zondag 22 april 2018

Dierenactivisten

De oude Nissan stopte rochelend op de kleine parking die, gelegen op een heuveltop, uitzicht bood over de Oostvaardersplassen. Drie vrouwen en een man stapten uit. De bestuurder liet de motor lopen, een walmende diesel. ‘Dan blijft het binnen lekker koel,’ hoorde ik hem zeggen. De vrouwen hadden overgewicht. De man was daarentegen broodmager, wat hij compenseerde met een tattoo in zijn nek, iets met een doodshoofd.
Drie van de vier waren direct druk met hun mobieltjes, maar een van de vrouwen speurde door een verrekijker. Daarmee volgde ze in de verte de werkzaamheden van enkele natuurbeheerders die met tractoren bezig waren hooibalen te verspreiden. Deze mensen van Staatsbosbeheer voerden de grote grazers bij, iets wat de vrouw met de verrekijker van commentaar voorzag.
‘Dat is toch veel te weinig hooi, schandalig gewoon,’ zei ze met een rokersstem en een peuk tussen haar vingers.
‘Hufters,’ zei de eveneens rokende man, terwijl zijn stationair dieselende Nissan op de achtergrond vreugdeloos CO₂ bleef uitstoten.
Uit hun verdere conversatie kon ik opmaken dat het viertal hier vaker kwam, misschien ter inspectie of gewoon omdat hun leven zo hol was waardoor ze verder weinig zinnigs te doen hadden. Wellicht waren het fulltime activisten die het hongerleed van de herten, runderen en paarden wilden monitoren. En daar graag verslag van wilden doen via de digitale tamtam - hun mobieltjes maakten immers overuren.
‘Ligt daar rechts nou een dood paard?’ zei een der vrouwen. ‘Of is het een grijze vuilniszak? Ken jij ut zien, Miek?
‘Een paard,’ zei Miek verbeten door haar verrekijker turend, 'die leg daar al een week.'
‘Hufters,’ herhaalde de man met het doodshoofd in zijn nek.
Ik stapte weer op mijn fiets en verwijderde me van deze activisten, zo ver mogelijk.  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten