zondag 26 februari 2023

Kunstenaarsdorpen

In het vorige verhaaltje liep ik met mijn kunstkennis te koop. Ik blaatte over een bekende schilder, over artistieke stromingen en nog wat pseudo-interessants. Waarom weet ik niet, maar een paar dagen later vertoefde ik nog steeds in die luchtbel, zeker toen ik iets las over een schilderijententoonstelling in het Noord-Veluws Museum te Nunspeet. De expo droeg de titel Frans Huysmans en de Bergense School.
     Wereldberoemde kunstcollecties, gerenommeerde musea en drommen ellebogend publiek kunnen me gestolen worden, maar door kleine, sfeervolle kunstzalen dwaal ik graag, zeker als ze zich op prettige (rij)afstand bevinden. Dus stuurde ik op de Dag des Heren naar Nunspeet waar de zondagsrust nog heel voelbaar was, wat ik erg waardeerde. In het museum zelf bevond ik me al snel tussen louter welgemanierde, afstand houdende, beleefd kuchende, op fluistertoon converserende, artistieke-ronde-brilletjes-dragende cultuursnuivers van een zekere leeftijd. Ik hield van ze.
     Ook de De Bergense School kon mij bekoren, in het bijzonder de werken van genoemde Frans Huysmans die zich na zijn Bergense tijd hier in Nunspeet vestigde. Deze gemeente blijkt zich sowieso als kunstenaarsdorp te profileren, wat me verraste. Die status wordt door de plaatselijke VVV zelfs druk uitgevent. Met zo’n titel ben je kennelijk iets. Ooit verstilde gehuchten als Bergen, Laren, Domburg, Katwijk, Zweeloo, Oosterbeek, Ootmarsum en Wolfheze kunnen daarover meepraten. Maar het zijn toch vooral de lokale middenstand, horeca en makelaardij die er flink munt uit slaan. En dat alles dankzij de in dit soort ommelanden met veldezels zeulende kunstschilders van weleer, waarvan velen straatarm stierven.



zondag 19 februari 2023

Hutje op de heide

Een prachtige doordeweekse dag in februari. Luchtdeeltjes voeren de eerste lentemoleculen aan; berken dragen dunne knoppen. We zwerven laat in de middag over een verstild landschap. Om ons heen is het heel erg Drenthe. Zandverstuivingen, vennetjes, een eindeloos heideveld. Rust alom, toeristen zijn nog in winterslaap.
     Een man zit op een bankje een boek te lezen. Hij houdt zijn wijsvinger bij een alinea als hij opkijkt en ons vriendelijk gedag zegt. We groeten terug, struinen verder en zien in de verte een vredige kudde wolbalen richting schaapskooi trekken, bordercollies bedrijvig aan hun flanken.
     Een groot kunstkenner ben ik niet, toch denk ik bij deze aanblik onwillekeurig aan de schilderijen van Anton Mauve. Naar hem is zelfs een bescheiden strominkje genoemd, de Mauvisten. (Niet te verwarren met de expressionistische Fauvisten.) Van oorsprong tot de Haagse School behorend, werd de naar somberheid neigende Mauve later vooral bekend door zijn heidetaferelen. Inspiratie vond hij in de buurt van het negentiende-eeuwse, Gooise Laren; op dezelfde soort povere gronden die wij nu belopen in het beeldschone land van Bartje (Bartels).
     Wie droomt soms niet van een eenvoudig bestaan in het spreekwoordelijke hutje op de heide – zonder airfryer, Quooker en robotstofzuiger. En dan gewoon, uit de wind en tegen je pui, op een bankje zitten en een boek lezen. En wanneer een stel wandelaars langstrekt, gewoon even je wijsvinger dáár houden waar je gebleven bent, opkijken, een groet uitbrengen, en vervolgens weer kalm verder lezen. Want zo doen ze dat, in Drenthe.

De terugkeer van de kudde van Anton Mauve (1838-1888)


zondag 12 februari 2023

Genderneutraal

Bij toeval ontdekte ik dat volgens Van Dale ‘voetveeg’ zowel mannelijk als vrouwelijk is. Daar is wat voor te zeggen, zeker binnen een geëmancipeerde samenleving. Anno nu zullen er in onze westerse maatschappij immers net zoveel mannen als vrouwen als voetveeg behandeld worden. En dat mag men gerust als vooruitgang zien. 
     Terwijl ik binnenskamers zo met gendergelijkheid aan het klootviolen ben, gaat de bel. Het is mijn buurvrouw. (Of dien ik ‘buurmens’ te gebruiken?) Ze vertelt me dat haar dak lekt. Dat doet ze met name om me te waarschuwen voor lawaaioverlast, aangezien morgenochtend een dakdekkersbedrijf zal beginnen met herstelwerkzaamheden. 
     ‘Dus Ruud, dat je morgen in alle vroegte niet schrikt van vreemde mannetjes op het dak.’ 
     Dat is natuurlijk erg attent van buuf.
     Weer op mezelf, blijft dat ‘vreemde mannetjes op het dak’ in mij rondzingen. Ik zie en hoor ze de laatste tijd namelijk opvallend vaak om me heen. Daar zijn twee verklaringen voor. De eerste is dat mijn woonerf bijna vijfenveertig jaar oud is waardoor onze daken zo'n beetje toe zijn aan nieuwe pannen. De tweede reden is de energietransitie die zorgt dat huizenbezitters vrij massaal zonnepanelen laten aanbrengen. Maar nu uit het niets het fenomeen genderneutraliteit in mij rondwaart, vraag ik me af waarom ik onder al die dakwerkers nooit 'vreemde vrouwtjes' zie. Weten doe ik het natuurlijk niet, maar heel misschien zorgt hun biologie er wel voor dat ze liever lager bij de grond opereren. Bijvoorbeeld als voetveeg.



 


zondag 5 februari 2023

Gezellig

Het is stil in de wachtkamer. Op de achtergrond hoor ik de stem van de doktersassistente die in haar kantoortje bellers te woord staat. ‘Wat zijn de klachten,’ hoor ik haar vragen. Triage heet zulks met een mooi woord. 
     Tot dusver ben ik de enige hier. Wel zo fijn, dan kan ik in alle rust een heldere tekst instuderen waarmee ik zo meteen mijn (on)gesteldheid in geuren en kleuren aan de huisarts zal overbrengen.
     Enkele minuten later klinkt een Heeééé. Het is Arno die binnenkomt, een via-via-kennis. Ik zie hem zelden, maar zo ja dan is-ie immer jongensachtig en toch serieus geïnteresseerd, een zeldzame combinatie. Arno is het type waar je graag naast zit tijdens een verjaardagsfeestje. Ik vermijd verjaardagsfeestjes echter het liefst. Wat ik ook liever niet doe, is praten in een wachtkamer. Maar Arno neemt pal naast mij plaats. Dus.
     Meteen begint hij enthousiast te vertellen waarvoor-ie gekomen is. Ik trap op de rem en zeg dat ik hier niet graag over lijfelijke mankementen praat. Arno neemt dit luchtig op waarna we snel overschakelen naar wederzijdse belevenissen en bezigheden. 
     Ondanks het onderhoudende gekeuvel, veer ik (blij?) op als de dokter haar hoofd om de hoek steekt en mijn naam noemt. ‘Sorry dat het zo lang duurde, maar het loopt wat uit vandaag,’ voegt ze eraan toe als ze ons schouder aan schouder ziet zitten. Arno antwoordt: ‘Is helemaal niet erg hoor, we kennen mekaar en hebben effe gezellig kunnen bijkletsen.’
     Eenmaal voor de dokter gezeten, ben ik mijn ingestudeerde tekst kwijt.