De Rolling Stones komen weer naar ons toe. Twee
optredens ergens in het najaar. Toen ik dat hoorde vroeg ik me af of ik een ticket zou bestellen. Want ja, de Stones, daar ben ik mee opgegroeid, bovendien vind
ik hun muziek heel oké. Maar zoals altijd bij dit soort afwegingen, volgde al
snel een tweede vraag: is het me waard er zoveel poen voor uit te trekken, waarna ik in dichte drommen naar een ruimte zal worden gestuwd waar ik klem zit/sta tussen intimiderend veel fans en migraine veroorzakende beats of lichtflitsen teneinde een glimp van een stel afgoden op te vangen? Nevernooit! Bovendien wordt de weerstand tegen deze heisa versterkt doordat mijn adoratie jegens anderen tamelijk beperkt is. Eenzelvigheid? Eigendunk? Narcisme zelfs? Als Mick Jagger mij bijvoorbeeld zou
aanbieden een handtekening op mijn T-shirt te kalken, zou ik het zonde vinden van mijn T-shirt. Dat veel voetbalfans na een behaald kampioenschap de clubsymbolen op hun lijf laten inkten snap ik weer wél. Zij voelen
zich vaak - bewust of onbewust - individueel nogal nietig waardoor ze
dolgraag als kameraden hand in hand gaan. Hier geen narcisme maar juist liefde die riekt naar afgoderij. Voor Feyenoord bijvoorbeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten