zondag 7 mei 2023

Anne Frank

Mijn verkering en ik bewandelen een zogenaamd klompenpad, een bewegwijzerde route over landelijke, veelal onverharde weggetjes. Dit keer lopen we door het lommerrijke gebied iets ten zuiden van Schaarsbergen. De route voert ons langs hotel Groot Warnsborn dat geheel door bladgroen wordt omlijst. Dit riante buitenverblijf gepasseerd, wandelen we over het bijbehorende landgoed, een lustoord met elegante gazons, kleurrijke bloemperken, tierelierende vogels en bruisende waterloopjes waarover romantische boogbruggetjes. Bij zo’n houten bruggetje staat een informatiebord. Het vertelt ons dat Anne Frank en haar vader Otto in september 1941 korte tijd in dit etablissement logeerden. Het bewijs daarvoor leverde een ansichtkaart, waarop een afbeelding van het hotel, die Anne destijds naar haar in Amsterdam gebleven moeder Edith stuurde. Ze beschreef daarop hoe fijn ze het verblijf hier vond. De ansicht dook na de oorlog op in Bazel waar Otto Frank - het enige gezinslid dat de oorlog overleefde - in 1952 naartoe verhuisde. De kaart is nog immer in Zwitserse conservatie. Een duplicaat was ook lange tijd te bewonderen in het Anne Frankhuis en is nu - commercieel slim - te zien in dit hotel.
     Anne.
     Jemig! Dus waar wij staan, misschien wel op exact dezelfde plek in deze betoverende landgoedtuin, huppelde die later door haar dagboek zo beroemde deerne rond tijdens haar korte vakantie met paps. Gewend aan druk Amsterdam, heeft ze hier in 1941, zoals ze aan mams schreef, genoten van de idylle rondom hotel Groot Warnsborn. Wat een gruwelijk contrast moet dat geweest zijn met Bergen-Belsen waar ze een kleine drie jaar later, op haar vijftiende, samen met haar achttienjarige zus Margot belandde. En, ja sorry hoor, meteen sla ik weer aan het fantaseren. Over hoe Anne Frank in haar terminale fase - angstig, verhongerd, vervuild, lijdend aan vlektyfus - tijdens haar laatste koortsdromen nog eventjes terug was bij de bruisende beekjes, tierelierende vogels, kabbelende waterpartijen en romantische boogbruggetjes van Groot Warnsborn. 
     Met m'n gedachten nog in de weerzinwekkende barakken van Bergen-Belsen (ook zus Margot bezweek er), sluit ik langzaam aan bij mijn verkering die iets verderop bezig is een stel dobberende mandarijneenden op de kiek te zetten. Deze kleurrijke exoten kwamen hier tijdens de oorlogsjaren nog niet voor. Pas later - na ontsnapping uit gevangenschap - vestigden de prachtvogels zich in verwilderde vorm permanent op dit landgoed. Maar dat was dus ver na Anne's tijd, wat jammer is. Ze had ze vast heel mooi gevonden.

Anne's kaart. De achterzijde is door haar geheel vol geschreven.
Aan het einde van WO2 brandde het oude hotel (bovenste foto), dat o.a.
gebruikt werd als recreatieoord voor Duitse militairen, geheel af.
In 1950 werd op dezelfde plek, dankzij gelden van het Marshallplan,
een nieuw landhuis gebouwd dat later wederom als hotel dienstdeed.
Na tal van verbouwingen en overnames verkreeg het zijn huidige vorm.
Maar nog altijd wordt dit lustoord omzoomd door prachtige waterpartijen,
terrassen, oranjerie, koetshuis, kapel, bloemen- en moestuinen.

Groot Warnsborn staat bekend om de kolonie mandarijneenden die zich
er heeft gevestigd. De eenden horen in Oost-Azië thuis, maar zijn hier
naartoe gehaald als kooidieren. Sommigen ontsnapten en plantten zich
 in de vrije natuur voort. De vogels nestelen o.a. in holle boomstammen.
De vrouwtjes zijn bescheiden gepenseeld, de mannetjes overdreven...

Foto: Carla Broeders


1 opmerking:

  1. Mooi verhaal. Groot Warnsborn is idd prachtig. Ik woon er vlakbij en wandel er vaak met de hond. Gr. Evert

    BeantwoordenVerwijderen