Mijn autootje was aan nieuw schoeisel toe. Aangezien ik hiervoor geen vast 'mannetje' heb, dook ikzelf op de wie-wat-waar-vraag. Ten eerste: welke bandenboer? De ene aanbieder krijgt mooie reviews, maar de andere vraagt voor dezelfde bandenset en arbeid een paar tientjes minder. Dan de banden zelf. Hun maat is uitgangspunt, maar daarvoor moet je wel met je knietjes op de kasseien (leesbril erbij) om hem af te kunnen lezen op het ingedroogde en versleten rubber. Vervolgens komt de keuze tussen zomer-, winter- of 4-seizoenenbanden. Dan zijn er nog de verschillende merken. De A-merken zijn mij wel zo’n beetje bekend, maar het aanbod van budgetrubber is ook interessant. Dus ga je voor de gevestigde orde of een goedkoper alternatief? Daarna laat internet je ook nog nadenken over je prioriteiten. De ene band maakt weinig rolgeluid maar scoort matig met brandstofgebruik. De ander doet het qua brandstof juist goed, maar krijgt minpunten bij regen. Het is, kortom, een bos met veel bomen, voor iemand met mijn besluitvaardigheid een energievretende queeste.
De keuze gemaakt – vier Vredestein Ultrac zomerbanden, 185x55xR15 82H – scrolde ik aan de wachttafel van KwikFit door De Telegraaf (ander leesvoer ontbrak) terwijl uit de werkplaatsen het geratel van pneumatische
wheel guns stevig doorklonk.
Een half uur later reed ik weer op huis aan. Me afvragend of het nieuwe rubber voor een andere rijbeleving zorgde, werd ik ingehaald door een zwarte Audi Q7 voorzien van zodanig brede banden dat ze niet zouden misstaan op een Formule 1-bolide. De monsterlijke SUV werd bestuurd door een man die op Humberto Tan leek. Eén meter boven het gewone volk verheven, passeerde hij me met een snelheid die ver boven de wet lag. Terwijl Humberto zijn Q7 zo voortjoeg, wierp diens imposante schoeisel een steentje op dat tegen mijn voorruit ketste. Zag ik nou een pitje in het glas?
Geen mens die het hoorde, maar mijn gescheld was bandeloos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten