In een beroemd filmpje
uit 1998 vraagt Frans Bromet mensen op straat of ze een mobiele telefoon
willen. ‘Ik zie het nut er niet van in.’ ‘Ik heb al een antwoordapparaat thuis.’
‘Ik word toch niet gebeld.’ ‘Ben je aan het fietsen, word je gebeld.’ ‘Ik ben
niet zo belangrijk,’ ‘Mensen kunnen mij bereiken met een brief en als het
dringend is de telefoon.' De Nokia kwam en deze
antwoorden werden hilarisch.
Remarque gebruikte deze tekst als bruggetje naar elektrisch
rijden voor iedereen, wat we ons anno 2019 nog niet goed voor kunnen stellen, maar dat
geheel terzijde. Het gaat mij nu even om de ‘hilarische antwoorden’ hierboven. Persoonlijk
vind ik die antwoorden namelijk nog steeds bijzonder valide, en ik leef er dan ook
goeddeels naar. In de ogen van de door mij hoog geachte hoofdredacteur ben ik
daarmee dus hilarisch. Dat ben ik in zeker zin met hem eens. Sterker: van een
afstand bezien vind ik het hele leven nogal hilarisch. Nu ja, iets preciezer: van een héle grote afstand.
-----------
P.S. Ik heb Philippe Remarque een mail gestuurd met mijn bedenkingen over zijn artikel. Tot mijn verbazing antwoordde de hoofdredacteur het volkomen met mij eens te zijn. Ook hij bleek (achteraf?) namelijk heel veel bedenkingen te hebben t.a.v. de mobieltjesgekte. Zo schreef hij, vrij vertaald, jaloers te zijn op de verstandigen die zich eraan konden onttrekken.
-----------
P.S. Ik heb Philippe Remarque een mail gestuurd met mijn bedenkingen over zijn artikel. Tot mijn verbazing antwoordde de hoofdredacteur het volkomen met mij eens te zijn. Ook hij bleek (achteraf?) namelijk heel veel bedenkingen te hebben t.a.v. de mobieltjesgekte. Zo schreef hij, vrij vertaald, jaloers te zijn op de verstandigen die zich eraan konden onttrekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten