donderdag 11 november 2021

11 november

De elfde van de elfde. Het einde van de Eerste Wereldoorlog, het begin van het carnavalsseizoen en...
...ringgg, jankt mijn bel. Ik doe open.
‘♫ Sinte Sinte Maarten, de koeien hebben staa...♫’
Vanuit mijn deuropening kijk ik - plichtmatig glimlachend - naar een groepje zingende kinderen. Zij kijken niet terug. Waar ze wél hun ogen op richten, is de schaal met Snickers, Milky Ways en Bounties die ik onder mijn arm hou. Heel begrijpelijk; was ik zo oud als deze kwelende jongetjes en meiskes, dan was het ook mij louter om het snoepgoed te doen en stond ik slijmerig te blèren dat de koeien staarten hebben.
Of toch niet?
In mijn kinderjaren was Sint Maarten nog niet doorgedrongen tot de regio waar ik opgroeide. Maar als deze traditie destijds in mijn omgeving wél bestond, dan vraag ik me in alle ernst af of dit jochie langs de deuren ging. Jazeker, ik was altijd in voor zoete lekkernij. En ja, ik hield van gekleurde lampjes en lampionnen. En ja, in het donker over straat gaan vond ik reuze spannend. Maar om nou tijdens een kille novemberavond deur aan deur liedjes te gaan zingen voor een stel wildvreemde volwassenen?
Of mijn (kinder)houding ten opzichte van deze folklore nou te maken heeft met verlegenheid of juist trots, dat weet ik niet. Maar een combinatie van die twee eigenschappen is heel aannemelijk. Tot zover het gissen naar mijn karakter. Wat omtrent de elfde van de elfde overeind blijft, is dat ik te vroeg ben geboren voor Sint Maarten en te laat voor de Eerste Wereldoorlog. En dat carnaval mij erger lijkt dan die twee tezamen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten