Tijdens het doorspitten van oude familiealbums kwam ik
onderstaande foto tegen. Het betreft een verjaardagspartijtje tijdens mijn
jeugd in Manokwari, een kruimelig stadje in het goede oude Nederlands
Nieuw-Guinea, nu West-Papoea of Papua Barat geheten.
Half jaren vijftig. Op de achtergrond de palmbomen in de tuin
tijdens de invallende avond. Mijn grote broer is jarig. Hij staat in het midden
achter een tafeltje waarop een taart. Om hem heen een halo gevormd door de extended family aangevuld met kennissen, vriendjes en vriendinnetjes. Zelfs mijn
eerste schooljuf zit erbij: met bril, tweede van links onderin, een melkwitte
Hollandse vrouw op haar hurken. De meeste anderen zijn echter voorzien van gemengd bloed. Indo-Europeanen,
zogezegd. Een ratjetoe van kruisingen en verledens. Het jochie dat ik toen was zit
geheel rechtsonder in de hoek.
Diagonaal ten opzicht van mij, dus
linksboven, staat een Papoea. De man is zo donker dat je hem bijna niet ziet tegen de duistere bosschages; hij is vooral herkenbaar aan de knoopjes van zijn overhemd die oplichten in het flitslicht. De man is de enige autochtoon ter plekke en je zou verwachten dat zulks status of aanzien geeft. Maar
neen. In deze heerlijk naïeve, koloniale setting was deze Papoea de laagste in
de pikorde. De man hoorde er niet echt bij, zoals de foto ook laat zien - hij staat een tikkie 'los'. Hij was huisbediende en mocht de klusjes opknappen waar de anderen geen
trek in hadden, in ruil voor wat kleding, voedsel en een paar centjes. Onbedoelde apartheid? Oftewel racisme en discriminatie? Ik denk van wel. Maar toen hadden die woorden nog écht betekenis en werden ze zelden misbruikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten