maandag 20 juli 2020

Kleurgevoel

Sinds kort staat er een ander autootje voor mijn deur. De vorige, tien jaar oud, had een muizige grijsgroene tint. De nieuwe, slechts twee jaar oud, is echter felgroen, ergens tussen gif- en appel-. Zo’n kleur schreeuwt natuurlijk om reacties. In het gunstigste geval hoorde ik: kek, vrolijk of lekker racy. Maar veel vaker was er verborgen kritiek. Bijvoorbeeld: ‘Veilige kleur hoor, je valt ermee op.’ Dat laatste klopt, want zowat alle auto’s hebben tegenwoordig begrafenistinten. Maar ook hoorde ik het overbekende ‘mooi groen is niet lelijk.’ Origineler vond ik: ‘Voor zo’n klein autootje kan het best wel.’ Een seniore buurman verderop was zo eerlijk te zeggen dat ‘t hem pijn aan de ogen deed terwijl zijn vrouw er een schepje bovenop deed: ‘Joh, als-ie je maar overal naartoe brengt.’
Wat ben ik blij dat er geen welstandscommissie voor autokleuren bestaat, zoals we die bijvoorbeeld wel kennen voor woningen, zoals onlangs bleek in Den Helder waar een vrouw haar appelgroene huis van de rechter diende over te schilderen. Toch heeft zo’n welstandscommissie ook nut. Ik moet namelijk aarzelend bekennen dat ik, hoewel ik me bijzonder senang voel bij alles wat groen is, er toch moeite mee zou hebben als mijn directe buurtjes hun gehele woning de felle kleur gaven van mijn autootje - dit vanwege een eventuele waardedaling van mijn eigen pand. Ik ben qua regels dus behoorlijk variabel. Je kunt ook zeggen dat mijn mening sterk gekleurd is, wat vaak voorkomt.


De nieuwe(re).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten