dinsdag 30 mei 2017

Ontdooien

Met een doffe plof viel hij onlangs op de mat: de Telefoongids 2017-2018. Binnen mijn regio onthult hij gratis en voor niets de gegevens van 001 Almere Taxi aan de Leendert Valstarstraat 8 tot en met Zijlstra & Zn Veehouderij aan het Middelbeekpad 5 te Zeewolde. Ofschoon ik dit archaïsche boekwerk het komende jaar niet zal openslaan (wie wel?), leg ik hem toch altijd weer devoot op zijn vaste plek, exact daar waar de oude lag die ik in één moeite door in de kliko mieter. Een vast ritueel.
Hetzelfde geldt het ontdooien van mijn ijskast, wat ik daags daarop deed. Want ook dát vormt een jaarlijkse piek binnen mijn toch al met vele hoogtepunten gelardeerde bestaan. Eerst de boel leeghalen, stekker eruit en dan maar wachten tot het ijs is omgezet in meanderend smeltwater. In de tussentijd de (groente)laden en andere compartimenten duchtig reinigen waarna alles weer spic en span is. Regelrechte zen.
De nieuwe telefoongids en de herboren ijskast zeggen hetzelfde: weer één jaar voorbij. Markeringspunten zijn het. Dat geldt wellicht ook dit blog dat, vaste prik, om de zoveel tijd op zwart gaat. Zo ook nu. Tabee. 


donderdag 25 mei 2017

Python

We bezochten mensen die een beeldschoon huisje bewonen, gesitueerd aan een afgelegen zandpad in een lieflijk bos. Een lustoord, ook voor vossen, marters, herten en groene spechten. Vanuit de fraaie wilde tuin stond ik dit paradijselijke decor in me op te nemen, toen plots uit een openstaand raam de kreet klonk: een slang! Het serpent(je) lag opgerold in een hoek van de entree; waarschijnlijk was hij door één van de katten als jachtbuit naar binnen gesleept. IJlings toegesneld, liepen de rillingen over mijn rug, want ik heb angst voor alles dat kronkelt, iets wat met verve is overgebracht door mijn moeder die aan de Tropen een daverende slangenfobie heeft overgehouden. Desondanks zei ik geforceerd koel en hautain tegenover het samengedromde, opgewonden gezelschap: ‘O een ringslang, een jonkie nog.’ Mij werd daarop door de omstanders gevraagd of ik dat wel zeker wist. ‘Is het geen adder? Die zitten hier namelijk ook hoor!’ ‘Neenee,’ zei ik nog koeler en nog meer hautain, ‘kijk maar naar die gele vlekjes.’
O, had ik mijn arrogante smoel maar gehouden, want nu werd van mij, de Grote Koele Kenner, verwacht dat ik deze weerzinwekkende python terug zou bezorgen in zijn habitat. Met gutsende oksels heb ik uiteindelijk aan die opdracht voldaan. Maar de nacht erop werd ik krijsend wakker. Ik was omringd (letterlijk!) door duizenden slangen; ze kronkelden rond mijn middel. Lieve moeder, het is je heel aardig gelukt.   


maandag 22 mei 2017

Krabbegat

Ik zie hem nog voor me. De bloeddoorlopen ogen van een geagiteerde tyrannosaurus en een snor met punten die natrilden als hij Uef Ajjjt! brulde, oftewel Geef Acht! Korporaal Hendriks was (beroeps)instructeur van het klasje waarmee ik eind 1968 opkwam voor mijn nummer, zoals dat toen zo fraai heette. Hendriks leerde ons hoe je een Uzi binnen 30 seconden in en uit mekaar kon schroeven, hoe te exerceren, hoe je je nest moest opmaken en je locker inrichten volgens Handboek Soldaat, hoe je knopen moest aannaaien en dat je na het zuipen 's nachts je helm aan je stapelbed diende te hangen om bij noodweer erin te kotsen. Locatie was de Cort Heyligerskazerne gelegen aan de rand van Bergen op Zoom, tijdens Vastenavond beter bekend als Krabbegat.
48,5 jaar later sta ik er weer. De helft van de kazerne blijkt afgebroken ten gunste van vinexhuisjes; in het nog bestaande deel bevinden zich enkele gezondheidsinstanties. De markante kazernepoort heeft Monumentenzorg weten te behouden; hier liep ik mijn eerste wacht tijdens kerstnacht waarbij ik me verdomd klein voelde, zo ver van huis. Het klassieke verhaal wil echter dat ik tijdens die basisopleiding in Krabbegat een soldaat c.q. kerel werd, met dank aan korporaal Hendriks. Best mogelijk, maar bij nachtelijke oprispingen verkies ik nu gewoon een emmertje. 


donderdag 18 mei 2017

Elburg

Vanuit de ruimte bezien getuigt de perfecte symmetrie van een rijke historie met stadspoorten, -wallen en -grachten. In de loop der tijd is het gelukkig nauwelijks veranderd. Oké, de stadsmuur is ietwat verbrokkeld, maar dat maakt het doorleefder. Het stadje is petieterig en knus met zijn eethuisjes, terrasjes en boetiekjes. Bovendien is er, op wat fietsers na, nauwelijks verkeer. Dat maakt het fijn slenteren, vooral door de pittoresk geplaveide achterafstraatjes vol historische, goed onderhouden geveltjes met bordessen bloeiende kuipplanten waartussen luie katten zich schaamteloos uitrekken. Logisch ook dat zo'n beeldschone ansichtkaart toeristen trekt. Vriendin en ik waren er onlangs en hoorden, naast de kenmerkende streektaal, ook Duits, Engels, Spaans en iets Oost-Europees (een klussende bouwvakker op een steiger). Als altijd wipten we binnen bij ijssalon Casa Piccola, wat ons betreft de kers op de Elburgse taart. We bestelden er respectievelijk de smaken tony chocolony met yoghurt-bosvruchten en framboos met amarena kers. Op een zonnig bankje langs de stadsmuur lebberden we daarna ongegeneerd aan de ambachtelijk bereide ijsbollekes waarbij we als kliederende kleuters onhandig lekten op bloes en broek. En dát in zo'n vlekkeloos stadje.




maandag 15 mei 2017

Feyenoord

De Rolling Stones komen weer naar ons toe. Twee optredens ergens in het najaar. Toen ik dat hoorde vroeg ik me af of ik een ticket zou bestellen. Want ja, de Stones, daar ben ik mee opgegroeid, bovendien vind ik hun muziek heel oké. Maar zoals altijd bij dit soort afwegingen, volgde al snel een tweede vraag: is het me waard er zoveel poen voor uit te trekken, waarna ik in dichte drommen naar een ruimte zal worden gestuwd waar ik klem zit/sta tussen intimiderend veel fans en migraine veroorzakende beats of lichtflitsen teneinde een glimp van een stel afgoden op te vangen? Nevernooit! Bovendien wordt de weerstand tegen deze heisa versterkt doordat mijn adoratie jegens anderen tamelijk beperkt is. Eenzelvigheid? Eigendunk? Narcisme zelfs? Als Mick Jagger mij bijvoorbeeld zou aanbieden een handtekening op mijn T-shirt te kalken, zou ik het zonde vinden van mijn T-shirt. Dat veel voetbalfans na een behaald kampioenschap de clubsymbolen op hun lijf laten inkten snap ik weer wél. Zij voelen zich vaak - bewust of onbewust - individueel nogal nietig waardoor ze dolgraag als kameraden hand in hand gaan. Hier geen narcisme maar juist liefde die riekt naar afgoderij. Voor Feyenoord bijvoorbeeld.


donderdag 11 mei 2017

Compensatie

In mijn tuin- en kinderrijke woonbuurt verrezen afgelopen tijd enkele boomhutjes. Best geinig, maar kinderen zie ik er nooit in. En dat is toch een tikkie sneu voor de bouwer, meestal een handige vader. Waarom hij eraan is begonnen komt vermoedelijk voort uit een romantisch verlangen naar iets dat hij als kind nooit bezat. Om dat gemis enigszins te compenseren ging hij nu maar aan de slag voor zijn eigen grut. Toen die klus eenmaal was geklaard glunderde de man van trots, en zijn kleine Tarzan of Jane van opwinding. Direct werden er foto’s en filmpjes van gemaakt en verspreid via de digitale tamtam. De respons was overweldigend. Vriendjes, neefjes en nichtjes kwamen van heinde en verre de hut bewonderen en inwijden. Al snel werden plannen gesmeed erin te chillen en avonturen te beleven. Spannùnd! Maar toen de jeugd dat allemaal een paar keer had beleefd, werd die boomhut toch ietwat saai, want ach, een boomhut, so what. Bovendien biedt zo'n hut doorgaans geen Xbox One, Nintendo 3DS, 4G Wifi, Playstation 5 of andere beeldschermgerelateerde meuk. Dus ja. De enige die daarna nog naar de boomhut omkeek was de architect, de vader. En zó hoort het, want hij bouwde dat ding tenslotte vooral voor zichzelf. Nou ja, voor het kind in hem.  



maandag 8 mei 2017

Ziggo

De bel ging. Voor de deur stond een sympathiek ogende man met een Ziggo-badge op zijn jasje. Hij begon over de voordelen van Ziggo. Maar nauwelijks op gang, trok hij ineens een vreemde grimas. ‘Sorry meneer, maar mag ik gebruik maken van uw toilet, ik moet ineens…’ Zonder nadenken wees ik hem de wc. Beetje gênant, meende ik, om in het portaaltje te blijven staan terwijl hij achter de wc-deur zijn nood ledigde, dus wachtte ik discreet in mijn gerieflijke salon. Wat later hoorde ik doortrekken, vervolgens een beleefd kloppen op de woonkamerdeur. De man was me uiterst dankbaar en sprak over de ongemakken van suikerziekte. Daarna informeerde hij naar de boemerang op mijn wc-muur, een Australisch souvenir. ‘Is dat een echte?’ En ook: 'Wat een mooi schilderij hangt daar.' Via deze complimenteuze omweg keerde hij terug naar de voordelen van Ziggo. Slim, want met zijn verkoopraatje stond hij nu wél in mijn woonkamer. Als weerloos oud vrouwtje was ik wellicht voor de bijl gegaan, misschien wel letterlijk. Maar dat ben ik niet en dus stond de man al snel weer buiten.
Op mijn wc-bril trof ik zijn spetters aan. Met de groeten van Ziggo.


donderdag 4 mei 2017

Dodenherdenking

Twee minuten stilte. Daarmee herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik herinner me dat mijn vriendjes en ik, op 4 mei ergens in de jaren vijftig, iets voor achten naar een druk kruispunt liepen om te kijken hoe auto’s stopten en fietsers afstapten. Hoe een enkeling achter zijn stuur vandaan kwam en met ernstige tronie naast zijn Morris, Borgward of Simca ging staan. Tijdens de geforceerde stilte die erop volgde vielen me ‘andere' geluiden op. Het intense ruisen van lindebomen, de melancholische zang van een lijster.
Stil zijn, we doen het in nationaal verband nog steeds, ook al ligt de oorlog heel ver achter ons. Best mooi en indrukwekkend, maar wordt het niet eens tijd om de Stilte zélf te herdenken? Want zoals het hier klinkt in die twee luttele minuten, klonk het altíjd. Bomen ruisten, vogels floten. Totdat de mens zich begon te manifesteren en binnen relatief kort tijd deze planeet op lawaaierige wijze naar de gallemiezen hielp. En nu gunt hij moeder Aarde slechts twee gestolen minuutjes per jaar haar zo vertrouwde geluiden terug. En dát om zichzelf te herdenken. Met ernstige tronie.