zondag 8 juli 2018

Punthoofd

Blok, ik vind dat een sterk woord. Blok klinkt zoals het is, blokkig. Iets dat zwaar en vierkant is. ‘Hij is een blok aan mijn been’ is een uitdrukking die dan ook sterk tot de verbeelding spreekt. Je kunt geen kant op, zit vastgeketend aan iets zwaars. Hartstikke duidelijk. Hetzelfde geldt het begrip ‘een blok vormen’. Je ziet het voor je, een groepje gelijkgestemden dat zich schrap zet. Een stug en onbuigzaam geheel, hakken in het zand. Lastiger wordt het met ‘ik viel als een blok in slaap’. Slaap associeer ik met prettig comfort, met schaapjes en fris linnengoed. Maar als een blok inslapen lijkt toch meer op half dood neerzijgen, wat minder comfortabel is. Nog moeizamer wordt het met ‘ik viel als een blok voor hem/haar’. Hier is verliefdheid in het spel en daarbij denk je eerder aan vlinders en nachtegaaltjes dan aan iets dat looiig en hoekig is. En dan is er nog het werkwoord blokken wat staat voor hard studeren. Studeren als een stel zware, vierkante objecten lijkt me niet de methode om te slagen voor je vmbo. Al met al krijg ik van dit soort taalbeschouwingen een punthoofd, of zelfs een blokhoofd. Hoogste tijd voor een bètablokker. Maar eerst een blokje om.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten