Sinds
kort staat er een ander autootje voor mijn deur. De vorige, tien jaar
oud, had een muizige grijsgroene tint. De nieuwe, slechts twee jaar oud, is echter
felgroen, ergens tussen gif- en appel-. Zo’n kleur schreeuwt
natuurlijk om reacties. In het gunstigste geval hoorde ik: kek, vrolijk
of lekker
racy. Maar
veel vaker was er verborgen kritiek. Bijvoorbeeld: ‘Veilige kleur
hoor, je valt ermee op.’ Dat laatste klopt, want zowat alle auto’s
hebben tegenwoordig
begrafenistinten. Maar ook hoorde ik het overbekende ‘mooi groen is
niet lelijk.’ Origineler vond ik: ‘Voor
zo’n klein autootje kan het best wel.’ Een seniore buurman verderop was zo
eerlijk te zeggen dat ‘t hem pijn aan de ogen deed terwijl zijn
vrouw er een schepje bovenop deed: ‘Joh, als-ie je maar overal
naartoe brengt.’
Wat
ben ik blij dat er geen welstandscommissie voor autokleuren bestaat,
zoals we die bijvoorbeeld wel kennen voor woningen, zoals
onlangs bleek in Den Helder waar een vrouw haar appelgroene huis van de rechter diende over te schilderen.
Toch heeft zo’n welstandscommissie ook nut. Ik moet namelijk aarzelend bekennen dat ik, hoewel ik me bijzonder senang voel bij alles wat groen is, er toch moeite mee zou hebben als mijn directe buurtjes hun gehele woning de felle kleur gaven van mijn autootje - dit vanwege een eventuele waardedaling van mijn eigen pand.
Ik ben qua regels dus behoorlijk variabel. Je kunt ook zeggen dat mijn
mening sterk gekleurd is, wat vaak voorkomt.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiH19trpNWwscBahw3hI6Uzc5gS68JaJ2iZQs5KJVr71GdVxyMTvYF0KV7J1KQYtUa3ijHzIxLRH2tefnBfrX6Eir0-QPUTveqiQTQxB7Y2Y7B2dD18HaV1-gontvfOxFYYpRliR5Amp4zb/s400/20200703_151346_resized%255B6255%255D.jpg) |
De nieuwe(re). |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten