zondag 4 juni 2023

Hatsjikidopolos

De afgelopen dagen verbleef ik op een Grieks eiland. Zo’n molshoop uit zee is eigenlijk een soort Helleens Madurodam: alle schoonheid verzameld op een klein oppervlak. De eilanden - pakweg zesduizend stuks, de meeste onbewoond - in de turkooizen, zonovergoten wateren van de Ionische of Egeïsche Zee zijn voor mij daarom magnetisch. Velen zijn het fel oneens met me, maar ik vind elke vierkante meter van de Griekse archipel mooier dan alle 41.543 miljoen vierkante meters die heel Nederland vormen. Toegegeven, wij kaaskoppen kennen wereldberoemde kunstschilders die ons landschap flatteus en sfeervol hebben weergegeven. Maar als diezelfde kunstenaars op sprookjesachtige eilanden als Hatsjikidopolos, Lelyfalonia of Fantasticoros hadden geleefd dan hadden ze pure kitsch geproduceerd, ówaren ze compleet doorgedraaid. Het is er gewoon té mooi. Ieder gepleisterd muurtje is er té wit, elk geschilderd raamluik té in your face, en dat geldt ook voor ieder kerkkoepeltje, elke druif of olijf en ieder golfje zeewater: té blinkend, té helder, té zoet, té geurig, té veel schittering. 
     Zoals gezegd, het is er optisch te fraai om na te bootsen. De oude Grieken begrepen dat zelf dondersgoed. Daarom legden zij zich vooral toe op het schilderen van iconen, een orthodox-religieuze kunstvorm waarbij naturalisme en diepte nauwelijks van belang zijn. Anders dan de Hollandse meesters hadden ze aan de natuurlijke weergave totaal geen boodschap, want 's lands pracht kon je toch niet vangen. Sterker, in plaats van al dat aardse schoons te dupliceren, stelden wijsgerige Grieken er veel liever vragen over, turend naar hun flonkerende sterrenhemel en transparante wateren. Dit alles in de hoop op meer inzicht en wijsheid, iets wat we filosoferen zijn gaan noemen. En dat is dan ook precies wat ik er, starend vanaf menig rustbankje, de afgelopen dagen probeerde. Met matig succes overigens.  


2 opmerkingen: