zaterdag 4 juli 2020

Stadium 4

Het was betrekkelijk rustig op het terras in het oude centrum van Enkhuizen alwaar ik op een mooie zomerdag neerstreek. Ik bestelde een koffie 'gewoon' en een aardbeien bavarois, zo’n smeuïg roze taartje dat me lekker smaakte. Iets verderop zaten twee mevrouwen van in de vijftig te keuvelen, een grijze en een donkergeblondeerde. Ik verstond ze duidelijk, of ik dat nu wilde of niet. De grijze vertelde over het restylen van haar woonkamer. Ze pakte daarbij haar mobieltje om haar vriendin een paar foto’s te tonen. Van een afstand gluurde ik mee naar het omhoog gehouden schermpje. Ik zag een Jan de Bouvrie-achtig landschap - sommigen houden ervan. ‘Perachtig,’ riep de donkergeblondeerde enthousiast waarop plotseling haar eigen mobieltje ging ratelen. Ze nam op, natúúrlijk nam ze op.
‘Hoi… bla, bla, bla… Ja… bla, bla, bla… Ja… Lymfeklier… Ja… Stadium 4... En nu zitten er uitzaaiingen in haar nek en zo. Ja… Nee… Een half jaar had ze gezegd, hooguit… Ja… Oké… Hou je op de hoogte… Oké… Doedoei.’
De roze aardbeien bavarois vond ik intussen een stuk minder smeuïg. Sterker: hij was wat aan de droge kant. Of dat te maken had met het luide telefoongesprek kan ik niet bevestigen. Wat ik voor de zoveelste keer wél bevestigd zag, is dat mobieltjes erg handig zijn. Maar dat je dat gevoeglijk kunt wegstrepen door het onaangename dat ze voortbrengen. Dus dat we er geen moer mee zijn opgeschoten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten