woensdag 31 juli 2019

Professioneel

‘Alles uit, maar bovenkleding aanhouden,’ zei de verpleegkundige terwijl ze het gordijn rondom mijn ziekenhuisbed dichttrok. In de praktijk betekende het ‘piemelnaakt op je T-shirt na’, maar dat kan zo’n professional natuurlijk moeilijk zeggen. ‘Als u klaar bent stapt u in bed en kom ik zo weer bij u,’ hoorde ik achter het gordijn.
Inderdaad kwam ze even later terug. Ze keek of ik zedelijk onder het laken lag en schoof het gordijn weer open. In het bed naast me zag ik een vrouw soezen. De nawerking van het roesje, wist ik. Buuf was klaar met het darmonderzoek, ik moést nog.
Vervolgens verrichtte de verpleegkundige nog wat metingen bij mij en de soezende vrouw naast me.
Tegen mij zei ze professioneel en geruststellend: ‘Uw bloeddruk is wel wat aan de hoge kant, maar dat zie je vaak vlak voor zo’n onderzoek.’
Tegen mijn buurvrouw zei ze professioneel en geruststellend: ‘Uw bloeddruk is wel wat aan de lage kant, maar dat komt vaak voor na zo’n roesje.’
Daarna keerde ze zich weer tot mij om het infuus voor mijn drogeringsmiddel te plaatsen. Tussen haar voorbereiding door vroeg ze me of ik de afgelopen maanden in een buitenlands ziekenhuis had gelegen, een AZC had bezocht dan wel een varkens- of kippenboerderij.
Nee, nee, nee, zei ik waarna ik, grapjurk als ik ben, vroeg om een dubbele dosis. Ze antwoordde met een vlijmende naald in mijn opbollende ader, heel professioneel, maar niet zo geruststellend.

donderdag 25 juli 2019

Naveltruitjes

Het verkoopstertje in de strandkiosk reikte mij mijn ijsje aan. Zich iets voorover strekkend zag ik dat ze een naveltruitje droeg. Verrassend, want ik dacht dat naveltruitjes passé waren. Hoe dan ook, ze had een mooi naveltje: een fluwelen knoopje dat niet te diep, maar ook weer niet te ondiep lag - gelukkig geen piercing. Ook de welving van haar buikje was precies goed. En ze had een alleraardigst bosje hout voor de deur. Haar truitje was eveneens mooi, wit met een werkje erdoorheen. Van haar gezicht moest ze het helaas niét hebben. Niet dat ze nou spuuglelijk was, maar ze had gewoon iets van een mopshondje, met haar platte neusje waaronder een parelend zweetsnorretje waar ze om de tien seconden met het puntje van haar tong overheen likte. Trouwens, wanneer zie ik eigenlijk nog echt lelijke jonge vrouwen? In mijn tijd waren ze best talrijk. Maar misschien ziet de wereld er per definitie wel anders uit voor ouwe scrotums zoals ondergetekende. Eentje die al mopperend achter de sanseveria’s kruiswoordpuzzels zit op te lossen. Zo kwam ik onlangs al puzzelend nog het zinnelijke woord ‘bustier’ tegen, damesondergoed. Mooi hoor. Helaas ontwaar ik, wat dameskleding betreft, anno nu in puzzels steeds vaker woorden als 'hidjab' of 'nikab'. Iets gaat er fout in dit land, denk ik dan. Ter compensatie ga ik straks maar weer eens langs bij de strandkiosk; het is tropisch warm, dus hoog tijd voor alweer een ijsje. Hopelijk word ik dan opnieuw geholpen door dat ene meisje. Met haar naveltruitje en zo.

zondag 21 juli 2019

Halfvol

Het was me al eerder opgevallen dat teckels populair zijn bij bootvolk. Zo zag ik gisteren over de steiger van de jachthaven weer zo’n exemplaar achter zijn vrouwtje aan trippelen. Heel maritiem, gezien het oranje zwemvestje dat de teckel droeg. Daar kun je op verschillende manieren tegenaan kijken.
Degene voor wie het glas halfleeg is, ziet een door de fokkerij mismaakte wolf die ernstig is gemuteerd ten behoeve van de konijnenjacht. Bovendien draagt dit worstvormige beest met zijn oranje zwemvestje ongetwijfeld de Westerse perversie uit. Want leg dit beeld maar eens uit aan mensen afkomstig uit minder bedeelde wereldregio’s, met name aan hen die open water niet zien als recreatieplek, maar als ontsnapping uit de hel.
Degene voor wie het glas halfvol is, ziet een koddig dier dat vredig schommelend over het havenplankier achter zijn vrouwtje aandrentelt. Hij is bijzonder innemend met zijn korte pootjes, borstelig snoetje en intelligente kijkers. Eigenwijs ogend en in zekere zin menselijk, vooral met zijn oranje zwemvest.
Iedereen mag vinden wat-ie vindt. Maar gezeten op een bankje langs de haven, liep mijn glas bijna over.



dinsdag 16 juli 2019

Drion

In dit verzorgingshuis was ik niet eerder geweest, kende er de weg dus niet. Ik kwam op bezoek bij een oude kennis die er sinds kort woonde. Al struikelend over her en der geparkeerde rolstoelen en rollators dwaalde ik rond. Ineens stond ik in een grote eetzaal. Het was een riante ruimte die uitkeek op een al even mooie binnentuin. Ofschoon het pas half vijf ’s middags was, zaten zes bejaarde bewoners al op hun (vaste?) plaats – bij elkaar schatte ik ze ruim vijfhonderd jaar oud. Zes bleekroze, transparant gemarmerde hoofden staarden me onderzoekend aan, mogelijk zelfs hoopvol. In hun ogen was ik misschien wel de lang verwachte engel des doods. Of Huib Drion* himself?
Wat later zat ik bij mijn oude kennis in haar 2-kamer unit. We babbelden over de onderwerpen waarover mensen doorgaans spreken in zo’n setting. Nieuwtjes, wel en wee, vroeger. Ons samenzijn duurde hooguit een half uur; zoiets moet niet te lang duren. Op zoek naar de uitgang passeerde ik opnieuw de grote eetzaal. Tot mijn verrassing was die nu grotendeels gevuld. Ondanks dat het pas vijf uur ’s middags was, zaten veel bewoners dus al klaar voor het avondeten dat zo te zien nog lang niet werd opgediend. Droefheid bekroop me bij het aanzien van dit leven dat kennelijk bestaat uit wachten.
Toen ik de dikke warmte verliet, de entree passeerde en de automatische deuren achter mij dicht gleden, prikte ineens motregen op mijn wangen. Zelden knapte ik zo op van miezerig weer.

---------------

* Rechtswetenschapper Huib Drion kwam in het nieuws met zijn idee dat ouderen die dat wensen, zelfstandig en op een humane manier uit het leven moeten kunnen stappen. Daarvoor dienen middelen beschikbaar te zijn, stelde hij. Zo'n (fictief) middel werd (door anderen) al snel 'De Pil van Drion' genoemd. Zie verder Wikipedia of druk HIER voor een kort filmpje.

donderdag 11 juli 2019

Kudde-instinct

In Griekse dorpjes liggen de tavernes meestal in een strook langs een haventje of baai. Heel gezellig allemaal, maar voor een passant is het best lastig kiezen. Dat overkwam ons in het schilderachtige Koroni, gelegen aan de al even fotogenieke baai van Messinia. Want ja, waar is het eten goed, de bediening sympathiek, waar zijn de prijzen leuk, kortom wat lokt aan? Mijn begeleidster vindt sfeervolle verlichting belangrijk. Ik val meer op de kleur van de tafelkleedjes. Waar we het beiden echter over eens zijn, is dat we nooit voor een volle taverne gaan. In het algemeen wordt gesteld dat je juist daar moet zijn, want die drukte is een indicatie voor kwaliteit. Wij zijn echter van mening - door schade en schande wijs geworden - dat die drukte louter en alleen wordt veroorzaakt door instinct: elkaar nadoen, erbij horen, zien en gezien worden.
Afijn, pal naast zo'n afgeladen taverne lieten wij ons uiteindelijk zakken op een nagenoeg uitgestorven terras. Na lang wachten kwam een onooglijk (net wakker geworden?) oud mannetje onze bestelling opnemen. Zijn leeftijd en tandeloosheid deden mij vermoeden dat hij als partizaan in het Kretenzer hooggebergte nog tegen Hitlers Fallschirmjäger had gevochten. Vervolgens moesten we nog een dagdeel wachten voordat er ook maar iets op tafel kwam – ik bezweek bijna aan een hongerklap. Maar uiteindelijk kregen we de meest verrukkelijke lunch van onze vakantie voorgeschoteld, voor een minimaal bedrag. Toen we een half uurtje later uiterst voldaan opstapten, lieten we het terras weer leeg achter. De taverne ernaast puilde nog steeds uit.

Een salade op vers gebakken brood (daarom moesten we zo lang wachten),
gefrituurde aubergines, een karaf wijn en een halve liter bier.
Deze lunch voor 2 personen kostte ons 14 euro.
Volledig verzadigd hielden we zelfs over, waarmee we de vissen
in het glasheldere zeewater pal naast ons tafeltje een plezier deden.


zondag 7 juli 2019

Narcisme

Een zonnebril passen is een zotte vertoning. Je plukt zo’n ding uit een rek, zet ‘m op je neus, wurmt jezelf voor een spiegeltje en ziet je hoofd met een vreemd attribuut waarop een stickertje is geplakt of waaraan een irritant labeltje hangt.
Gelukkig bestaat er een alternatief. Thuis. Wat je nodig hebt is een computer met een webcam. Daarop googel je een online brillenwinkel*. Op het gevonden adres zoek je iets naar jouw smaak uit. Dan ga je naar de pas-opties. Doorgaans zijn het er twee: Je kunt een foto van jezelf downloaden (waarbij je frontaal in de lens kijkt) waarna de door jouw gekozen bril automatisch digitaal op je neus wordt geplakt. Maar veel geiniger is de tweede optie: de webcam die je activeert middels een of andere button. Je ziet vervolgens jezelf live in beeld waarbij je wel je smoelwerk zoveel mogelijk binnen een bepaald kader dient te houden. Ach, het wijst zichzelf allemaal wel. Als het goed is, wordt nu ook automatisch de eerder gekozen bril op je gezicht geplaatst. Het zotte is dat bij hoofddraaiingen de bril in 3D meebeweegt. Dat gaat zeker niet perfect - het ziet er zelfs volkomen idioot uit -, maar juist daardoor oogt het reuzeleuk. Althans, indien je een ijdeltuiterige narcist bent én een kinderlijk soort humor bezit.
Dus.

* Proef op de som? Klik HIER, zoek een leuk modelletje uit en druk op button 'online passen'.

woensdag 3 juli 2019

Dokter in de zaal?

Op het moment dat onze vakantie-Boeing van de gate werd ontkoppeld en richting startbaan taxiede, begon drie rijen voor ons een uk van een maand of 16 keihard te blèren. Ongetwijfeld was ik niet de enige die zich ergerde, want een krijsende koter in een vliegtuig is een kwelling voor iedereen. Huur godskolere met dat grut ergens op de Veluwe zo'n kuthuisje van Centerparcs, foeterde ik binnensmonds en opgefokt vanwege de reisstress, wat bij mij het slechtste naar boven haalt. Het hielp niet, het geblèr bleef de cabine vullen, wat paps en mams ook probeerden. Dat beloofde wat voor een vlucht van drie uur!
Plots kraakte de nasale stem van de purser door de speakers. Of er misschien een dokter aan boord was, want er was een passagier onwel geworden. En laat nou net de vader van het krijsende kind zijn hand opsteken. De man was arts, kennelijk.
Terwijl onze piloot zijn 737 ergens langs de runway parkeerde, spoedde de vader/arts zich samen met een van de stewardessen richting het noodgeval, ergens achterin het toestel. Tijdens zijn afwezigheid was de moeder met rood hoofd druk doende haar kleintje rustig te krijgen, wat nauwelijks lukte. En wij medepassagiers keken lijdzaam toe of hoorden het aan, onderwijl vrezend voor een terugkeer naar de gate met grote vertraging tot gevolg, mocht het achterin om een ernstige situatie gaan. 
Ruim een kwartier was verlopen toen de arts terugkeerde naar zijn seat. Het noodgeval bleek weer stabiel, onze vlucht kon doorgaan, riep de purser opgelucht om. En wonder boven wonder, op het moment dat de vader zich weer bij zijn gezin voegde, viel ook zijn kindje stil. Iedereen blij. Hoe (mijn) ongenuanceerde ergernis rap om kan slaan in bewondering en dankbaarheid.

Uiteindelijk toch op weg, ergens boven de Alpen.