Een oude man staat naast zijn fiets, met zijn wollen handschoenen te warm
gekleed voor vandaag. Hij vraagt of dit
fietspad naar Zeewolde gaat. Ik bevestig. Dan brandt hij los:
‘U weet vast wel dat ik mondharmonica speel. Die heb ik
gekregen van Jolanda, mijn dochter. Jolanda is
met Nico. Ik heb ook nog een zoon, Martin, die is met een Indonesische vrouw,
die doet iets met programma’s, iets voor computers. Ik moet veel op die mondharmonica spelen. Laatst zei de dokter nog dat ik ben genezen van de Alzheimer doordat
ik zoveel op mijn mondharmonica speel. Ja, die kreeg ik toen mijn vrouw dood ging, twee jaar geleden. Die mondharmonica, die helpt echt hoor.’
Vervolgens gebeurt het onvermijdelijke. De man haalt uit zijn
binnenzak een Hohner. Het instrument ziet er afgeleefd en uitermate smerig uit.
Hij begin erop te blazen. Het klinkt vreselijk, maar als ik goed m’n best doe, hoor ik tussen vlokken spuug iets van een melodie. Eenmaal uitgespeeld, zegt
hij me vriendelijk gedag en fietst weg in de tegengestelde richting van
Zeewolde. Ik zit weer alleen. Mijn 'eenvoudig geluk' maakt plaats voor medelijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten