vrijdag 29 november 2013

Vogelaars

Vriendin en ik brachten een week op Vlieland door. In een duinhuisje. We lazen en wandelden veel. Tijdens een van die wandelingen werden we bijkans omver gelopen door een groep hijgende mannen behangen met verrekijkers, telelenzen en geluidsapparatuur. Het nietsontziende gezelschap richtte zich op een vogeltje hoog in een dennenboom: een bergfluiter. Het beestje is kennelijk vrij zeldzaam, want de vogelaars waren er van heinde en ver voor naar Vlieland geroeid. Nieuwsgierig geworden, zagen wij, op hun aanwijzingen, de bergfluiter uiteindelijk ook. Een weinig opvallend diertje.
Twee dagen later in ons duinhuisje. Vriendin waste af, ik las de krant. Tja. Plots een harde bonk tegen de ruit. Buiten, op het terras, lag een vogeltje. Een heggenmus - géén familie van de huismus. Ik pakte het geknakte vogeltje op. Het arme beest ademde zwaar; het sidderde. Na een minuut of vijf borrelde, vanuit zijn bekje, een kwakje bloed op de muis van mijn hand, waarna de heggenmus wegzakte. Zijn doodstrijd was voorbij. Vriendin en ik begroeven het vogeltje naast het huis, onder een rozenbottelstruik in het duinzand. Niemand kwam kijken.



 

dinsdag 26 november 2013

Voetstappen

Mijn slaapkamer bevindt zich pal boven de huisdeur. Als ik vroeg wakker ben hoor ik hoe de krantenjongen zijn werk doet - altijd rond 06.00 uur, zelfs op zaterdag! Ik heb hem nog nooit gezien, ken slechts zijn geluiden: stoere voetstappen, de deurklep, de krant die op de grond ploft. De jongeman is wit, bruin of zwart; soepel en energiek; heeft er altijd zin in. Niet alleen zijn stappen, ook zijn ‘worp’ is stoer want dikwijls ligt de krant niet op mijn mat maar verderop in het gangetje. Wat ik ook van deze bezorger weet is dat hij niet verzaakt. Regen, koude, donkerte, altijd zijn daar weer die vertrouwde stoere stappen. Het is de tred van iemand die weet wat-ie wil. Het lijkt me een knaap die later JSF-piloot wil worden, en dat ook wórdt! Alleen al daarom verlang ik naar kerstmis. Dan zie ik hem voor het eerst wanneer hij aanbelt om mij verwachtingsvol een kaartje met Gelukkige Feestdagen te overhandigen. Mijn wereld(beeld) stort in als hij een oud vrouwtje blijkt te zijn. Met stoere stappen.


vrijdag 22 november 2013

ABBA

De Zweed Björn Borg was ooit een groot tennisser; nu doet hij in onderbroeken. Zodoende sta ik in een winkel met de naam Björn Borg op de pui. Men verkoopt er niet alleen onderbroeken, maar ook hemdjes, T-shirts, sweatshirts en trainingspakken van Björn Borg. Mooi spul en dus behoorlijk aan de prijs. (Een Björn Borg-onderbroek kost net zoveel als een winterjas bij Zeeman.) Eén ding staat me tegen en dat is dat er overal  B J Ö R N  B O R G op staat, in kapitalen. Kennelijk iets Zweeds, denk aan IKEA en ABBA. Maar waarom versiert een weldenkend mens zich met Björn Borgs naam vraag ik me af terwijl ik, graaiend in de koopjesbak, een Björn Borg-boxer test op zijn gevoelsfactor. Ik kan me namelijk nauwelijks voorstellen dat, mocht ik mij publiekelijk in een Björn Borg-onderbroek vertonen, toeschouwers zich terstond in aanbidding op de knieën laten zakken. Daar is toch echt méér voor nodig. Ik vrees daarom dat ik slechts één persoon plezier doe als ik mijn kroonjuwelen in een boxershort van Björn Borg hijs. Björn Borg.  

 

woensdag 20 november 2013

Rapportcijfers

Wie beweert dat-ie gelukkig is, claimt dat-ie geslaagd is. Daarom sturen we ons geluk zoveel mogelijk de wereld in, vooral via de digitale tamtam. In De Reünie, het veelbekeken tv-programma, gaat men daar dan ook vrolijk op in. De presentator stelt aan de deelnemers de expliciete vraag: “Welk rapportcijfer geef je je leven?” Het groepsgemiddelde ligt vrijwel altijd rond de 8. Het gemiddelde! Vreemd wel, want het leven suddert meestal tussen voorspoed (vakantiepret, je cluppie wint, verliefdheid) en tegenslag (kanaalwortelbehandeling, fileleed, ruzie). Vandaar ook al die vrolijke én verdrietige emoticons. Je zou als gemiddelde daarom eerder een 5 of een 6 verwachten. Maar neen.
Wat de uitslag van dit soort vragen of enquêtes omtrent geluksbeleving vooral beïnvloedt, is in hoeverre men bereid is de schijn op te houden. Dat laatste kom je ook vaak tegen in contactadvertenties met etherische clichés als Ik sta positief in het leven of Ik sta mooi in mezelf. Geloof me, dit is gelogen óf naïef. Trap er dus niet in, je wordt er ongelukkig van. Een 4, hooguit.


zondag 17 november 2013

Speelgeld

Mijn voordeur is hard aan vervanging toe. Na aanvraag van offertes voor een nieuwe deur-op-maat, inclusief het plaatsen ervan, schrok ik me rot: 1800 euro. Een voordeur is voor mij namelijk niet veel meer dan een plank hout met een slot, wat scharnieren en een raampje of kijkgat. Het concept is duizenden jaren oud en in wezen onveranderd. Waarom moet zoiets anno nu dan zoveel kosten?! Voor datzelfde geld boek je een retourticket naar Hongkong - plus hotelkamer - waar je je ook nog eens een strak gesneden pak van de fijnste garens kunt laten aanmeten. Of je vliegt ermee naar Las Vegas met duizend dollar speelgeld op zak. Je kunt ook een all-in cruise maken langs alle 227 bewoonde Griekse eilanden. Of check in voor Bali om je twee weken lang op het strand te laten bepotelen door lokale masseuses. En wat te denken van ‘n retourtje Trans Siberië Express naar Wladiwostok. Je kunt voor dat bedrag ook een week op wintersport, een dagelijks after-ski bacchanaal inbegrepen. Tof!
Maar doorgaans beginnen én eindigen dit soort reisjes bij een (goede) voordeur. Dus.


donderdag 14 november 2013

Uitzuigen

Mijn kat ligt graag tegen me aan, of op mijn schoot. Knus, warm en veilig. Maar als iemand anders mijn plaats inneemt, dan vindt mijn kat het bij die andere persoon ook best. Zolang hij maar op tijd zijn brokjes krijgt, af en toe geaaid wordt en op iemands schoot mag springen, spint-ie tevreden. De honden die ik ooit had, lagen ook graag en tevreden tegen me aan. Maar wanneer ik van huis was waren ze minder blij, ook al verzorgde iemand anders ze, zo gefocust waren ze op mijn persoontje. Zwanen zijn eveneens erg trouw, maar dan specifiek aan hun partner. Na een ontmoeting maken ze elkaar het hof, paren en blijven hun hele verdere leven samen. Hartstikke monogaam, deze KLM-vogels. Bij spinnen is dat wat minder: het vrouwtje doet na de paring niets liever dan het mannetje naar de keel te vliegen om ‘m daarna uit te zuigen.
Op relationeel vlak zijn wij lastiger te duiden. De ene mens is hond, de ander zwaan of kat. En spinnen zijn er ook.


maandag 11 november 2013

Prachtig

Zelden hoor je iemand zeggen dat hij (m/v) een prachtig huis heeft, of een prachtig figuur, gebit, handschrift of paar borsten. Logisch, want zoiets heet opscheppen, dus dat doe je niet. Wat weer wel kan (of mag!), is als men zich in de verleden tijd uitspreekt. Wie beweert dat hij een prachtig huis, gebit of handschrift had, vertelt iets interessants: een verhaal over verval. Wie bijvoorbeeld zegt, “ik had mooie borsten”, geeft aan dat ze nu theezakjes zijn, of afgezet. Zo iemand ontvangt begrip en medeleven.
Het tegenovergestelde geldt wanneer het nazaten betreft. Hier hanteert men zonder enige gêne de tegenwoordige tijd: “Ik heb een prachtige zoon” of “Ik heb twee prachtige dochters.” Wie daarentegen zegt “Ik had een prachtig kind”, kan, tenzij het kind is overleden, gefronste wenkbrauwen verwachten. Toch is het vreemd dat je in zulke gevallen de verleden tijd zelden hoort gebruiken. Veel mensen waren immers prachtig en puur op kinderleeftijd, terwijl je ze later wel kunt schieten.
Nee, ik ben geen pedo.



 

donderdag 7 november 2013

Sushi

Mijn straatje wordt gerenoveerd. Het plaveisel is opengebroken; vrachtwagens en shovels rijden af en aan; zand- en steenhopen tekenen het landschap. Overal zijn kerels - stratenmakers, grondwerkers - met felgekleurde hesjes, werkschoenen, tattoos en oorringetjes druk in de weer. ‘Arbeidersvolk’, leerde ik vroeger van mijn opvoeders, ietwat minzaam uitgesproken. En bij arbeiders hoort natuurlijk arbeidersmuziek. En hoe! Hun heavy duty buitenradio (DeWalt DC013) overschreeuwt de trilmachines, hamerslagen en het shovelgegier. Horror. Buiten het volume is het vooral hun zenderkeuze die mijn tere buizen van Eustachius teistert. Van half acht ’s ochtends tot vier uur ’s middags hoor ik het bekende populistisch oeuvre dat je bij werkvolk verwacht.
Zo bezien is het best bijzonder te vernemen dat er geen echte arbeidersklasse meer bestaat. Vanwege de nivellering van inkomens en status is dat heel wel mogelijk - arbeiders gaan tegenwoordig op wintersport, rijden BMW en eten sushi -, maar als ik uit mijn keukenraam kijk dan lijkt Jan de Arbeider qua cultuuruiting nog altijd springlevend. Prima, want het geeft levendigheid en kleur aan de samenleving.
Maar liever niet in mijn straatje.


zondag 3 november 2013

Glimlach

Het is niet druk in de parfumerie. Naast mij schuifelen slechts een moeder met haar dochtertje door de zoetgeurende winkel. De moeder schat ik ver in de dertig, het meisje amper tien. Ze laven zich aan zeepjes, smeersels en watertjes. “Mam, deze,” kirt het meisje. “Doe maar,” knikt de vrouw nadat ze het prijsstickertje heeft gezien.
Met hun keuze in de hand - een glitterdoosje waarin lippenstift en nagellak - schuiven moeder en kind aan voor de counter. De aardige, zeer verzorgde verkoopster neemt het doosje van het meisje in ontvangst en vraagt haar: “Is het een cadeautje?” Waarop het meisje, ietwat verlegen, ja zegt. “Dan zal ik er een leuk pakje van maken,” zegt de verkoopster enthousiast, gevolgd door een vrolijk: “Voor wie is het?”
Het meisje denkt na, antwoordt dan: “Voor de vriendin van mijn vader.”
“O-o,” zegt de verkoopster, waarna ze zich snel herpakt met een “zal ze vast leuk vinden, joh.” Daarna werpt ze een warme blik van verstandhouding naar de moeder. Die glimlacht terug. Althans, ze probeert het.