Je enige huisgenoot verliezen die ook nog eens je beste kameraad
én je kind is, da’s geen pretje. Zeker niet als je hem in je tuin aan het
begraven bent, terwijl direct achter de manshoge heg een verjaardagsfeestje aan de gang
is. Buuf wordt vijfenzestig en dát moet gevierd worden. Het valt haar niet aan
te rekenen, ze weet niets van mijn rouw en geniet met volle teugen van haar
visite. Terwijl ik met stroeve strot en dikke ogen aarde schep over
het lijfje van mijn zo dierbare kater in de diepte, luister ik zodoende ongewild mee naar vrolijke
gesprekken over caravanvakanties, kleinkinderen en het genoegen van elektrisch fietsen.
Sociale wezens als we zijn, leven we toch vaak in volkomen
gescheiden werelden. Geluk of verdriet, welvaart of bankroet, genot of pijn, succes of miskleun,
pikzwart of feestelijk oranje, ze worden vaak slechts gescheiden door prozaïsche grenzen als een deur,
een muur of een ligusterheg.
Wanneer de buurvrouw mijn tuingeluiden hoort, vraagt ze vriendelijk,
vanachter het gebladerte, of ik ook een taartje kom eten. Ik sla
het beleefd af en verzin iets als: ‘helaas, maar ik moet zo weg.’ Dat klopt ook, want na de laatste schep aarde vlucht ik mijn huis in waar het echoot van de leegte.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj5YGBnuaw1_cBSI1Yuv8MA7QewFaNaoBj9imTgi6iJfWKx5GLz546rqZt14EEH-YLyJGS5uQn70GIHvxUq_1XVBiYLY5hiTNXpoEAyAqbHpA7kCfF2LOfWntQVrBTCm8zkEDNTdC786gzo/s400/P1010066+-+kopie+%2528640x400%2529.jpg) |
Joop. 1999-2016. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten