donderdag 27 januari 2022

Moddergat

Vrijwel iedere dag sta ik bij de voor- of achterdeur mijn schoeisel uit te kloppen. Dat ligt deels aan de diepe groeven in de zolen, want mijn schoenkeuze is grotendeels gericht op het buitenleven. Maar voor een nog groter deel ligt dat aan het land waarin – en waarop – ik leef. Nederland wordt niet gekenmerkt door tulpen en molens, maar door bagger. Logisch, we bevinden ons in het afvoerputje van noordwestelijk Europa, een vlakke rivierdelta vol klei en slib. En als het gedurende het overgrote deel van het jaar boven die delta ook nog eens grijs en vochtig is (tip: geloof de rooskleurige statistieken van het KNMI nooit), dan krijg je een hardnekkige prut van sublieme kwaliteit. Een beetje slimme boer loopt daarom op klompen. Maar ik moet weer zo nodig naar een fancy outdoorshop om stappers aan te schaffen die zijn voorzien van ruig gekerfde zolen waarin de modder zich ophoopt. Dom, zeker voor een stadsheremiet die, op zoek naar afzondering en stilte, graag de geplaveide paden achter zich laat.
    Sorry lezers, het is nu eenmaal mijn stokpaardje, maar landschappelijk is Nederland een armoedig oord vol blubber waarbij het grijs domineert. Moddergooien is hier niet voor niets nationale sport. Met motor- en fietscross zijn we ook steengoed. En onze baggeraars zijn absolute wereldtop. Wie daarom ons land in miniatuur wil bewonderen, dient niet Madurodam te bezoeken, maar Moddergat, het dorpje in het noordoosten van Friesland. Het is klein, vlak en propperig, maar ook is het er vreedzaam en welvarend en dus best goed toeven, ondanks de grijsheid bóven en de kleiige prut ín de grond. Precies Nederland dus.

Moddergat vormt samen met Paesens een zgn. tweelingdorp.
Volgens sommigen een van de mooiste dorpen aan de Waddenzee.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten