Twee poloshirts bezit ik, maar daar trek ik geen volle zalen
mee want er zitten geen logo's op. En da's nu juist het punt, want een polo dient tegenwoordig slechts als platform voor een subtiel edoch herkenbaar beeldmerkje.
Meest beroemd is wellicht het krokodilletje van Lacoste. Volgens
mijn persoonlijke observatie is Ralph Lauren goede tweede met het ruitertje te
paard (tsja, een polospeler). Daarna volgt nog een trits andere bekende embleempjes, denk aan het rood-witte blokje van Tommy Hilfiger of de
kapitaaltjes van Boss. Maar ach, het maakt eigenlijk weinig uit, want met al die zogenaamd chique logo’s sla je de plank sowieso volledig mis. Je profileert je er immers mee als een bloedeloze comformist. Als je in Noord-Korea leefde zou je er net zo bijlopen als Kim Jong-un.
Wat kwaliteitspolo’s betreft is er voor mij echter één gunstige uitzondering:
het lauwerkransje van Fred Perry. Vanuit een ver racketsport-verleden weet ik dat
dit lauwerkransje staat voor Britse elegantie en
stijl - mits in wit of marineblauw. Pas met textiel van tennislegende Fred Perry week je je in pololand echt los van de grauwe massa. Ofschoon je dat natuurlijk ook doet met de outfit en het kapsel van
Kim Jong-un.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten