

De ramp voltrok zich in 2014 boven het oostelijke deel van Oekraïne doordat de bemanning van een raketinstallatie zich gruwelijk vergiste. Ze dachten op hun radar een vijandelijk vliegend object waar te nemen. Helaas bleek het een verkeersvliegtuig te zijn dat niets had uit te staan met de gaande strijd tussen het reguliere Oekraïense leger en de separatisten die zich inzetten voor afsplitsing met Kiev. Het is geen geheim dat de laatsten hierin op schimmige wijze worden bijgestaan door Moskou. Dat laatste lijkt mij echter voor de nabestaanden van MH-17 niet zo heel relevant, want maakt het echt veel uit welke onbekende per abuis je geliefden de dood injaagt? Bovendien, wie was hier de grootse boosdoener? Degene die op de knop drukte, de radarspecialist, de dienstdoende commandant, het Kremlin, Poetin, de vliegtuigmaatschappij die over oorlogsgebied vloog? Maar vooral ook: helpt dit alles nu echt bij de acceptie van het verlies van dierbaren?
Maar goed, mijn logica is niet sluitend, dus dat terzijde. Waar het in mijn ogen wél om draait, is de vraag of het neerhalen van MH-17 een misdaad of een ongeluk was. Alles wijst - ondanks alle beschuldigingen - op het laatste. Een enorme stommiteit was het, een blunder in een oorlogssituatie. Op slagvelden is dat helaas schering en inslag. Ook Westerse legers grossier(d)en hierin.
Het blijft mij daarom verbazen dat nabestaanden nu, na al die jaren, gefaciliteerd worden hun verdriet en gemis te uiten tegenover de rechtbank, maar misschien nog wel meer dat zovelen hiervoor inderdaad achter de microfoon of voor de camera kruipen. Oké, het is fijn je hart te kunnen luchten - het scheelt een loopje naar de therapeut. Bovendien genereert het aandacht, een niet te onderschatten factor in de huidige tijd. Maar – mijn hoofdvraag – wat moet een rechter hiermee? Subvraag 1: Hoe groot is de rol van smart in de rechtszaal? Subvraag 2: Geven deze voordrachten antwoord op de vraag of de ramp met de MH-17 moord was, of vergismoord of dood door vergissing? Meer dan subtiele verschillen.
Toegegeven, ik ben niet thuis in de rechtspraak; het ontbreekt mij domweg aan juridische kennis. Maar mocht het uiten van verdriet er toch toe doen in een strafproces, dan weet ik er nog wel eentje.

Sinds de smartphone in het straatbeeld verscheen, zijn zeer velen slachtoffer geworden doordat verkeersdeelnemers druk-druk-druk waren met hun mobieltje. De afgelopen twee decennia leidde dat tot talloze doden en gewonden waarvan sommigen tot levenslange invaliditeit zijn veroordeeld. (Volgens de Nederlandse Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid betreft het jaarlijks circa 600 doden of ziekenhuisgewonden.) De schuldigen hadden natuurlijk nooit de intentie dit leed te veroorzaken, maar hun neurotische smartphonegedrag besliste helaas ander. Aan dit gesmoes hebben nabestaanden natuurlijk geen enkele boodschap; zij moeten verder zien te leven nadat hun dierbaren uit het leven zijn gerukt of anders levenslang gekluisterd aan bed of rolstoel. En dat door stommiteit van derden. Worden de 'mobieltjesverslaafde' overtreders voor een tribunaal gedaagd? Worden de talloze nabestaanden van verkeersslachtoffers ook gefaciliteerd om en masse hun verdrietige verhaal voor de rechter te houden? (Zou overigens een aardig alarmsignaal afgeven.) Wordt er een monument opgericht voor hen die omkwamen door gebruikers van iPhones, Samsungs en Huawei's? Natuurlijk niet, het zou ook ietwat overdreven zijn, maar dit soort zaken vinden wel plaats naar aanleiding van MH-17. Best vreemd eigenlijk, want die ramp vond alweer zeven jaar geleden plaats, terwijl de kanker van de appende, swipende of babbelzieke verkeersdeelnemer voortwoekert terwijl ik zweterig dit lapje proza zit te typen.

Ik vrees dat het verschil tussen de MH17-doden en het voortdurend groeiende aantal mobieltjes-slachtoffers een politieke is, misschien ook vanwege de schimmige Russische inbreng. En in de politiek zijn symbolen nu eenmaal belangrijker dan feiten. Het verklaart de recentelijke facilitering van emotionele en ontroerende toespraken van nabestaanden van het bij vergissing neergeschoten verkeersvliegtuig boven Oekraïne. En dát binnenin een gerechtshof waar, nogmaals, de ratio behoort te regeren. Terwijl buiten de muren van deze zelfde rechtszaal zovelen als zombies over hun mobieltjes gebogen door het leven gaan, menigeen als verkeersdeelnemer, met alle gevolgen van dien. 
Hoe we vanwege die ene begane stommiteit heel theatraal alle registers opentrekken. Terwijl we over een andere - die met de dag meer leed aanricht - de schouders lijken op te halen.


zondag 5 september 2021

Proletariaat

Een mooie zondagmorgen in september. Ik was vroeg op pad en fietste door het nabij gelegen Golfpark. Op het riante buitenterras van een van de villa's stonden een vrouw en een man van in de zestig, beiden in donzige badjassen gehuld, een zachtgele en een witte. De twee babbelden genoeglijk in de nazomerzon, mogelijk over het oogstrelende vlies van ochtenddauw dat hun borders en gazon deed glanzen. Het leken me aardige luitjes, zeker gezien hun uiterst opgewekte goe-de-mórre-ge richting mij, de passerende fietser.
Bij hen die buitenshuis 'binnenkleding' dragen is, moet ik stiekem toch even denken aan het volk dat in vroeger tijden ietwat denigrerend tot het proletariaat werd bestempeld. Denk aan een ma Flodder-achtige slons met een aureool van krulspelden, een peuk in het hoofd en een vormeloze peignoir om het lijf. Tegenwoordig kan binnenkleding, mits smaakvol, echter heel wat anders uitstralen: wellness, verzorging, lifestyle en ja, ook geld. Het stel in hun riante villatuin leek me er het perfecte voorbeeld van. Met het proletariaat hadden de twee Golfpark-bewoners in hun donzige badjassen vast weinig op, hoezeer Marx en Engels ruim anderhalve eeuw geleden in hun manifest ook riepen: 'Proletariërs aller landen, verenigt U!' Hoe de ideeën van deze twee revolutionaire denkers later in de praktijk uit zouden pakken weten we inmiddels, maar dit geheel terzijde.
Ikzelf bezit geen ochtend- of kamerjas. Wel een badjas, maar die draag ik zelden. In huiselijke cocon rondhangend, geef ik voorkeur aan mijn lubberende joggingpak, misschien wel het meest proletarische kledingstuk ooit. Enige voorzichtigheid is daarom geboden. De scheidslijn tussen proletariër en proleet is dunner dan hetgeen je draagt. 

De Duitsers Karl Marx (links) en Friedrich Engels stonden in de negentiende eeuw
 met hun revolutionaire ideeën aan de basis van een socialistische arbeidersbeweging -
Marxisme genoemd - die later zou uitgroeien tot het communisme. Voor idealistische 
communisten was de bezitloze arbeider (de proletariër) de held van de samenleving.