woensdag 30 mei 2018

Lelystad Airport

Vliegtuigen zijn lawaaierig en vervuilend. Dus was het te verwachten dat er nogal wat boze omwonenden opstonden tegen de opening van Lelystad Airport. Ze kregen hun zin, de ingebruikneming van de nieuwe luchthaven werd uitgesteld tot 2020. Maar tegen die tijd volgen er beslist nieuwe protesten, vooral vanuit Gelderland en Overijssel waar men het meeste last meent te hebben van laagvliegende Boeings.
Maar waarom dan geen protesten tegen de honderdduizenden recreanten die de campings, hotels, bungalow- en attractieparken in deze twee mooie provincies aandoen? Busladingen vol, en anders wel colonnes auto’s, caravans en motormuizen die het fraaie groen en de verstilde dorpjes teisteren. Het antwoord ligt voor de hand: al die toeristen en dagjesmensen brengen euro's mee waardoor de bezwaren (verkeersdrukte, herrie, vervuiling, aantasting van de natuur) smelten als poolkappen. Het toekomstig vliegverkeer van en naar Lelystad echter, zadelt Gelderland en Overijssel op met herrie waar geen euro's tegenover staan. Tja.
Wat we hier dus zien is een kwestie van eigenbelang. Maar dat zeg je niet hardop en dus vertaalt men het graag naar 'onbetrouwbaar regeerbeleid' of 'sjoemelende luchtvaart'. Prima allemaal, bovendien is er niks mis met eigenbelang. Maar een minder prettig kenmerk ervan is dat het vrijwel altijd haaks staat op het belang van iets of iemand anders. In dit geval haaks op het economische belang van Lelystad én het welzijnsbelang van bewoners rondom Schiphol. Overigens kies ik overmorgen vanuit laatstgenoemd vliegveld het luchtruim - sorry, omwonenden. Gek genoeg wil dat zeggen dat ik de komende tijd uit de lucht ben. Tabee.



zaterdag 26 mei 2018

Genesis

Ik bracht mijn fiets naar het Sidhadorp, de meditatiewijk in Lelystad. Hier repareert en verkoopt meneer Tadema al jaren tweedehandsfietsen in het houten schuurtje naast zijn woning. Terwijl we in die krappe werkruimte ‘mijn versnellingsprobleempje’ bespraken, kreeg ik het vermoeden dat Tadema een echte Groninger was en dat je zijn naam lekker vet als Thèademèa mocht uitspreken, wat ik toch maar niet deed. Hij klonk namelijk nogal in mineur en had daar alle reden toe.
‘De zaken gaan niet best, meneer, de markt is verzadigd.’
‘O,’ zei ik dommig.
‘En dan is er nog het internet, kun je als kleine zelfstandige niet tegenop.’
Dat was nog maar het begin, want Tadema stapte doodleuk over naar de Groningse aardbevingen (wrong daar de schoen?), verharding van de maatschappij, Trump, milieuverwoesting, de vluchtelingenstroom en weet ik wat. ‘Volgens mij staat de mensheid aan de vooravond van een catastrofe, meneer.’
Daar stond ik dan met mijn weigerende fiets tegenover een Groningse zwartkijker. Ik wist bovenal niet hoe ik de man moest plaatsen. Was hij met ‘zijn catastrofe’ een cynische realist? In dat geval had hij ongetwijfeld gelijk, want aan alles in het universum komt ooit een eind, vaak met het nodige vuurwerk. Of was hij juist van de kerk? In dat geval betrof het de Zondvloed en iets met Genesis en boetedoening.
Eerlijk gezegd maakte het me ook geen reet uit, zolang Tadema mijn fiets maar repareerde voor een schappelijk prijsje. En dat deed hij. Laat die catastrofe dus nu maar komen. Te beginnen in Groningen.



dinsdag 22 mei 2018

Een miljoen

Langs een door zonnevlekjes bespikkelde boslaan in Otterlo hield ik halt bij een beeldschoon villaatje. Hij was te koop. Minstens een miljoen, schatte ik, en die heb ik niet, helaas. Daarop moest ik denken aan het volgende.
Stel dat je van een gulle gever een miljoen euro kunt krijgen. Handje contantje, zomaar voor niets. Er is echter één maar: iedereen die je een beetje kent ontvangt het dubbele. Dus je familie, vrienden, kennissen, buurtjes, collega’s, studiegenoten, Facebookvrienden, leden uit de sportclub, kortom iedereen waar je een min of meer persoonlijke band mee hebt ontvangt twee miljoen euro. Het betreft al gauw heel, heel veel mensen. Van velen hou je onvoorwaardelijk, anderen waardeer je bovenmatig, sommigen vind je mwah, maar er zijn er ook waar je je groen en grijs ergert, een enkeling haat je zelfs. Onderzoek toont aan dat hierop velen afzien van hun miljoen.
Ofschoon we onszelf graag als goedwillend, soms zelfs als filantropisch zien, zijn we ook racende ratten die mekaar voortdurend fel beconcurreren. Kijk mij toch succesvol zijn met mijn miljoen! Maar als je buren er twee hebben, zak je een trede. Wil je dat?
Mijn begeleidster, inmiddels verder gewandeld door de boslaan, draaide zich om, zag mij dralen bij dat beeldschone villaatje, en riep: ‘Wat sta je daar nou?’



vrijdag 18 mei 2018

Majorettes

Mobiliteit is tegenwoordig heel gewoon. Ambassademedewerkers, werknemers van multinationals, topsporters, tropenartsen, ondernemers, mensen in de olie, offshore, weg- en waterbouw, ja zelfs onder gewoon kantoorpersoneel is (soms gedwongen) mobiliteit bestaansonderdeel. Maar juist het toch zo avontuurlijke Korps Mariniers heeft hier grote moeite mee. Hun kazerne in het Utrechtse Doorn voldoet niet meer waardoor ze moeten verkassen naar Vlissingen. Dat willen de zeesoldaten niet want ze zitten sociaal verankerd in het Utrechtse zand. Dus blijven deze geharde strijders graag in hun comfortzone, zo niet dan nemen ze ontslag, dreigen ze. Dat laatste zou - volgens hen - leiden tot meer gevaar. Mariniers zorgen immers voor orde en veiligheid waar ook ter wereld, menen ze. Ze worden – rijkelijk van premies voorzien - naar allerlei vuurhaarden in Verweggistan gestuurd om vrede en rust te brengen. Wat amper lukt en waarvan ze niet zelden als ptts-lijders terugkeren, maar dat terzijde. Maar naar het vredige Vlissingen wil het korps beslist niet, vanwege hun werkende partners en schoolgaande kindekes. Let wel, het gaat hier niét om een majorettekorps, maar om het Korps Mariniers. Naar verluidt rammelt het geraamte van oprichter Michiel de Ruyter in zijn tombe.



dinsdag 15 mei 2018

Stom

Slangen zijn voor mensen zelden echt gevaarlijk. Ze zijn bang voor ons waardoor ze bij een confrontatie doorgaans de benen nemen. Maar niét als je ze gaat pesten. Dat bleek toen onlangs ergens in Amerika een man en een vrouw in hun pickup truck over een landweg reden. De man zag een ratelslang de weg over kruipen. Het zou slim zijn het dier z’n gangetje te laten gaan. Het zou stom zijn het dier lastig te vallen. De man - tuurlijk betrof het een man - verkoos de stomme optie, stopte, stapte uit en probeerde de slang ‘handmatig van de weg te halen’. Hij werd daarbij gebeten. Het zou slim zijn om direct in zijn pickup te stappen en naar een dokter te racen. Het zou stom zijn de slang nogmaals lastig te vallen. Hij ging opnieuw voor de stomme optie en werd voor een tweede keer gebeten. Daarna strompelde hij naar de auto waarop zijn vrouw in ijltempo naar een ziekenhuis reed. Daar aangekomen bezweek de man.
Sterven door stommiteit is heel normaal, denk aan doe-het-zelven, huishoudelijke klusjes, roken, verkeersfouten en andere klunzigheid. Maar op een landweg stoppen, stoer uit je pickup truck stappen en je twee keer volkomen onnodig te laten bijten door een ratelslang, is wel heel erg stom. Maar ja, het was een man.



donderdag 10 mei 2018

Valsheid

Ik zit in de eerste klasse stiltecoupé van Den Haag naar Lelystad. In het rijtuig zitten twee seniore dames. Ondanks dat stilte-silence duidelijk staat aangegeven, praten ze luid. Natuurlijk praten ze, want twee naast elkaar zittende vrouwen die zwijgen, dat is even uniek als een driedubbele regenboog. Om die reden zie je vaak dat vriendinnen - jong én oud - die tot hun schrik bemerken dat ze in een stiltecoupé zijn beland, snel verkassen naar een ander rijtuig. Beppen is een vrouwending.
Behalve praatgraag zijn ook valsheid, kift, kinnesinne, afgunst en nijd veel voorkomende vrouweneigenschappen. Dat blijkt als in station Schiphol een zestal jonge buitenlandse toeristen met zware rugzakken in onze coupé plaatsneemt. De jongelui hebben duidelijk geen benul in de eerste klasse te zijn beland. Een van de praatzieke vrouwen vindt het daarom hoognodig er wat van te zeggen:
‘Zis is first class, you know?’
De jonge toeristen spreken matig Engels. ‘Fizz class? What is fizz class?’
‘You have to pay more euro's to sit here,’ antwoordt de kwebbeltante nuffig. De backpackers begrijpen de boodschap nu wel waarna ze zich, met hun zware bullen, terugtrekken op het benauwde balkon als opgehokt pluimvee. Ziezo, de twee dames lijken weer uiterst content.
Thuis gekomen, zoek ik naar de betekenis van ‘misogynie’. En knik begripvol.



zondag 6 mei 2018

Mondharmonica

Stilte, een staalblauwe lucht, een bankje midden in de polder. Eenvoudig geluk, heet zoiets. Tijdens een fietspauze zit ik hier te dromen, alleen op de wereld. Zo lijkt het, want uit het niets hoor ik achter me: ‘Mag ik u wat vragen?’
Een oude man staat naast zijn fiets, met zijn wollen handschoenen te warm gekleed voor vandaag. Hij vraagt of dit fietspad naar Zeewolde gaat. Ik bevestig. Dan brandt hij los:
‘U weet vast wel dat ik mondharmonica speel. Die heb ik gekregen van Jolanda, mijn dochter. Jolanda is met Nico. Ik heb ook nog een zoon, Martin, die is met een Indonesische vrouw, die doet iets met programma’s, iets voor computers. Ik moet veel op die mondharmonica spelen. Laatst zei de dokter nog dat ik ben genezen van de Alzheimer doordat ik zoveel op mijn mondharmonica speel. Ja, die kreeg ik toen mijn vrouw dood ging, twee jaar geleden. Die mondharmonica, die helpt echt hoor.’
Vervolgens gebeurt het onvermijdelijke. De man haalt uit zijn binnenzak een Hohner. Het instrument ziet er afgeleefd en uitermate smerig uit. Hij begin erop te blazen. Het klinkt vreselijk, maar als ik goed m’n best doe, hoor ik tussen vlokken spuug iets van een melodie. Eenmaal uitgespeeld, zegt hij me vriendelijk gedag en fietst weg in de tegengestelde richting van Zeewolde. Ik zit weer alleen. Mijn 'eenvoudig geluk' maakt plaats voor medelijden.



woensdag 2 mei 2018

Dodenherdenking

Twee minuten stilte. Daarmee herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik herinner me dat mijn vriendjes en ik, op 4 mei ergens in de jaren vijftig, iets voor achten naar een druk kruispunt liepen om te kijken hoe auto’s stopten en fietsers afstapten. Hoe een enkeling achter zijn stuur vandaan kwam en met ernstige tronie naast zijn Morris, Borgward of Simca ging staan. Tijdens de geforceerde stilte die erop volgde, vielen me ‘andere' geluiden op. Het intense ruisen van lindebomen, de melancholische zang van een lijster.
Stil zijn, we doen het in nationaal verband nog steeds, ook al ligt de oorlog heel ver achter ons. Best mooi en indrukwekkend, maar wordt het niet eens tijd om de Stilte zélf te herdenken? Want zoals het hier op 4 mei klinkt in die twee luttele minuten, klonk het altíjd. Bomen ruisten, vogels floten. Totdat de mens zich begon te manifesteren en binnen relatief korte tijd deze planeet op lawaaierige wijze naar de kloten hielp. En nu gunt hij moeder Aarde slechts twee gestolen minuutjes per jaar haar zo vertrouwde geluiden terug. En dát om zichzelf te herdenken. Je moet maar lef hebben.