Op het schermpje tikte ik mijn persoonlijke code in, wachtte een paar seconden, hoorde klink-klank-klonk en ziedaar: de voorgeschreven stemmingsverbeteraars lagen (achter een klepje) voor het grijpen. Maar tijdens deze gedachteloze handeling ontdekte ik, pal voor mijn voeten, een duif die zich tegen de onderzijde van de afhaalautomaat drukte. Zich kleinmakend keek de vogel met zijn rood omrande kijkertjes opwaarts, recht in mijn verbouwereerdheid. Vluchten deed hij niet, wel ondernam hij een paar trippelpasjes naar links en naar rechts, wat angst en onzekerheid verraadde. Het was een mooi diertje, zwart met een witte bef, een post- of sierduif. Duidelijk was dat hij niet in deze scène thuishoorde, de weg kwijt was, ontheemd zo zonder hok, til of soortgenoten. En dat op een troosteloze locatie waar vreemd rechtopstaande wezens op lange stelten met bijna net zo lange grijppoten medicatie uit een muur scoren. Pillen of poeders die hun kwalen moeten genezen, pijnen of gekten verdrijven. Wat mot je hier als duif?
De blik op de weerloze vogel die op deze treurplek beschutting dacht te vinden, overspoelde mij met erbarmen. De hardheid van Het Bestaan projecteerde zich op dit tere, gevederde vredessymbool. Het greep me dusdanig aan dat ik overwoog als een uitgehongerde neanderthaler in één woeste beweging al mijn zojuist gescoorde pillen in mijn mondholte te stouwen en knarsend weg te schransen ten einde van al het aardse gelazer af te zijn. (Dit schrijfsel bewijst dat ik daarvan afzag.)
Gelukkig (!) zag je ervan af je honger te stillen met die pillen (onbedoeld rijm). En...misschien dacht die duif er serieus over na om van zijn hok te verhuizen naar de luxueuze medicijnenkast. Misschien wilde hij/zij wel even kijken hoe je het deurtje open moest maken...Misschien he? 😊
BeantwoordenVerwijderen