zondag 31 oktober 2021

Voucher

Een lijzig woord waar ik geen goed gevoel bij heb. Voucher suggereert iets leuks en positiefs, denk aan een cadeaubon of vrijkaartje. Maar voorzichtigheid is geboden, dus let op de voorwaarden en kleine lettertjes, zeker bij bijzondere acties.
Allereerst de uitspraak. In de pruimentijd sprak menigeen - waaronder moi - voucher op z’n Frans uit, iets als 'foesjee'. Beetje dom, maar inmiddels weten we beter, ofschoon ik nog steeds verschillende variaties hoor. De een heeft het over een 'fousjer' terwijl de ander over een 'foutsjer' of 'foutjer' kwekt.
Maar goed.
Onlangs kocht ik, in een voor mij wel heel spontane bui, een voucher bij een grote hotelketen voor een aantrekkelijk prijsje. Hup, dat ding was binnen drie muisklikken besteld, naar me toe gemaild en uitgeprint. Nu nog een aantrekkelijk filiaal uitzoeken en een geschikte datum prikken, dacht ik. Dat laatste viel bitter tegen, want ofschoon de hotels van mijn keuze zeker geen volle bezetting kenden, bleken die vouchers slechts voor bepaalde kamers en op een zeer beperkt aantal data (de minst courante) te gebruiken. Kortom, ik kon ermee niet terecht op de dag(en) die ik me had voorgenomen. Had ik dat beter kunnen of moéten checken? Ja, maar ook weer niet, want de beschikbare data krijg je bij deze voordeelactie pas onder ogen nadat je je voucher hebt besteld en betaald. 
Slim bedacht van de bekende hotelketen met de kaketoe. Maar als klant zeg ik: foutjer bedankt.

zondag 24 oktober 2021

Olive Kitteridge

Op dvd zag ik onlangs de korte HBO-dramaserie Olive Kitteridge. Vond ‘m mooi, heel mooi. Het verhaal draait om een echtpaar met hun enige zoon. De man en de vrouw zijn tegenpolen. Hij, apotheker, is een sympathieke goedzak, een pleaser. Zij, Olive Kitteridge, is een kille bitch en niemand kan die rol beter vervullen dan Oscarwinnares Frances McDormand. (Denk hierbij ook aan haar rol in Three Billboards outside Ebbing, Missouri.) Vanzelfsprekend is Olive onderhuids veel meer dan een bitch, dit geheel volgens de filmwetten. Zij is op haar manier ook zorgzaam voor anderen, bovendien een pittige onderwijzeres, fanatiek tuinierster en een warm hondenvrouwtje. Maar drama, ergernis, frustratie, hardvochtigheid en verdriet zitten altijd op haar schouder, met dank aan haar karakter én zwarte familiegeschiedenis. 
Veel meer vertel ik niet over dit in totaal vier uur durende kijkplezier. Plezier? Jazeker, voor mij niet in het minst door de locaties. De serie speelt zich namelijk af in de staat Maine, de meest noordoostelijke van Amerika. Maine maakt, samen met New Hampshire, Massachusetts, Vermont, Connecticut en Rhode Island, deel uit van het gebied dat we kennen als New England. Een beeldschone regio die zich kenmerkt door groene bergen, de in het najaar beroemde Indian Summer, de mooie stranden en knusse haventjes langs de Atlantische Oceaan, de veelal kleine steden en dorpen met hun witte, houten huisjes en kerkjes alwaar het bijzonder goed toeven is, mede doordat het een van de meest welvarende regio’s van Amerika is. Enigszins logisch dat het eveneens de meest vredige, liberale én (NW-)Europees aandoende streek van de VS is. Of hoofdfiguur Olive Kitteridge dit alles ook zo ervaart betwijfel ik, maar dat maakt dit karakterdrama als geheel niet minder sterk.

Benieuwd naar actrice Frances McDormand en enkele filmfragmenten? Klik HIER

Voor de officiële trailer, klik HIER

zondag 17 oktober 2021

Wervelkolom

Onze motorboot ketst als een platte steen over de turkooizen kustwateren. Achter het stuurrad staat een Griekse god voorzien van een witte lach, ruig stoppelbaardje, donkerblauwe polo waarop Captain staat en een spiegelende Ray-Ban voor zijn wimpers. Hij vervoert vijf (minder goddelijke) toeristen naar sprookjesachtige zwemplekken: de Deense moekes Freya en Inge, de dikkige Karl uit Wenen in zijn te kleine zwembroekje en wij tweetjes, Jut en Jul uit de polder. 
De zeegod vraagt het uiterste van zijn brullende buitenboordmotor. Waar de nog jonge Neptunus echter geen rekening mee houdt, zijn de fysieke gesteldheden van zijn vijf seniore passagiers. Die dienen zich op alle manieren schrap te zetten om de stuiterende klappen van de speedboot op te vangen. Vooral de dikkige Karl uit Wenen in zijn te kleine zwembroekje en ik zijn de pisang. Wij, de twee (meest) mannelijke passagiers, hadden bij het uitvaren op advies van de Captain op het voorsteven plaatsgenomen. ‘So you can enjoy the view better,’ had hij ons als aansporing meegegeven. Enige sadistische humor bij Neptunus lag hieraan mogelijk ten grondslag, want eenmaal op tempo blijkt dat er voor Karl en mij op het gladde voordek van 'view' weinig sprake is, druk als we zijn ons amechtig vast te klampen aan de reling, panisch om als rodeorijders te worden gelanceerd en nooit meer teruggevonden in de bruisende Ionische Zee. Bij elke klap van onze razende boot op de golven voel ik hoe mijn wervelkolom als een schokbreker in elkaar wordt gedrukt om vervolgens weer met geweld te worden uitgerekt. In gedachten zie ik mezelf volgende week, weer thuis in de polder, al kromgebogen aanmelden voor de balie van een dure rugkliniek.
Eenmaal op de beeldschone zwemlocatie aangekomen, is de ellende gelukkig snel vergeten. Maar heel lang duurt de pret niet want al gauw moeten we verder, naar een volgend parelstrandje. Neptunus heeft vandaag namelijk nóg een paar klanten die zijn beurs moeten spekken.
Conclusie: de Griekse goden gaan erg met hun tijd mee. De rugklinieken hopelijk ook.

Een onherkenbare, nietige zwemmer in groots landschap.
Het einddoel van onze helse boottocht maakte veel goed.


zondag 10 oktober 2021

Inzichten

Herhaling.
------------

Zelden heb ik me zo begrepen gevoeld als onlangs tijdens het lezen van een artikel van Svend Brinkmann. Vrij vertaald beweert de jonge Deense professor dat we eens moeten ophouden met dat zogenaamd positieve denken en dat we vooral niet meer aan onszelf moeten werken. Hij raadt eenieder daarom aan zijn/haar coach (of andere paardenfluisteraar) direct te ontslaan, alle zelfhulpboeken uit het raam te mieteren, die malle ontwikkeltrajecten en vage zweefcursussen die je werkgever je ongevraagd adviseert te weigeren en daarbij wat vaker de hakken in het zand te steken. ‘Beheers je, loop vooral niet met je gevoelens te koop en onderdruk je emoties als het kan.’ In dat verband houdt hij zelfs een pleidooi voor de oude stoïcijnen. 
Svend Brinkmann adviseert ook. 'Hervorm niet te veel en vind jezelf niet steeds opnieuw uit; richt je daarentegen meer op de menselijke zaken om je heen.' Ik zou daar graag aan toe willen voegen: zet bescheidenheid weer op je agenda en stop met de aandachttrekkerij. Kap nou eens met het schieten van plaatjes of filmpjes van jezelf om die vervolgens rond te laten zingen op de socials. En o ja, steek vooral die selfiestick diep in je reet. Stop dat vertoon van je uiterlijk, je kookkunsten, interieurs, vakantiereizen, kwalen, relaties, persoonlijke akkefietjes, meningen, inzichten, kortom met je tomeloos (on)interessante bestaan via podcasts, vlogs en blo… 
Oeps! Sorry en tabee.

zaterdag 2 oktober 2021

Vissen

Dit blogje publiceerde ik ruim vijf jaar geleden ook al. Wegens afwezigheid grijp ik naar de kracht van herhaling.
------------------------------------

Ze leunden over de reling van de ferry die ons van Athene naar het eiland Andros voer. Eigenlijk leunden de twee Griekse bakvissen meer tegen elkáar aan, zoals gebruikelijk bij hartsvriendinnen van een jaar of 13, 14 die steun zoeken tegenover de aanstormende wereld. Vrijwel identiek oogden ze: kort zomerbroekje, kleurig hemdje, donker paardenstaartje. De ene een beetje mollig, de ander iets dunner. Plots slaakte de dunne een schreeuw van opwinding. Wij, de andere passagiers op het achterdek van de Evia Star, keken verschrikt op en volgden daarna de wijzende vingers van de twee meiden. Daar, ergens aan bakboord, sprong, dook en spiraalde een groep dolfijnen naar hartenlust over en door het koningsblauwe water. Wat een schoonheid en souplesse; Epke Zonderland leek er een paralympisch atleet bij. En dat alles hadden we te danken aan de oplettendheid van de aan elkaar verkleefde bakvissen die ons wezen op de vissen aan bakboord. Aardige woordspeling, merci, maar echt kloppen doet ze natuurlijk niet, want dolfijnen zijn geen vissen.
En de twee pubermeiden? Ook toen de groep tuimelaars allang weer uit beeld was, bleven ze dromerig over de reling hangen, dicht tegen elkaar, hun paardenstaarten wapperend in de Meltemi. Aan de einder zakte een honingkleurige zon naar de langzaam dovende schittering van de Egeïsche Zee.