zaterdag 17 mei 2014

Dino's

De kauw loert naar me, houdt zijn kop scheef, schrandere blik. Ik kijk naar dat calculerende wezen vlak voor me op de grond. Hij paradeert een paar passen naar links, een paar passen naar rechts, onderwijl omhoog kijkend naar de man die, in de zon op een bankje gezeten, een hoornijsje zit te eten. De kauw hoopt vurig dat er een stukje oubliehoorn voor hem overblijft. Hij weet nog niet dat ik reeds heb besloten hem zo meteen het laatste puntje toe te werpen. In de tussentijd bestudeer ik het prachtige dier. Zwart op zwart met een leigrijze kop waarin ijsblauwe, priemende ogen. Ik herken de dinosauriër die hij ooit was - nazaat uit Trias, Jura, Krijt, de oertijd dus.
Ik gooi het puntje van de oubliehoorn naar de kauw. Amper heeft het de grond geraakt of de vogel grist het weg en maakt zich uit de voeten. In no time strijken vier soortgenoten van hem pal voor mij neer. Ik had het kunnen weten, kauwen zijn groepsdieren. Tsjek klinkt het hard en hol. Tsjekkertsjek, tsjek, tsjek. Ze hebben pech, geen stukje oubliehoorn meer te vinden. De vier kijken mij aan, met hun ijsblauwe, priemende blik. De oertijd, die is nu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten