‘De zaken gaan niet best, meneer, de markt is verzadigd.’
‘O,’ zei ik dommig.
‘En dan is er nog het internet, kun je als kleine
zelfstandige niet tegenop.’
Dat was nog maar het begin, want Tadema stapte doodleuk over
naar de Groningse aardbevingen (wrong daar de schoen?), verharding van de maatschappij, Trump, milieuverwoesting, de
vluchtelingenstroom en weet ik wat. ‘Volgens mij staat de mensheid aan de
vooravond van een catastrofe, meneer.’
Daar stond ik dan met mijn weigerende fiets tegenover een Groningse zwartkijker. Ik wist bovenal niet hoe ik de man moest plaatsen. Was hij met ‘zijn
catastrofe’ een cynische realist? In dat geval had hij ongetwijfeld gelijk,
want aan alles in het universum komt ooit een eind, vaak met het nodige vuurwerk. Of was
hij juist van de kerk? In dat geval betrof het de Zondvloed en iets met Genesis en boetedoening.
Eerlijk gezegd maakte het me ook geen reet uit, zolang
Tadema mijn fiets maar repareerde voor een schappelijk prijsje. En dat deed
hij. Laat die catastrofe dus nu maar komen. Te beginnen in Groningen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten