dinsdag 28 augustus 2018

Geslacht

Via een smeuïge buurtroddel kwam mij ter ore dat Floris, buurman van enkele deuren verder, bezig was te transformeren tot vrouw. Hormoonkuren, therapie, de hele santenkraam. Ik ken Floris niet goed; op straat zeggen we elkaar slechts vriendelijk gedag. Toch had ik erg met hem te doen, want zoiets lijkt me bepaald niet makkelijk voor een gescheiden veertiger met opgroeiende kinderen. Daarnaast wist ik toevallig dat hij - een wat bleke slungel - ook nog eens schoolmeester is. Voor een klas juveniele etters staan en dan transformeren van man naar vrouw, het lijkt me Dante's hel.
Eergisteren kwam de bevestiging van de roddel. Op mijn deurmat lag een printje van Floris, gericht aan ons buurtje. Hij vertelde daarin kort over zijn transgenderschap, maar dat hij vanaf deze week toch heus als vrouw door het leven ging. Als Fleur. Zij schreef ook dat men daarom niet vreemd hoefde op te kijken als ‘ze iets anders gekleed over straat ging’.
Ik vond het een mooi en dapper bericht. Zo mooi dat ik me een nanoseconde afvroeg of ik haar niet eens op de koffie zou vragen. Misschien had Fleur wel grote behoefte haar ongetwijfeld zware verhaal te spuien. Maar helaas koester ik het zelfverzonnen spreekwoord: beter een kruipende tarantula óver m'n kloffie dan de buren óp de koffie - ongeacht geslacht. Dus: sorry Fleur.



donderdag 23 augustus 2018

Nachtschade

Een giftige plantenfamilie met een interessante naam door die ach en die cha. Klinkt ietwat dreigend vanwege het nachtelijke donker in combinatie met schadelijkheid. Dat laatste is echter onterecht, want nachtschade komt van nachtschaduwe. Het plantje dankt die eigenlijke naam aan het elixer dat men vroeger kreeg toegediend om angst voor de duisternis te dempen en nachtmerries te voorkomen. Maar strikt genomen is ook dát woord onzinnig, want schaduw koppel je vooraleerst aan zonlicht. Overdag dus. Pas als de zon en de daarmee samengaande schaduwen zijn opgehoepeld, mag de nacht het speelveld betreden. En áls er 's nachts een schaduw te bespeuren valt dan ontstaat die door toedoen van maan- of kunstlicht. Eigenlijk is daarmee sprake van een schaduw in een schaduw, want tijdens de nacht bevind je je al aan de schaduwzijde van de aarde. Ondanks dit vermoeiende gelul over nachtelijke schaden dan wel schaduwen val ik de laatste tijd maar moeilijk in slaap. Wakker liggen werpt zodoende een flinke schaduw over mijn nachtrust. Dat schaadt een mens, daar kun je gif op innemen.



zondag 19 augustus 2018

Mamil

Omdat de dijk naar Enkhuizen binnenkort langdurig wordt afgesloten voor fietsers, besloot ik tot een voorlopig laatste toertocht naar het oude VOC-stadje. In Enkhuizen aangekomen wilde ik doen wat ik er altijd doe: op een bankje zittend naar de bootjes kijken met in mijn hand een vrolijk bespikkeld softijsje, gescoord bij de snacktent aan de haven. Van dat laatste kwam het echter niet nadat bleek dat ik mijn portemonnee thuis had gelaten. Het liefst stampvoette ik als een verwende kleuter in het rond om me daarna krijsend ter aarde te werpen, want ik had me de hele 33 kilometer lange heenweg al op dat ijsje verheugd. Maar zoiets doe je niet als mamil*. Ik overwoog daarom twee andere opties. Aan de ijsboer mijn eerlijke verhaal vertellen (dat ik altijd een ijsje bij hem kocht, blabla) en hopen op zijn vrijgevigheid. Of bij voorbijgangers om 'een eurootje' bedelen, iets wat ik sneue types wel eens zie doen. Maar voor beide opties was ik te trots en/of te schijterig. Mij restte daarom niets anders dan met aan haat grenzende afgunst naar al die aan ijs likkende dagjesmensen om me heen te gluren. En ten slotte aan de eenzame 33 pleuriskilometers huiswaarts te beginnen. Over een kale, eindeloze dijk dwars door de oude Zuiderzee. Met tegenwind.  

* Middle aged men in lycra.



woensdag 15 augustus 2018

Guzman

Ditmaal weinig tekst, in plaats daarvan een filmpje. Een mooi voorbeeld van tegendraads denken en handelen. Kamagurka en Gummbah doen het bijvoorbeeld met cartoons. Javier Guzman doet het op een podium. Ik zeg: verfrissend.


zondag 12 augustus 2018

Feetie

Ik lig op het strand, om mij heen gebeurt weinig, maar ook veel. Ineens komen daarom de onvergetelijke zinnen van Herman Finkers boven: ‘Een stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.’ Briljant hoe de Tukker de saaiheid kleur gaf. En terecht. Het leven is een continuüm en daar hoort saaiheid bij en dús is het verstandig haar te omarmen. Ook op het strand.
Op mijn buik lig ik. Onder mijn linkeroksel zie ik een Duits stel – nee, ze hebben geen kuil gegraven. Zij is hoogzwanger, hij kijkt verveeld op een schermpje. Gluur ik onder mijn rechteroksel door, dan zie ik een frisse dame tevreden naar haar roodgelakte teennagels kijken. Ze zijn goed verzorgd, dat spreekt. Ze neemt er een foto van, ook wel feetie genoemd, doet het altijd goed op het strand. Met een naarbinnen gekeerde glimlach voorziet ze het plaatje van tekst en stuurt ‘m de wereld in. Twee bakvissen in witte bikini’s hupsen langs. ‘Marnix heet-ie,’ hoor ik eentje in het voorbijgaan giechelen. Verder, ik schreef het al, gebeurt er niets bijzonders. Vrij naar Finkers: Op het strand zit je altijd goed, de ene keer is het eb, de andere keer vloed.



woensdag 8 augustus 2018

Benetton

Gisteren kocht ik T-shirts bij United Colours of Benetton. Vanzelfsprekend in Batavia-stad, bij mij om de hoek. Vier stuks tegelijk, toe maar! Het modemerk is dan ook een van mijn favorieten, ofschoon het Italiaanse concern zich tegenwoordig vooral richt op kinderkleding en cosmetica. Het is ze vergeven.
Waarom Benetton? Heel simpel, het merk, het logo en de kleuren verschenen in de negentiger jaren ineens op formule 1-auto’s. Met name door dat prachtige groen was ik snel verkocht. Later trok Benetton vooral aandacht met indringende foto’s die nauwelijks mode uitstraalden, maar wel engagement en durf. Wat dit allemaal met mijn nieuwe T-shirts heeft uit te staan, snap ik ook niet zo goed. Maar dat maakt me eigenlijk geen reet uit. Kijk anders gewoon naar de serie foto’s hieronder.



zondag 5 augustus 2018

Muskiet of mug

Een tropische nacht. De ramen staan open. Slapen gaat moeizaam, zeker als ik gestoord word door een vals zoemende muskiet. Ik twijfel ‘mug’ te tikken, hoewel daarmee hetzelfde bedoeld wordt. Maar vanwege mijn koloniale roots en de huidige tropische omstandigheden, ligt ‘muskiet’ toch meer verankerd. Ooit, ver weg, gingen familieleden immers gebukt onder malaria, een ziekte die ik nu eenmaal meer met een muskiet associeer dan met een mug.
Terug naar dat ene verrekte exemplaar in mijn slaapkamer. Zij  - alleen de vrouwtjes steken - heeft inmiddels haar werk gedaan: bultjes en jeuk. Deksels, kreun ik. (Mooie term, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik me bedien van een krachtiger woord.) Ik doe het licht aan, ga op jacht, helaas geen muskiet te zien. Ik doe het licht weer uit, maar inslapen lukt niet vanwege de jeuk. Shit, daar is ze weer! Opnieuw het licht aan en op safari. Weer niets te zien. Respect, dit is geen gewone muskiet, maar een JSF-variant, eentje die stealth-techniek beheerst. Ben daardoor kansloos. Dit spelletje herhaalt zich tot ik uiteindelijk toch weer in slaap val.
De volgende ochtend lik ik mijn wonden. Ach, laat ik niet overdrijven en van een mug een olifant maken. Hoewel je van een olifant geen jeukende bultjes krijgt. En al helemaal geen malaria.