Ik bevestig mijn fiets aan het
daartoe bestemde rek voor de ingang van de bibliotheek. Een paar meter verderop
staan een jongen en meisje, rond de vijftien. Ze praten luid.
‘Nou, wat doe je, ga je nog mee,’
vraagt de knul tussen twee hijsen aan zijn sigaret.
‘Ja doei, als ik meega loop ik zo
een soa op,’ zegt het meisje.
Ik spits mijn oren en morrel langer
dan nodig aan mijn fietsslot.
‘Moe je maar zelf weten,’ bromt het
joch, waarop het meisje dom grinnikt.
Ik kan niet eeuwig doorgaan met morrelen
aan mijn slot - goed afluisteren is weten wanneer te stoppen. Met tegenzin stap
ik daarom de bieb binnen en zie nog net hoe de jongen zijn smeulende peuk geroutineerd
met middelvinger en duim wegtikt tussen de gestalde fietsen. Binnen, langs
de boeken lopend, zie ik mezelf als veertien-, vijftienjarige. Ik zie
hoe ik tijdens een schoolfuif voor het eerst een meisje ten dans vroeg. Anneke
Akkermans, ze droeg een vlinderbril. Mijn kaken waren verlijmd, er zat Brinta
in mijn knieën, mijn blaas stond op knappen, m’n deo bezweek en mijn puisten
barstten simultaan uit. Maar voor een soa had ik geen angst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten