AAAAAAIIIWWWAAAHHHIIIAAAGGGHEEEAAAIIIPLOF, dat hoor je vaak
in speelfilms als iemand van grote hoogte naar beneden valt. Meestal betreft
het een schurk die, na een spectaculaire knokpartij op een hoge dakrand, het moet
afleggen tegen de held, waarop de schurk omlaag mietert. Maar als de held naar
beneden lazert, gilt hij nooit. Bovendien wordt zijn val altijd gebroken
door een donzige conifeer, zonneluifel, stapel kartonnen dozen, trampoline of zwembad. Maar oké, daar ben je held voor.
Ik ben schurk noch held, daarom vraag ik me ernstig af of ik
zou gillen als ik bijvoorbeeld van de Twin Towers naar beneden stortte. Kan me goed voorstellen dat ik zou blèren – iets met doodsangst. Aan de andere
kant is het best mogelijk dat je verwonderd om je heen kijkt, of zelfs dat je mateloos geïnspireerd raakt door de vrije beweging door het luchtruim. Wat daarbij wellicht ook helpt is het kortstondige, maar vreugdevolle benul dat je naderende
dood sneller en pijnlozer is dan van de velen die 'gewoon' vanwege ouderdom of een ellendige kwaal in hun bedje creperen tot hun laatste snik. Bovendien kun je nog altijd reikhalzend uitkijken naar een zwembad of trampoline.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten