Nu, ruim een halve eeuw later, knakt mijn linker grote teen nog immer met verve. Sterker: het geschiedt nu makkelijker en luider, mogelijk doordat er meer ruimte is ontstaan. En nog steeds ervaar ik dat als bijzonder plezierig – wellicht is inmiddels sprake van een tic. Menig ledig uur sla ik stuk met de intieme sensatie van die knakkende grote teen. Omstanders waarderen dat stukken minder, maar een korte zoektocht op internet leerde me dat meer mensen met groot genoegen hun jubeltenen kunnen laten knakken en kraken. Oud en jong, man en vrouw, we zijn met velen. Ervaringen en verklaringen worden uitgewisseld. De een denkt dat het gewrichtskapsel vacuüm wordt gezogen bij een bepaalde beweging, de ander houdt het op tegen elkaar ketsende voetbotjes of –pezen, een derde denkt aan een voorbode van artritis.
Ach ja, dat menselijk lichaam; ik vind het eerlijk gezegd maar een hoop ballast. Natuurlijk heb je er ook de lusten van. Maar met het klimmen der jaren worden die almaar minder waardoor de lasten gaan domineren. Juist daardoor koester ik mijn linker grote teen immer meer. Noem het een strohalm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten