zondag 9 april 2017

The Who

Op hoge snelheid dender ik over de Markerwaarddijk. Dat is de schuld van The Who, in de Sixties mijn favoriete band. Hun verzamel-cd scheurt uit mijn deurspeakers. Hard. En The Who, tja, daar gaat een beetje babyboomer nu eenmaal van jakkeren. Laat ik het daarom voor het gemak nog maar 'ns uitleggen, speciaal voor hen die denken dat de Sixties zoiets is als een kruising tussen de Romantiek en Franse Revolutie. 
Lieve jongens en meisjes, in de jaren zestig van de vorige eeuw had je twee Britse muzikale grootheden: The Beatles en The Rolling Stones. Daarachter vormde zich een kleine subtop met keigoede gitaarbands als The Kinks, The Animals, The Hollies en ja, ook The Who. Iedere groep had zo zijn eigen stijl. De Beatles en de Hollies waren van de fraaie melodielijnen. Stones en Animals flirtten met the blues. The Kinks waren een beetje upperclass. En The Who? Die was vooral van het ongepolijste teringlawaai. Frontman Roger Daltrey krijste zijn bronchiën aan flarden, Pete Townsend trachtte met armgebaren als molenwieken zijn Gibson-gitaar te verkreukelen en de doorgesnoven drummer Keith Moon (†) verbleef steevast ergens hoog in het universum. Slechts de coole bassist John Entwistle (†) hield zich aan Ruttes advies: doe normaal.
En daar rijd ik dan pakweg vijftig jaar later, op die lange rechte dijk, links het Markermeer, rechts het IJsselmeer - harder dan toegestaan. Maar ik ga pas echt los bij The Who's grootste hit, My Generation. Ach ja, de generatie die inmiddels aan de grote verdwijntruc is begonnen. Leun ik misschien daarom zo op mijn gaspedaal?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten