zondag 29 mei 2022

The Last Duel

Het blijft wringen: een Hollywood-productie met sterren als Matt Damon, Jodie Comer, Ben Affleck en Adam Driver die middeleeuws-Amerikaans spreken in een Europees kostuumdrama. Maar oké, geen ge-kniesoor, dus ging ik er eens lekker voor zitten, want wanneer zag ik nu voor het laatst een ouderwets vette ridderfilm? Nou ja, ouderwets? Het thema is nogal actueel, namelijk Me Too.
    In het kort gaat The Last Duel over de twee bevriende ridders Jean en Jacques in het hardvochtige 14de-eeuwse Frankrijk. Maar als Jean ergens op veldtocht is, stort vriend Jacques zich letterlijk op de aantrekkelijke Marguerite, de in haar kasteel achtergebleven echtgenote van Jean. Verkrachting heet zoiets. Dat mag natuurlijk niet - toen niet en nu niet - dús komt er gelazer van. Direct na thuiskomst daagt de briesende Jean vriend Jacques uit tot een duel. Een terzijde: dit verhaal berust op enige waarheid, want het schijnt het laatste gedocumenteerde, door het Franse hof gefaciliteerde duel tot de dood te zijn tussen twee edelen.
     Wat deze lange ridderfilm bijzonder maakt, is dat de gebeurtenissen worden bezien door de ogen van zowel Jean, Jacques als Marguerite. De harde feiten blijven weliswaar overeind, maar doordat het perspectief verschilt, ontstaan er nuances die een weifelend mens doen afvragen hoe fout fout is. Maar goed, daar ga ik niet over. Wie daar in de film wel over gaat, is God. De verliezer van het duel-tot-de-dood (volgens de mores van die tijd hangt ook Marguerites leven ervan af) zal de schuldige zijn. De uitslag wordt namelijk niet bepaald door de krijgskunsten van Jean en Jacques, en ook niet door hun paarden, maliënkolders, zwaarden en dolken, maar door Hem. Waar Hij was tijdens het vergrijp, dát vertelt deze story niet. 

Trailer zien? Klik HIER

zondag 22 mei 2022

Panorama Mesdag

Met een uitgeprinte routebeschrijving in de hand liepen we over de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen. Mijn begeleidster en ik bezochten de graven en een enkele urn van nogal wat prominenten. Ik noem de impressionistische schilder Jacob Maris, wereldkampioen baanwielrennen Piet Moeskops, de schrijvers Louis Couperus, J.J. Voskuil en Menno ter Braak, Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen, oprichters van opleidingsinstituten als A.A. Schoevers (kantoorpersoneel) en jonkvrouw S.K. de Bronovo (verpleegkunde), theoloog Abraham Kuyper, boekhandelaar De Slegte, zanger Willy Derby, tv-presentator Kick Stokhuysen, ministers-presidenten Drees en Gerbrandy en nog heel wat lieden van adel, politici, legerleiders, bekenden uit de sportwereld, beeldende kunst en variété. Zij allen lagen er mooi bij. Sereen ook, zo onder het gefilterde licht van de statige oude eiken in het voorheen duinengebied. (Vandaar de naam van dit oude kerkhof dat in 1247 ontstond.)
     Wiens graf we aan de hand van het routekaartje niét konden vinden, was dat van Hendrik Willem Mesdag, beroemd van zijn Mesdag Panorama te Scheveningen. Volgens de beschrijving waren we ‘warm’, maar waar lag die verrekte kunstschilder nou precies? Ik besloot het te vragen aan een vrouw die vlakbij, samen met twee verveeld kijkende tienermeiden (wellicht haar dochters), bezig was petunia's te begieten op een vers ogend graf. Ze wist helaas niet waar Hendrik Willem Mesdag lag; sowieso maakte ze de indruk dat het haar totaal niet boeide. 
     ‘Ik weet alleen waar mijn vader ligt, en dat is hiér,’ zei ze kortaf en wijzend naar de petunia's. Gelijk had ze. Wat moet je met al die dooie prominenten als je bij het graf van je vader staat. 

Museum Panorama Mesdag


zondag 15 mei 2022

Zelfhaat

Van verreweg de meeste zaken snap ik niets. Nee, ik bedoel niet zoiets als de werking van een accu, een galblaas of het ontstaan van zwarte gaten. Daar weet ik weliswaar ook niets van, maar als men mij dit soort zaken rustig uitlegt, begin ik toch een aardig beeld te krijgen. Waar ik echter nooit iets van zal snappen, is waarom je rug meestal jeukt op een plekje waar je nét niet bij kunt. Zó vreemd. Ook begrijp ik maar niet waarom nogal wat lieden een persoonlijke ringtone op hun mobieltje installeren. Oké, er is natuurlijk een verlangen naar herkenbaarheid. Wellicht belangrijker is het streven naar individualiteit, naar het eigene alwaar je, conform deze tijd, natuurlijk prat op dient te gaan en dus uit moet dragen. Maar hoe gaat zoiets in de praktijk?
     Je loopt in de openbare ruimte en ineens begint je telefoontje te schetteren. Omstanders kijken je verschrikt aan. En geërgerd, want jouw favoriete ringtone is vrijwel nooit hún favoriet. (Ooit hoorde ik 'Allahu Akbar' blèren uit de handtas van een hoofdoekje.) Bovendien wordt zo'n gepersonaliseerde riedel vanwege het minuscule klankkastje dusdanig vervormd dat men gerust mag spreken van auditieve verkrachting. Dit alles zorgt ervoor dat je zo snel mogelijk op de oproep reageert, wat betekent dat je je favoriete soundtrack middels een venijnige vingerbeweging abrupt het zwijgen oplegt, oftewel de nek omdraait. 
     Tenzij het een vorm van zelfhaat betreft, snap ik hier dus niets van. Veel logischer zou het zijn een akelig geluid als ringtone te installeren. Bijvoorbeeld het brullen van een woedende gorilla of de stem van der Führer, die opties bestaan namelijk. Snel opnemen is dan het devies, opdat men ervan verlost is.
     Bottom line: wat is er mis met een meer neutrale rinkel of bliep?

zondag 8 mei 2022

Genderfluïde

Hij en zij wandelen gearmd langs mijn tafeltje op het buitenterras van een aangenaam etablissement. De man houdt met zijn vrije hand een blonde hond kort aangelijnd. Een mooi stel, rond de vijftig. Zijn dame trippelt op naaldhakken waardoor ze een half hoofd boven hem uitsteekt. Haar kleding is uitdagend: een strak kokerjurkje dat van voren laag is uitgesneden zodat haar volle boezem glanst in de lentezon. Ze is ook flink opgemaakt: lippen van kersen, kapsel van Jane Fonda, oogschaduw van Corneille. Kleine dissonantie bij haar is een 'middelbaar buikje', maar allez, ge kunt niet alles hebben. De twee kiezen voor een tafeltje recht voor mijn vizier, waar ze meteen gezellig beginnen te smoezelen, zijn arm innig om haar schouder. Een mooi stel, ik schreef het al, alhoewel de vrouw me bij nader inzien toch wat hoekig lijkt.
     Een ober stopt bij hun tafeltje. Zij bestelt. Witte wijn voor haar, Belgisch biertje voor hem en een bak water voor de hond, want 'die heeft het zo warm'. 
     Het is haar basstem die duidelijkheid brengt: zij is - of was - een hij.
     Travestie is hier natuurlijk mogelijk (zelfs op een doordeweekse middag, ergens op de Veluwe), maar vanwege die half ontblote, volle boezem ligt geslachtsverandering meer voor de hand. Maar hoe zit het dan met haar stem, want ze klinkt als Maarten van Rossum? Ach, wellicht zit ze nog midden in transitie en moeten de hormonen nog indalen, of zoiets. Overigens, heet zo iemand niet transgender? Of is transseksueel de juiste benaming? Of non-binair? Of...
     Tjezusss! Waarom toch dat vermoeiende gehengel naar label of genderfluïde status? Het antwoord komt zodra ik mijn blik afwend, en in de spiegelende ruit van het etablissement een miezerig burgermannetje zie zitten.

zondag 1 mei 2022

She loves you

Tijd is relatief, bewees Einstein. Maar die relativiteit zit ook domweg in je grijze massa. Neem een periode van pakweg twintig jaar. Voor ouderen is dat slechts een fase. Voor een jongere vormt dezelfde tijdspanne het bestáán.
     Laten we voor de gein twintig jaar teruggaan. Toentertijd werd de gulden opgedoekt en vlogen Boeings het WTC binnen, gebeurtenissen die in mijn beleving gisteren nog plaatsvonden. Voor de meeste jongeren is het iets uit een heel ver verleden. Ze weten ervan, zien of lezen het op hun schermpjes, maar gevoel hebben ze er nauwelijks bij.
     Oké, hou diezelfde twintig jaar nog even vast. Zo’n zelfde pauze - korter zelfs - zat namelijk tussen de Holocaust en The Beatles. Nou heb ik een hekel aan het woord ‘bizar’, maar hier zou het toch aardig op zijn plaats zijn. Er bevonden zich, nondeju, amper twintig lentes tussen de gruwelen in Auschwitz en het zoetige She loves you van het langharige viertal uit Liverpool. Als tiener liep ik begin Sixties weg met de Fab Four die bezig waren een revolutie te ontketenen. De godganse dag zat ik dan ook thuis met mijn vettige puistenkop aan de transistorradio geplakt. De volwassenen uit mijn omgeving zagen dit sneue gedweep natuurlijk vol onbegrip aan. Logisch, hun hoofden waren nog gevuld met beelden, geluiden, geuren van het Jappenkamp, de Bersiap en ten slotte de moeizame inburgering in dit voor hen zo vreemde (vader)land. Onze leefwerelden waren, zacht gezegd, nogal gescheiden.
     Nu ik er zo over nadenk, is het eigenlijk best een mirakel dat verschillende generaties begrip voor elkaar kunnen opbrengen. Want dat doen ze. Soms. 

Tussen deze foto uit Buchenwald en DIT FILMPJE zit minder dan 20 jaar...