Voor Nederlandse begrippen is Noord-Brabant best mooi. Er
zijn bossen, zandverstuivingen, heidevelden, vennetjes en zeker ook fraaie
historische steden als Den Bosch en Breda. Toch koester ik een flinke aversie tegen deze provincie.
Ten eerste associeer ik Brabant met druk asfalt. Knooppunten als
Moergestel, Noordeloos, De Hogt, Hooipolder en Leenderheide scoren hoog in het
fileoverzicht. Het tweede minpunt is de grond. Brabantse agrariërs zijn notoire bodemvervuilers doordat ze vaak op zeer grote schaal boeren. Dat
brengt me linea recta bij mijn derde negatieve en vooral schrijnende associatie: dierenleed. In geen
andere provincie worden dieren zo massaal in geld omgezet. Denk: megastallen en varkensflats. Daarnaast vind je hier veel niets ontziende broodfokkers die aan de lopende band nestjes deerniswekkende puppy's vermarkten. En o ja, heb ik de nertsenfarms al genoemd? Trouwens, het is er niet alleen verschrikkelijk voor dieren. Wat te denken van al die in het groen verscholen, droevig stemmende parenclubs: associatie nummer vier alweer. En daarmee kom ik tot slot uit bij de Brabanders
zelf, die laten zich er graag op voorstaan dat ze keigezellig
zijn. ‘Bij ons mam en pap staat de keukendeur altijd open,’ dat soort gelul. Als
ik me niet vergis verspreidde ook de 3x-zoenen-terreur zich van hieruit over de natie. Daarom stel ik voor om tijdens dat gesmak aan Brabant te denken én aan mijn vijf associaties hierboven. Geheid dat je per direct van die hinderlijke gewoonte af bent. Graag gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten