zaterdag 26 mei 2018

Genesis

Ik bracht mijn fiets naar het Sidhadorp, de meditatiewijk in Lelystad. Hier repareert en verkoopt meneer Tadema al jaren tweedehandsfietsen in het houten schuurtje naast zijn woning. Terwijl we in die krappe werkruimte ‘mijn versnellingsprobleempje’ bespraken, kreeg ik het vermoeden dat Tadema een echte Groninger was en dat je zijn naam lekker vet als Thèademèa mocht uitspreken, wat ik toch maar niet deed. Hij klonk namelijk nogal in mineur en had daar alle reden toe.
‘De zaken gaan niet best, meneer, de markt is verzadigd.’
‘O,’ zei ik dommig.
‘En dan is er nog het internet, kun je als kleine zelfstandige niet tegenop.’
Dat was nog maar het begin, want Tadema stapte doodleuk over naar de Groningse aardbevingen (wrong daar de schoen?), verharding van de maatschappij, Trump, milieuverwoesting, de vluchtelingenstroom en weet ik wat. ‘Volgens mij staat de mensheid aan de vooravond van een catastrofe, meneer.’
Daar stond ik dan met mijn weigerende fiets tegenover een Groningse zwartkijker. Ik wist bovenal niet hoe ik de man moest plaatsen. Was hij met ‘zijn catastrofe’ een cynische realist? In dat geval had hij ongetwijfeld gelijk, want aan alles in het universum komt ooit een eind, vaak met het nodige vuurwerk. Of was hij juist van de kerk? In dat geval betrof het de Zondvloed en iets met Genesis en boetedoening.
Eerlijk gezegd maakte het me ook geen reet uit, zolang Tadema mijn fiets maar repareerde voor een schappelijk prijsje. En dat deed hij. Laat die catastrofe dus nu maar komen. Te beginnen in Groningen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten