maandag 31 juli 2017

Spitfire

Hij was er voor jongens van 10 tot 100. Wàs, want afgelopen maand sloot-ie voor het laatst zijn deuren. Modelbouwwinkel Wapstad kon niet meer concurreren met internet, las ik op internet. En ook: 'Jongens zijn tegenwoordig liever in de weer met mobieltje of tablet dan geknutsel met treintjes, vliegtuigjes en autootjes'. Ach wat een pech, want van treintjes, vliegtuigjes en autootjes moest deze winkel in Rijswijk het nou juist hebben.
In mijn tienertijd bepaalde Wapstad mijn (school)agenda. De zaak was toen nog in Den Haag-Zuid gevestigd, in de Wapserveenstraat, vandaar zijn naam. Hij lag op loopafstand van mijn moederlijk huis. Misschien wel dagelijks slenterde ik ernaartoe, vaak met een vriendje. Pukkelneus en vette vingers tegen de etalageruit. Nu en dan stapten we over de drempel. En als het zakgeld het toeliet kochten we iets, zoals een bouwdoos van een Spitfire Mk.2 of Messerschmitt Bf109. De winkeleigenaar was een aardige twintiger; hij liet jongens als wij altijd rustig scharrelen, maar hield je wel heel goed in de gaten wetend hoe onweerstaanbaar zijn koopwaar was. Dezelfde man zag ik pakweg twee jaar geleden voor het laatst in de Rijswijkse vestiging (die inmiddels door zijn dochter werd gerund). Eind zeventig was-ie, de haren dun, maar verder nog zeer herkenbaar. Die stem vooral, beetje Haags, tikkie nasaal. Kun je rouwen om het verdwijnen van een winkel? Nou en of.




vrijdag 28 juli 2017

Klokkenspel

Buuf vindt naaktslakken buitengewoon vies. Heel vaak hoor ik haar over de schutting geërgerd roepen: ‘Getverrederrie weer zo’n smerig beest.’ Daar kan ik me overigens best in vinden. Maar strikt genomen is de reactie van mijn buurvrouw wel wat vreemd, want zou ze zich net zo negatief uitlaten over het klokkenspel van haar echtgenoot?
Laten we eens proberen onze subjectiviteit en vooroordelen opzij te zetten, al is het maar voor tien seconden, zodat we los komen van het aardse waardoor we in een soort transcendente objectiviteit geraken. Mocht zoiets ooit lukken, dan kun je nauwelijks met droge ogen beweren dat naaktslakken (Pulmonata) er veel smeriger uitzien dan onze primaire geslachtsdelen.
Maar waarom hoor ik de buurvrouw dan nooit hardop over haar echtgenoot klagen dat hij ‘getverrederrie een smerige pik’ heeft? De reden is simpel: dit soort af- en voorkeuren is biologisch bepaald. We worden dus niét gestuurd door de goden, sterrenbeelden of onze mental coach, maar door de neanderthalistische ruis en bruis in onze kop.
Tja, een naaktslak en de pik van de buurman, er zit een mooie roman in. Maar die komt er niet. Onze biologie dicteert dat we het niet willen weten.


dinsdag 25 juli 2017

Offerfeest

Ik fantaseerde het. Als kantonrechter moest ik een vonnis uitspreken inzake de school die werd aangeklaagd door de ouders van twee leerlingen. Zij hadden hun kinderen thuisgehouden in verband met het Offerfeest. En laat nou juist op diezelfde dag de schoolfotograaf langskomen om de klas te vereeuwigen. Jammer, want je kunt nu eenmaal niet op twee plekken tegelijk zijn, dus ontbraken de kinderen op de klassenfoto. Dat is te bruut voor een tere kinderziel en dus onaanvaardbaar, meenden de boze ouders. Ook vonden ze dat het Offerfeest hier ondergeschikt werd gesteld aan de openbare beginselen van deze school. Schande! Ze claimden derhalve 10.000 euro schadevergoeding bij het schoolbestuur. Het woord was nu aan mij.
Ik vroeg me stilletjes af of het nou echt wel zo hartverscheurend was voor die twee kinderen. Ik bedoel, kom op! Maar mijn persoonlijk gemijmer telt niet als ik mijn toga draag en dus besloot ik na lange bestudering van de wetboeken, dat de schoolleiding feitelijk in gebreke was gebleven waarna ik ze naar eer en geweten een passende straf oplegde: 500 euro, te betalen aan de ouders.
De avond na mijn vonnis stortte ik thuis mijn hart uit. Ik vertelde dat Nederland bezig is zichzelf af te schaffen. En er boordevol schuldgevoel luid snikkend achteraan: ‘en daar heb ik, stomme, laffe, correcte klootzak die ik ben, vandaag aan meegewerkt!’ Mijn partner legde daarop begripvol haar warme hand in het kuiltje tussen mijn wild schokkende schouders. Dát fantaseerde ik nou.


zaterdag 22 juli 2017

Sikkepit

Zomers zit ik vaak in de tuin een perzik of nectarine te eten. Wijdbeens, vanwege het mogelijke geklieder op mijn broek. Als ik klaar ben werp ik de pit altijd ergens achter in het groen, noem het jongensachtig. Een ritueel is het inmiddels. 
Bijna veertig jaar heb ik nauwelijks wat aan mijn tuin veranderd; nog immer hetzelfde concept. Ik deed niet mee aan de mode de boel te bestraten; heb nooit een vijver of zitkuil aangelegd; timmerde geen tuinhuisje of plantenkastje in elkaar. Niets deed ik, geen sikkepit. In de basis bleef mijn erf hetzelfde: gazonnetje, slingerpaadje, vaste planten, beetje cottage. En al die tijd smeet ik de pitten van perziken en nectarines de tuin in. Dat heeft ertoe geleid dat ik nu regelmatig op zo’n oude, weggeworpen pit stuit tijdens het onderhoud van mijn landgoed (als grote pitten geen wortel schieten drogen ze uit, maar vergaan doen ze nauwelijks). En dan sta ik dus weer met dezelfde perzikenpit in de hand die ik decennia geleden wegwierp. Het weerzien met zo'n oude verweerde pit kan me weemoedig maken, want hoe zag mijn leven er toen uit? Mijn kinderen speelden bijvoorbeeld nog in de tuin. Onlangs vond ik daarvan het bewijs. Tussen de polygonums stuitte ik op een miniatuursoldaatje. Duurzaam plastic, dus nog geheel in tact. Fanatiek stormt hij vooruit, mitrailleurtje in zijn handje, helmpje op zijn hoofdje. Zo pittig.


woensdag 19 juli 2017

Droomland

Voor het eerst van mijn leven zat ik op een e-bike. Niet zomaar een e-bike, maar een superdeluxe elektrische ATB van kwaliteitsrijke Pruisische makelij met duizend versnellingen en andere high tech stuff. Ik heb hem uit kunnen proberen bij onze oosterburen in Rijnland-Palts. Het ging over kronkelende asfaltweggetjes, soms over rulle grond, gras- of geitenpaadjes. Wat vooral telde was dat het sterk op en af ging - het gebied is ook bekend bij wintersporters. Hoe het fietste? Hervorragend! Naargelang mijn beenkracht en conditie schakelde ik vlotjes naar een immer voorhanden zijnde comfortabele versnelling waardoor ik altijd het gevoel had heuvelaf te gaan, wat enigszins hilarisch is. Pittige cols beklom ik daardoor fluitend; de bolletjestrui stond vast. Kortom: ik was he-le-maal verkauft. Probleempje is wel dat dit type e-bike een hele lieve duit kost. Dat wordt sparen, dus dat duurt nog wel even. Maar vroeg of laat wil ik alleen nog maar heuvelaf zoeven, gevoelsmatig dan, met wind in de rug. Over zachtglooiende hellingen naar zonnige valleien, langs malse velden waarop bloesembomen en dartele lammeren. Tussen breedlachende Anita Witziers op glanzende Stella's. Droomland bestaat, dankzij de e-bike. Nu nog weten waar.


zondag 16 juli 2017

MH17

We zijn geneigd heel veel energie in onzin te stoppen, het lijkt soms zelfs onze core business. Een goed voorbeeld is de ramp met de MH17. Een afschuwelijk incident dat is terug te voeren tot een simpel gegeven: een stel klungelende krijgers die uit pure onkunde onschuldigen om het leven brachten. Meer is het niet en het doet zich in elke oorlog voor.
Tijdens de Oekraïne-oorlog (is die eigenlijk nog gaande?) denkt een raketbemanning een vijandelijk vliegtuig op het radar te zien waarna ze hun projectiel afvuren. De rest is geschiedenis. Het voorval werd tot op het bot uitgemolken en sommige politici beleefden er hun finest moments aan. ‘De onderste steen zal bovenkomen’ en ‘Het recht zal zegevieren’, we kennen de holle kreten. En ook nu nog wordt er verontwaardigd gewezen naar foute Oekraïense politici of militairen (is daar eigenlijk wel een foute of goede kant?), ja zelfs naar Moskou dat alles zou hebben georganiseerd. En dat terwijl een kleine legereenheid te velde op het verkeerde moment op een knopje drukte.
Wie is eigenlijk gebaat bij dit alsmaar voortdurende proces dat nog vele jaren kan duren? De passagiers? Nee, die zijn dood. Politici? Jawel, zij kunnen zich nog immer lekker laten gelden, dus hoe langer hoe beter. Alex & Maxima? Betrokkenheid tonen met het volk, bijvoorbeeld bij ceremoniën en herdenkingen, is wellicht hun belangrijkste taak, dus jazeker! De media? Absoluut. De bloemenbranche? Tuurlijk. Kunstenaars die monumenten ontwerpen? Ongetwijfeld. Cateraars tijdens diverse gelegenheden? Nogal wiedes. Justitie? Jazeker, voor confrères is het een vette boterham, voor hen mag het daarom nog heel lang voortetteren. De nabestaanden? Mwah, ook van hen mag het niet zelden nog wel even doorgaan opdat we hun smart maar nooit zullen vergeten (dit vooral niet onderschatten, want ook smart is anno nu core business, bovendien kunnen de claims best lucratief zijn). Maar zou het eventuele berechten van de ‘daders’ deze nabestaanden werkelijk meer rust en vrede geven? Mis je je geliefde dan iets minder? Helpt rechtvaardigheid - hoe twijfelachtig ook in dit geval - je verder in het rouwproces? Kun je weer verder met je leven als ergens in oost-Oekraïne een of andere militaire jan lul voor het gerecht wordt gesleept - waarbij de wetenschap dat hij ook min of meer een nummer is binnen een ingewikkeld conflict - en stevig wordt gestraft?
Eerlijk gezegd begin ik me steeds meer af te vragen wat de verhouding is tussen de slachtoffers van de ramp (doden + nabestaanden) en degenen die hier profijt van hebben (gehad). Ofschoon ik moet toegeven dat ook profijt onze core business is. 


zaterdag 15 juli 2017

Brimstone

Bestaat er een somberder vorm van religie dan de leer die vooral in de Hollandse klei zo goed wortel heeft geschoten? Waarschijnlijk niet. Regisseur Martin Koolhoven heeft dat goed begrepen door rondom deze van schuld doordrenkte reli-gekte een speelfilm te draperen. En om het helemaal tot in extremen te trekken heeft hij als setting een kleine, geïsoleerde, godvrezende Nederlandse gemeenschap in het Wilde Westen eind negentiende eeuw gekozen. Denk: John Wayne die op een bed violen knielt. 
Cinematografisch is het allemaal uitstekend gelukt. Het acteerwerk (Guy Pearce, Dakota Fanning) is puik, onder andere met een bijdrage van de onvermijdelijke Carice van Houten. De film werd in Nederland redelijk goed ontvangen, maar in Amerika bepaald niet. Daar vonden ze het voor een Western niet kleurrijk, spannend, heldhaftig en dus niet Amerikaans genoeg. Dat klopt wel, moet ik zeggen. Deprimerend en grauw is-ie, misschien wel te Nederlands.
Ik zit nu met de vraag of ik Brimstone anderen zal aanbevelen. En besluit van niet.



woensdag 12 juli 2017

Uiig

Iedereen is bekend met het in de (voor)avond smachten naar iets hartigs. Kaasblokjes, chips, drop, pinda’s. Ook ík ben er gevoelig voor. Maar tegenwoordig heb ik een nieuwe passie op snaaigebied: gebakken uitjes. We kennen ze natuurlijk als vulsel bij de Indische maaltijd. Maar ook zomaar en uit het niets kan ik er lepels van naarbinnen werken. Ziekelijk gewoon. Merk maak me niets uit, Go Tan, Conimex, Improba, allemaal goed. Nadelen zijn er natuurlijk ook. Het spul zal vast niet geweldig gezond zijn, zeker in grote hoeveelheden. Bovendien krijg je er een stevige uienkegel van, maar dat kan ik moeilijk verifiëren want ik geef me er vooral solo aan over. Immers, je maakt geen reclame voor jezelf wanneer je in gezelschap als een onderuitgezakte Romeinse keizer voor de treurbuis een hele verpakking bawang goreng zit weg te werken, het liefst met een vette boer als amen. Bovendien heb ik na afloop immer spijt, want voel me dan opgeblazen en voorzien van een vette nasmaak die me de volgende ochtend nog teistert. Kortom: beheers u en eet gebakken uitjes met mate! Helaas zijn ze deze week weer eens in de aanbieding. 



zaterdag 8 juli 2017

Serengeti

Tijdens een toertochtje rondom de Oostvaardersplassen besloot ik te pauzeren op een van de uitkijkheuvels die deze polder-Serengeti larderen. Het betrof een rond plateau waarop enkele ruwhouten bankjes en tafeltjes. Enige aanwezige was een vrouw van middelbare leeftijd met een creools uiterlijk. Ze knikte me vriendelijk gedag terwijl ik mijn fiets parkeerde. Wat doet ze op deze afgelegen heuvel, vroeg ik me af, want ik zag geen fiets, geen rugzak, geen verrekijker, geen wandelschoenen. Het leek alsof ze was afgezet door een passerend slavenschip, wat gezien haar mogelijke wortels natuurlijk een lelijke gedachte was. Sorry.
Even later fietsten twee mooie tienermeiden met extreem korte zomerbroekjes de heuvel op. Boven aangekomen genoten ze niet van het uitzicht. Wat ze wél deden was op hun stuur leunend zij aan zij hun smartphones bestuderen. ‘Kijk, zulke types krijg ik nou achter me aan,’ zei de ene meid en toonde haar schermpje aan de andere die terstond ontplofte in een helse geitenlach.
Weer iets later kwamen drie fietsvriendinnen boven. Dertigers, schatte ik. Vrolijk kwetterend haalden ze picknickmanden van hun bagagedragers. Een tafeltje werd gedekt middels een kleurige doek waarna bont servies, een thermoskan en lekkernijen het plaatje compleet maakten. ‘Wat een schattige kopjes,’ zei een van de vrouwen, ‘die had mijn oma ook.’ Gezellig, dacht ik, maar wel verdomd druk hiero.
Nog even genoot ik van het uitzicht: een kudde wilde paarden en een verdwaalde reiger. Daarna pakte ik mijn ouwe trouwe stalen ros en knikte de vrouw met het creoolse uiterlijk gedag. Ze groette terug door zo sierlijk en voornaam haar hoofd te buigen dat Máxima er boertig bij zou afsteken. De andere dames hadden het te druk met zichzelf.