De
eerste door het KNMI officieel bestempelde zomerse dag viel samen met
Hemelvaart, de dag dat Jezus ten hemel voer. Dus was het druk op het strand waar ik me heen had
gespoed voor de eerste duik van het jaar. Die duik was van zeer korte
duur want het IJsselmeerwater was nog gemeen koud. Al snel lag ik daarom weer op
mijn badlaken in de weldadige zon op te warmen. Vanuit mijn (ietwat afgelegen) positie had ik riant uitzicht op de kleurrijke mensheid om me
heen. Het strand was goed gevuld, voornamelijk met de bloem der
natie. Al die jonge mensen zagen er mooi en blakend uit. Met mijn
tenen wellustig in het warme zand gestoken, zag ik groepjes sportschooljongens
met een volleybal in de weer en schaamteloos poserende meiden die
elkaar fotografeerden; er klonk eigentijdse muziek waarop ritmisch
werd bewogen. Ik hoorde zeemeeuwen, rook zonnebrandolie en tuurde naar
de passerende zeiljachten die, komend uit de nabij gelegen sluis,
het ruime sop kozen. Ik werd er blij van, ook toen een grappig torretje van rechts komend over mijn buik trippelde, mijn navel omzeilde
en vervolgens van mijn linkerzij afgleed om op het strandlaken weer
verder te marcheren. Even later dommelde ik in.
Het moge duidelijk zijn dat dit verhaaltje geen enkele diepte bezit. Maar
lome zomerse strandtaferelen kunnen makkelijk zonder. Zelfs op de dag dat Jezus ooit ten hemel voer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten